Filippenzen 3:12-21
12 Niet dat ik al zover ben en mijn doel al heb bereikt. Maar ik doe mijn uiterste best, in de hoop te kunnen grijpen waarvoor Christus Jezus mij gegrepen heeft. 13 Broeders en zusters, ik beeld me niet in dat ik het al heb bereikt, maar één ding is zeker: ik vergeet wat achter me ligt en richt mij op wat voor me ligt. 14 Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God in Christus Jezus roept. 15 Hierop moeten wij ons allen als volmaakte mensen richten. Mocht u er op enig punt anders over denken, dan zal God het u wel duidelijk maken. 16 In ieder geval, laten we op de ingeslagen weg voortgaan. 17 Volg mij na, broeders en zusters, en kijk naar hen die leven volgens het voorbeeld dat wij u gegeven hebben. 18 Ik heb u al vaak gezegd, en zeg nu zelfs met tranen in mijn ogen: Velen leven als vijand van het kruis van Christus 19 en gaan hun ondergang tegemoet. Hun god is hun buik, hun eer is schaamteloosheid en hun aandacht is alleen gericht op aardse zaken. 20 Maar wij hebben ons burgerrecht in de hemel, en van daar verwachten wij onze redder, de Heer Jezus Christus. 21 Met de kracht waarmee Hij in staat is alles aan zich te onderwerpen, zal Hij ons armzalig lichaam gelijkmaken aan zijn verheerlijkt lichaam. (NBV21)
Een schrijver van Bijbelboeken, een van de eerste zendelingen buiten Palestina, stichter van een groot aantal gemeenten, die als bemoediging aan een jonge gemeente schrijft dat hij nog niet zover is dat hij er zeker van is ooit uit de dood op te staan. Het mag ons dus niet van het werk afbrengen als we twijfelen aan alle vrome praat over het hiernamaals, het oordeel na de dood, of de hemel of de hel. Zul je ooit de mensen van de dood achter je kunnen laten is de vraag. Hun god is hun buik, in onze dagen in onze streken een zeer herkenbaar beeld. Het gaat volgens Paulus om het hemelse doel waar we als volmaakte mensen op af moeten gaan. Dat is dus de naaste liefhebben als jezelf. De ruzie over koopkracht, bezuinigingen, meevallers en tegenvallers beheerst hen die hun eer leggen in schaamteloosheid en hun aandacht alleen gericht houden op aardse zaken. Niet de discussie over armen, over zieken, over zwakken in de samenleving, niet de vraag of er goed gezorgd wordt voor hen die zorg nodig hebben, over de slachtoffers van toeslagenbeleid en gaswinning.
Wel de hogere energierekening willen compenseren voor de rijken zodat verkwisting kan doorgaan en zuiniger en verantwoorder energiegebruik achterwege kan blijven maar je niet afvragen of de kinderen onder ons wel goed beschermd worden. We moeten ons er ook al die jaren na het schrijven van de brief aan de mensen in Filippi niet door laten ontmoedigen. Uiteindelijk komt dat Koninkrijk van recht en vrede er, zal de hemel op aarde neerdalen en maakt God een tent voor zichzelf om hier te wonen. Elke dag weer mogen we opnieuw beginnen om aan dat rijk te werken, om mensen te werven voor het uitvoeren van de Wet van recht en vrede. Elke dag weten we ook dat er manieren verzonnen worden om de rijken rijker, de machtigen machtiger te maken. Elke dag ook zien we wel wat over het hoofd of bezwijken we voor de verleiding de boel even de boel te laten.
Elke keer mogen we opnieuw beginnen. Omdat we er bij willen horen. En pas op dat je je niet laat verleiden door al die predikers die ook in deze donkere dagen geluk en voorspoed beloven. Val op je knieën, laat Jezus in je hart en alle verdriet en ellende vallen van je af. Niets is minder waar. Als je wilt kijken met de ogen van Jezus van Nazareth dat zie je geen schitterende lichten in de stad, maar de zwervers in de kou. Dan zie je geen schitterende natuurparken in Afrika, maar hongerige kinderen en moeders die geen huis meer hebben om hun kinderen te slapen te leggen. Dan zie je geen vrede met engelen in de heldere lucht, maar wapenhandel en oorlog die we kunnen uitbannen. Dan doet het leed in de wereld je net zo veel pijn als Jezus van Nazareth voelde aan het kruis, maar je weet dat je dan pas echt tot leven komt, alsof je opnieuw wordt geboren.