Spreuken 20:21-30
21 Rijkdom die in korte tijd verworven is, brengt geen zegen voor later. 22 Zeg niet: ‘Ik zal dat kwaad vergelden,’ wacht op de HEER, Hij zal je helpen. 23 Twee gewichten om te wegen, het is de HEER een gruwel, een valse weegschaal is een slechte zaak. 24 De weg van een mens wordt bepaald door de HEER, wie weet zelf welke richting hij gaat? 25 Wie ondoordacht een gelofte aflegt en zich pas later afvraagt of hij haar kan houden, zet een valstrik voor zichzelf. 26 Voor een wijze koning zijn goddelozen als kaf, hij scheidt ze van het koren en verplettert ze. 27 Het licht van de HEER beschijnt de geest van de mens, het dringt door tot in zijn diepste gedachten. 28 Liefde en trouw beschermen de koning, liefde schraagt zijn troon. 29 De pracht van jonge mensen is hun kracht, de sier van oude mensen is hun grijze haar. 30 Bloedige striemen doen het kwaad verdwijnen, slagen zuiveren het innerlijk. (NBV21)
In de “Succes” agenda stonden vroeger onder aan de bladzijden wijze spreuken, meestal citaten uit een groot citatenboek. Daar stond ook eens “ervaring is de optelsom van iemands fouten” en daar gaat het vandaag ook over in het gedeelte dat we lezen uit het Spreukenboek. Een aantal Spreuken had overigens ook de Succesagenda gehaald. Maar het gedeelte van vandaag begint met de verzekering dat je bezit meer waarde krijgt naarmate je er meer moeite voor hebt hoeven doen. Grote prijzen gewonnen in loterijen willen nog wel eens tot ongeluk leiden. Je bent het geld niet gewend en de loterijorganisaties hebben zelfs mensen in dienst om je te begeleiden, maar geluk is met geld ook niet te koop, het valt je toe en het blijft toevallig in plaats van iets van jezelf. Veel winnaars blijven dan ook doen wat ze deden, gewoon hun eigen werk want daar hadden ze moeite voor moeten doen.
De Weg van de Bijbel is dus je brood verdienen door er moeite voor te doen, door er voor te zweten staat al in het boek Genesis. Dan wordt ook het delen er van een stuk plezieriger, je deelt niet wat je is toegevallen maar je deelt iets van jezelf. Zo valt het kwade dan ook met het goede te bestrijden en pas op, bij al je werk, bij al je zwoegen is bedrogen worden dan ook wel heel erg kwaad. Mensen laten zich immers gewoonlijk leiden door het goede, goed doen voor zichzelf, eerlijk blijven want dan ben je ook tegen jezelf eerlijk en daarmee laat je je leiden door de Weg van de God van Israël. We weten weinig van de toekomst maar als je nu maar zelf het goede doet dan zul je vanzelf ook het goede wel ontmoeten of het kwade kunnen weerstaan.
In nood ben je dan geneigd de hulp van God pas in te roepen, als ik hier uit kom dan beloof ik… en vul het zelf maar in. Het boek Spreuken waarschuwt er tegen, als je beloften te groot zijn dan wordt je een gevangene van je beloften. Beter is ook in nood te blijven zoeken naar het goede, blijven delen met de minsten, zij zullen je dan ook tot steun zijn zegt het boek Spreuken. Je bent dan net als de Koning die voortdurend er op let wie van zijn onderdanen bezig is te zorgen voor een betere samenleving, voor de minsten in het land, voor recht en gerechtigheid en uitbant die onderdanen die alleen op eigen gewin uit zijn. Het is in dit licht dat je je eigen handelingen ook mag zetten, het licht van de God van Israël. Dan kun je net als die koning zeggen dat jouw leven gebouwd is op liefde. En laat je niet gevangen zetten in je jeugd, jonge mensen zijn sterk, oude mensen zijn grijs en dat is ook mooi. Ervaring is dus de tegenslag die je in je leven hebt gekregen maar je wordt er mooier en zuiverder van. Daar mogen we elke dag weer mee verder, ook vandaag weer.