Lucas 4:31-44
31 Hij ging naar Kafarnaüm, een stad in Galilea, waar Hij de inwoners steeds op sabbat onderwees. 32 Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want Hij sprak met gezag. 33 Er was in de synagoge een man die bezeten was door een geest, een onreine demon, en deze schreeuwde luidkeels: 34 ‘Aaah! Wat hebben wij met Jou te maken, Jezus van Nazaret? Ben Je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie Je bent: de heilige van God.’ 35 Maar Jezus sprak hem streng toe en zei: ‘Zwijg en ga uit hem weg!’ De demon smeet de man op de grond, midden tussen de mensen, en ging uit hem weg zonder hem te verwonden. 36 Allen waren verbijsterd. Ze bespraken het voorval met elkaar en zeiden: ‘Wat zijn dat voor dingen die Hij zegt? Hoe komt het dat Hij het gezag en de macht heeft om onreine geesten zijn bevelen te geven zodat zij de mensen verlaten?’ 37 Het nieuws over Hem verspreidde zich overal in de streek. 38 Na het verlaten van de synagoge ging Hij naar het huis van Simon. Simons schoonmoeder had hoge koorts, en ze vroegen Jezus om haar te helpen. 39 Hij boog zich over haar heen en sprak de koorts bestraffend toe. Die verliet haar, en meteen stond ze op en begon voor hen te zorgen. 40 Toen de zon was ondergegaan, brachten de mensen al hun zieken naar Hem toe, aan welke kwaal ze ook leden. Hij legde hun een voor een de hand op en genas hen. 41 Hij dreef ook veel demonen uit, die schreeuwden: ‘Jij bent de Zoon van God!’ Hij sprak hen bestraffend toe en verbood hun iets te zeggen; ze wisten immers dat Hij de messias was. 42 Bij het aanbreken van de dag vertrok Hij en ging naar een eenzame plaats. De mensen gingen Hem zoeken, en toen ze Hem gevonden hadden probeerden ze Hem ervan te weerhouden bij hen weg te gaan. 43 Maar Hij zei tegen hen: ‘Ook in de andere steden moet Ik het goede nieuws over het koninkrijk van God brengen, want daarvoor ben Ik gezonden.’ 44 En Hij maakte dat goede nieuws bekend in de synagogen van Judea. (NBV21)
Het dorp waar Jezus van Nazareth zich terugtrekt heet eigenlijk “het dorp van rust”. Maar rustig was het allerminst. Zelfs op de rustdag wordt er nog een beroep op hem gedaan. Als hij werkt als leraar valt dat niemand op, maar als hij iets doet voor een lijdende medemens maakt dat de tongen los. Het is nu eenmaal gemakkelijker te praten over dat wat anderen raakt dan over dat wat je zelf eigenlijk los moet laten. De manier waarop je de wereld om je heen benadert, de manier waarop je met mensen omgaat is vaak verkeerd. Je weet het dan wel maar een heilig boontje zoals Jezus van Nazareth dat van de mensen verlangt wil je nu ook weer niet zijn. Jezus van Nazareth zorgde er voor dat mensen weer mee kunnen doen in de samenleving als gewaardeerde mensen. En je hoeft niet bang te zijn dat mensen je daarvoor uitlachen of bespotten. En een heilig boontje hoef je al helemaal niet te zijn.
In dit gedeelte gaat het over de vele genezingen die Jezus van Nazareth verrichte in zijn dorp. Ze hebben de schrijver van dit evangelie dan ook wel arts of medicijnmeester genoemd. Geleerden strijden er soms nog over. Eigenlijk weten we niet precies wie het evangelie geschreven heeft omdat er geen eigen naam van de schrijver in voorkomt en de brief waarin Lucas als arts genoemd wordt is ook al niet van Paulus al doet de schrijver van wel, maar dat je goed doet door mensen weer in de samenleving mee te laten doen is een heldere boodschap. Rust is er dan niet meer bij, overal blijken ineens mensen buiten de boot te vallen. Zelfs als Jezus van Nazareth zich terugtrekt op een eenzame plaats weten mensen hem te vinden. Maar het gaat Jezus van Nazareth niet om de wonderen, maar om de mensen. De bevrijding van de armen is immers aangebroken. Door mensen ertoe te brengen te delen, zoals Johannes de Doper al had gezegd, verdwijnt de armoede en worden mensen bevrijd van hun ellende. Dat goede nieuws wordt op alle plaatsen verkondigd waar nog uit de Hebreeuwse Bijbel werd gelezen. Op al die plaatsen waar nog de verhalen klonken over de richtlijnen van God en de profeten die de ellende van het volk opmerkten en de weg wezen om die ellende op te heffen, de Weg van de God van Israël.
Die bevrijding was het goede nieuws dat verkondigd moet worden. Ja moet worden, want ook vandaag kunnen we beginnen door eerlijk te delen de armoede in de wereld op te heffen. Onze leiders in de wereld hebben we niet gehoord over eerlijke handelsverhoudingen met de arme landen in de wereld dus moeten we er zelf maar aan beginnen. Natuurlijk kunnen we een deel van onze boodschappen doen in de Fair Trade winkels. Maar veel gemeenten willen gelukkig ook een Fair Trade gemeente zijn waar het inkoopbeleid rekening houd met eerlijke beloning voor producenten, boeren, en een duurzame productie. En natuurlijk snappen we best dat als we zorgen voor eerlijke handelsverhoudingen, als mensen in eigen omgeving een toekomst voor hun kinderen, zorg voor hun gezondheid, goede huisvesting en elke dag te eten vinden ze niet hoeven te vluchten. Als we dan ook nog in plaats van bommen vrede weten te brengen onder de volken dan begint de wereld een beetje te lijken op de wereld die in de synagogen door Jezus van Nazareth werd verkondigd.