Roep de moeder

2 Koningen 4:25-37

25 Zo ging ze op weg naar Elisa, die op de Karmel verbleef. Toen de godsman haar zag aankomen, zei hij tegen zijn knecht Gechazi: ‘Kijk, daar heb je de vrouw uit Sunem. 26 Ga haar vlug tegemoet en vraag hoe het met haar gaat, en met haar man en haar zoon.’ De vrouw antwoordde dat het goed ging, 27 maar toen ze bij de godsman op de berg aankwam, greep ze zijn voeten vast. Gechazi liep op haar toe om haar weg te jagen, maar de godsman zei: ‘Laat haar maar, ze is getroffen door bitter verdriet. En ik wist daar niets van, de HEER heeft het voor mij verborgen gehouden.’ 28 Toen zei de vrouw: ‘Heb ik u soms om een zoon gevraagd? Heb ik niet gezegd dat u geen valse hoop moest wekken?’ 29 Hierop zei Elisa tegen Gechazi: ‘Neem mijn staf en ga er zo snel mogelijk naartoe. Als je iemand tegenkomt, groet hem dan niet. Als iemand jou groet, zeg dan niets terug. Je moet mijn staf op de jongen leggen.’ 30 Maar de moeder van de jongen zei: ‘Zo waar de HEER leeft, en zo waar u leeft, ik ga niet zonder u.’ Toen stond Elisa op en ging met haar mee. 31 Gechazi was hun vooruitgegaan en had de staf op de jongen gelegd, maar die had geen teken van leven gegeven. Hij keerde terug en vertelde Elisa dat de jongen niet wakker was geworden. 32 Toen Elisa zelf bij het huis aankwam, zag hij de jongen dood op zijn eigen bed liggen. 33 Hij ging de kamer binnen en sloot de deur achter zich. Toen bad hij tot de HEER. 34 Daarna liep hij naar het bed toe en ging boven op het kind liggen, met zijn mond op zijn mond, zijn ogen op zijn ogen en zijn handpalmen op zijn handpalmen. Zo bleef hij over het kind uitgestrekt liggen tot het lichaam weer warm werd. 35 Toen kwam hij overeind, liep door de kamer heen en weer, en strekte zich nogmaals over het kind uit. Uiteindelijk niesde de jongen wel zeven keer, en opende zijn ogen. 36 ‘Roep de moeder,’ riep Elisa tegen Gechazi. Gechazi waarschuwde haar, en toen ze boven kwam zei Elisa: ‘U kunt uw zoon meenemen.’ 37 De vrouw kwam de kamer binnen, viel aan Elisa’s voeten neer en boog diep voorover. Toen nam ze haar zoon op en ging de kamer uit. (NBV21)

Vandaag het vervolg van zo’n prachtig oosters volksverhaal. Als je daar de sprookjeselementen uitfiltert blijft er een verhaal over vol liefde en vertrouwen. Het begint met een kind dat een zonnesteek oploopt. Ook in ons klimaat kan stil zitten kijken naar de werkers die aan het oogsten zijn in de hete zomerzon voor een kind niet zonder gevaar blijven. Wie niet zorgt voor schaduw en tijdig drinken zorgt er bijna voor dat een kind dan dood gaat. Dat gebeurt dan ook in dit verhaal. Al hoeft dat kind dus niet dood te zijn, maar bewusteloos is het in elk geval. De moeder kent de teleurstellingen van het leven maar heeft ook vertrouwen in de Godsdienst van de profeet. Kennelijk viert ze de religieuze feesten die in de oude boeken van Mozes worden genoemd, het maanfeest en de sabbat. Ze weet ook de weg naar het heiligdom op de Karmel, een heiligdom voor de God van Israël dat nog door Elia weer in ere was hersteld. En weer vergist Elisa zich. Want weer vraagt de vrouw niets voor zichzelf, zelfs niet het leven voor haar kind. Elisa beantwoord die niet gestelde vraag door zijn knecht met zijn staf naar het kind te sturen. Een staf van een Godsman heeft immers vaak een magische kracht. De staf van Mozes was er beroemd om geworden, als Mozes die uitstrekte dan spleet de Rode Zee, of als die tegen de rotsen sloeg kwam er water. De bloeiende staf van Aäron kreeg zelfs een plek in de Ark waarin ook het verbond van heb Uw naaste lief als Uzelf werd bewaard.


Maar een staf van een Godsman is geen toverstaf. Het is niet meer dan de staf van Sinterklaas, een symbool voor ambt en waardigheid, je kunt er op steunen in tijden van nood en voor een lange wandeling kan het een houvast zijn. Als je echt iemand wil helpen dan moet je zelf op pad en de handen uit de mouwen steken. Wonderen op bevel zijn er niet bij. Elisa zal mond op mond beademing moeten toepassen. Zijn adem gebruiken om de ademhaling van het kind weer aan de gang te krijgen. Zoals Gods adem de eerste mens, uit rode aarde gekneed, het leven gaf zo geeft Elisa de jongen de door God gegeven adem. En dat helpt uiteindelijk. Dat kan ook vandaag helpen. Als wij stem geven aan de hongerigen, aan de naakten. Als we verder durven gaan dan het geven van geld voor verre projecten, maar bereid zijn om ook iets van onszelf te geven, als we bereid zijn rechtvaardige handelsverhoudingen tot stand te brengen. In deze zomer zijn er jongeren die in verre en arme landen huizen bouwen voor daklozen, die scholen en buurtcentra inrichten voor kinderen. Het is goed onze jongeren te leren zich in te zetten zoals Gechazi zich inzette.

Maar het helpt pas als we bereid zijn onze eigen adem, ons eigen leven in te zetten voor het delen van welvaart en leven. De vrouw uit Sunna verwijt de profeet Elisa haar hoop te hebben gegeven, een hoop waar ze niet om heeft gevraagd. En weer vergiste Elisa zich. Want weer vraagt de vrouw niets voor zichzelf, zelfs niet het leven voor haar kind. Als je echt iemand wil helpen dan moet je zelf op pad en de handen uit de mouwen steken. Wonderen op bevel zijn er niet bij. Elisa zal mond op mond beademing moeten toepassen. Zijn adem gebruiken om de ademhaling van het kind weer aan de gang te krijgen. Zoals Gods adem de eerste mens, uit rode aarde gekneed, het leven gaf. En dat helpt uiteindelijk. Dat kan ook vandaag helpen. Als wij stem geven aan de hongerigen, aan de naakten. Als we verder durven gaan dan het geven van geld voor verre projecten, maar bereid zijn om ook iets van onszelf te geven, als we bereid zijn rechtvaardige handelsverhoudingen tot stand te brengen. Daar zullen we ons vandaag op moeten richten.

Plaats een reactie