Laat een lierspeler komen

2 Koningen 3:1-19

1 Joram, de zoon van Achab, werd koning van Israël in het achttiende regeringsjaar van koning Josafat van Juda. Twaalf jaar regeerde hij in Samaria. 2 Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER, maar ging daarin niet zo ver als zijn vader en moeder. De steen die zijn vader ter ere van Baäl had opgericht, liet hij verwijderen, 3 maar voor het overige hield hij vast aan de zondige praktijken van Jerobeam, de zoon van Nebat, die de Israëlieten tot zonde had aangezet; daarmee brak hij niet. 4 Koning Mesa van Moab was schapenfokker. Hij moest aan de koning van Israël jaarlijks honderdduizend lammeren afstaan en honderdduizend ongeschoren rammen. 5 Maar na de dood van Achab kwam de koning van Moab tegen de koning van Israël in opstand. 6 Daarom rukte koning Joram vanuit Samaria op, nadat hij heel Israël onder de wapenen had geroepen. 7 Aan koning Josafat van Juda liet hij de volgende boodschap overbrengen: ‘De koning van Moab is tegen mij in opstand gekomen. Wilt u met mij tegen Moab ten strijde trekken?’ ‘Ja, ik ga met u mee,’ luidde het antwoord. ‘U en ik zijn één; mijn leger is uw leger, mijn paarden zijn uw paarden.’ 8 Joram vroeg aan Josafat langs welke route ze het beste konden oprukken, en die raadde hem aan dwars door de woestijn van Edom te trekken. 9 Samen met de koning van Juda en de koning van Edom rukte de koning van Israël op. Maar doordat ze een omtrekkende beweging maakten, waren ze zeven dagen onderweg, en op het laatst was er geen water meer voor de soldaten en voor de dieren die ze bij zich hadden. 10 ‘Wat zijn we begonnen!’ riep de koning van Israël uit. ‘Heeft de HEER deze drie koningen soms bijeengebracht om ze aan Moab uit te leveren?’ 11 Maar Josafat vroeg: ‘Is er hier geen profeet van de HEER, die voor ons de HEER kan raadplegen?’ Een van de dienaren van de koning van Israël zei dat Elisa, de zoon van Safat, bij hen was, die altijd water uitgoot over de handen van Elia. 12 ‘Als iemand kan vertellen wat de HEER te zeggen heeft, is hij het wel,’ zei Josafat. De koning van Israël, Josafat en de koning van Edom gingen naar Elisa toe, 13 maar Elisa zei tegen de koning van Israël: ‘Wat wilt u van mij? Gaat u maar naar de profeten van uw vader en moeder.’ ‘Nee,’ zei Joram, ‘want het is de HEER die deze drie koningen bijeen heeft gebracht om ze aan Moab uit te leveren.’ 14 Toen antwoordde Elisa: ‘Zo waar de HEER leeft, de HEER van de hemelse machten, in wiens dienst ik sta, het is dat ik zoveel achting heb voor koning Josafat van Juda, anders zou ik u geen blik waardig keuren. 15 Maar goed, laat een lierspeler komen.’ En terwijl de muzikant op de lier speelde, werd Elisa gegrepen door de hand van de HEER 16 en hij zei: ‘Dit zegt de HEER: Graaf overal in de wadi kuilen. 17 Want dit zegt de HEER: Jullie zullen geen wind voelen en geen regen zien, maar toch zal deze wadi vol komen te staan met water, zodat jullie te drinken hebben, ook jullie vee en lastdieren. 18 En dat is voor de HEER nog maar een kleinigheid: Hij zal ook de Moabieten aan u uitleveren. 19 Elke sterke vesting en elke mooie stad zult u verwoesten, elke vruchtboom vellen, elke waterbron dichtstoppen en elke vruchtbare akker volgooien met stenen.’ (NBV21)

We willen altijd graag weten hoe een onderneming zal aflopen. Is er winst of verlies? Wie zal het zeggen. Over het lot van de mensen wordt niet nagedacht. Lees maar in dit verhaal uit de Bijbel. Drie koningen trekken er op tegen een opstandeling. De ambtenaar in Moab die belast was met het toezicht op de veeteelt, daar ook de belastingen over moest ophalen, had zich tot koning uitgeroepen en was in opstand gekomen. Als er een nieuwe koning kwam dan kreeg je gemakkelijk opstanden in de buitengewesten. De Bijbel is nog mild in haar mededelingen. Bij opgravingen is een inscriptie teruggevonden waar staat vermeld dat hij het gebied ten noorden van de Arnon tot aan de Nebo veroverde op het koninkrijk Israël. Reden genoeg voor tegenmaatregelen want zoiets kunnen regeringen en koningen niet dulden nietwaar. En daar gaan de drie koningen met al hun soldaten. Tactisch de juiste route, de weg die je tegenstander niet zal verwachten, door de woestijn.

Echt een onverwachte keuze want wie gaat er nu met een heel leger aan soldaten en alles wat er voor de verzorging bij hoort de woestijn in. Daar kwamen ze dus achter want het water raakte op. Goede raad is duur. Maar in Juda was nog de herinnering aan de God van Israël en aan profeten die vertelden hoe die God het gehad had willen hebben. Hadden ze in Israël ook niet zulke profeten? Waren er geen profeten meegetrokken om er voor te waken dat het onrecht, Israël aangedaan, ongedaan gemaakt zou worden? En jawel, Elisa is er bij, de opvolger van Elia. Dat hij het was die het water over de handen van Elia uitgoot was een manier om te zeggen dat hij de opvolger van de profeet was. De koning van Juda herkent dat direct. Hadden wij nu ook maar zulke profeten in ons midden zeggen sommigen. Dan hadden we geen financiële crisis gehad. Onzin natuurlijk. Net als de drie Koningen die ten strijde trokken door de woestijn waren ook onze leiders en toezichthouders blind en doof voor alle waarschuwingen en de gevolgen voor de armen.

Voor Elisa is het een uitgelezen gelegenheid om de verschillen tussen de koning van Israël en de koning van Juda aan te geven. In Israël werd ook Baäl aanbeden en Baäl had eigen priesters en eigen profeten. Joram kent de afkeer van de afgoden en schuift het probleem dat ze hebben in de schoenen van de God van Israël. Als God machtig was dan zou hij de ellende in de wereld wel weg nemen. Dat hoor je vandaag de dag ook nog wel eens zeggen. En omdat God niets doet bestaat die dan niet. Nu is dat een echte onzin redenering. Want ook de meeste mensen doen niks tegen de rampen die ons overkomen en waar we wat aan zouden kunnen doen. En die mensen bestaan toch ook. God roept ons om er juist wel wat aan te gaan doen, om je naaste lief te hebben als jezelf. In het verhaal dat we vandaag lezen is het dan ook Josafat, de koning van Juda, die voldoende respect heeft opgeroepen om Elisa te verleiden te vertellen wat hij ziet. Want juist de gerichtheid op de Liefde voor de naaste maakt dat je de dingen opvalt die je nodig hebt om te helpen. Dan zie je dat er onrechtvaardige handelsverhoudingen zijn. Dan kun je zelfs de wereld veranderen, ook vandaag weer.

Plaats een reactie