Heb elkaar lief

Johannes 13:31-38

1 Toen hij weg was zei Jezus: ‘Nu is de grootheid van de Mensenzoon zichtbaar geworden, en door Hem de grootheid van God. 32 Als Gods grootheid door Hem zichtbaar geworden is, zal God Hem ook in die grootheid laten delen, nu onmiddellijk. 33 Kinderen, Ik blijf nog maar een korte tijd bij jullie. Jullie zullen Me zoeken, maar wat Ik tegen de Joden gezegd heb, zeg Ik nu ook tegen jullie: “Waar Ik heen ga, daar kunnen jullie niet komen.” 34 Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals Ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. 35 Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’ 36 Simon Petrus vroeg: ‘Waar gaat U naartoe, Heer?’ Jezus antwoordde: ‘Waar Ik heen ga, kun jij nog niet komen, later zul je Mij volgen.’ 37 ‘Waarom kan ik U nu niet volgen, Heer? Ik wil mijn leven voor U geven!’ zei Petrus. 38 Maar Jezus zei: ‘Jij je leven voor Mij geven? Werkelijk, Ik verzeker je, nog voor de haan kraait zul jij Mij driemaal verloochenen. (NBV21)
.
Om dit gedeelte te begrijpen moeten we even naar wat er voor staat en wat er achter staat. Er is een heel oude gewoonte om de tekst van de Bijbel in stukjes te knippen en dat maakt het lezen in kerk en huis wat eenvoudiger maar het begrijpen moeilijker en het het leidt tot misverstanden. Om te beginnen is de vraag wie die “hij” is die weg was. In het gedeelte hiervoor gaat het om het Pesachmaal dat Jezus met de zijnen houdt. Het is een feest van bevrijding maar er hangt een spanning in de lucht. De religieuze autoriteiten zoeken een manier om Jezus te doden en zijn volgelingen verwachten dat nadat Jezus de handelaren uit de Tempel heeft geslagen hij ook de Romeinen zal wegvagen. Er is er één die daaraan twijfelt. Dat is Judas. Die doopt zijn brood samen met Jezus in de bittere saus die klaar is gemaakt. Het feest van bevrijding uit de slavernij, Pesach, is geen bevrijding uit de ellende, het bittere kruid.

Jezus had al gezegd dat één van de aanwezigen bij de maaltijd hem zou overleveren aan de autoriteiten van het land. Dat blijkt dus Judas te zijn. Maar hoezo is de grootheid van de mensenzoon zichtbaar geworden nu Judas aan de overlevering van Jezus aan de autoriteiten is gaan werken? Jezus heeft volgens de verhalen in de drie Evangelieverhalen steeds de eer voor zijn werk van zich afgewezen. God komt de eer toe, niet de mens Jezus. En Jezus is er kennelijk van overtuigd geraakt dat God hem zal gebruiken om ook in het einde van het verhaal om de grootheid van God duidelijk te maken. Centraal daarbij zal de liefde staan. De liefde voor elkaar moeten ze volhouden, aan die liefde is te zien dat ze bij Jezus blijven horen. Jezus van Nazareth zocht bij de maaltijd volgens Johannes dus een weg om de Liefde te tonen tot het einde. Zelfs temidden van verraad blijft hij de zijnen liefhebben.

Als je ondergedompeld bent in die Liefde ben je rein, als je de daden van liefde niet toelaat hoor je er niet bij. Maar als je het verkeerde van plan bent krijg je tot het laatste moment de kans het anders te doen. En zelfs als je het verkeerde toch doet laat Jezus van Nazareth zien dat de Liefde bereikbaar blijft. Elkaars voeten wassen kunnen we vandaag oefenen, met elkaar liefhebben kunnen we elk moment opnieuw mee beginnen, Jezus is ons daarin voorgegaan. In de liefde voor elkaar wordt de grootheid van God zichtbaar. Maar het gaat niet aan om de dood te zoeken, meegaan in de dood moet ook Petrus niet doen, desnoods moet Petrus zijn meester maar verloochenen. Uiteindelijk zal ook door de dood heen de liefde overwinnen. En daar mogen ook wij aan vasthouden, elke dag weer, door onze naaste lief te hebben als onszelf, iedere keer opnieuw, ook vandaag.

Plaats een reactie