Het goede nieuws

Marcus 13:3-13

3 Toen Hij op de Olijfberg was gaan zitten, tegenover de tempel, en Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas alleen met Hem waren, stelde Petrus Hem de vraag: 4 ‘Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we herkennen dat het zover is?’ 5 Jezus antwoordde: ‘Pas op dat niemand jullie misleidt. 6 Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: “Ik ben het,” en ze zullen veel mensen misleiden. 7 Als jullie berichten horen over oorlog en oorlogsdreiging, wees dan niet verontrust. Die dingen moeten gebeuren, maar daarmee is het einde nog niet gekomen. 8 Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk tegen het andere, en overal zullen er aardbevingen en hongersnoden zijn: dat is het begin van de weeën. 9 Wat jullie zelf betreft: pas goed op. Jullie zullen voor het gerecht gesleept worden en in synagogen worden gegeseld, en jullie zullen omwille van Mij voor gouverneurs en koningen moeten verschijnen om getuigenis af te leggen. 10 Want eerst moet aan alle volken het goede nieuws worden verkondigd. 11 Wanneer jullie weggevoerd worden om te worden uitgeleverd, maak je dan vooraf geen zorgen over wat je zult gaan zeggen; zeg wat jullie op dat moment wordt ingegeven, want jullie zijn het niet die dan spreken, maar het is de heilige Geest. 12 De ene broer zal de andere uitleveren om hem te laten doden, en vaders zullen hetzelfde doen met hun kinderen, en kinderen zullen zich tegen hun ouders keren en hen ter dood laten brengen. 13 Jullie zullen door iedereen worden gehaat omwille van mijn naam, maar wie standhoudt tot het einde zal worden gered.(NBV21)

We zijn nog lang niet zo ver, dat aan alle volken op de aarde het goede nieuws is verkondigd. In de tijd dat het evangelie van Marcus werd geschreven leek het heel wat dichterbij dan vandaag. Toen geloofde men dat er zeventig volken op de wereld waren en dat eigenlijk al die volken zo ongeveer onderworpen waren aan het Romeinse Rijk. Het feit dat er overal oorlog werd gevoerd en dat er hongersnoden en aardbevingen waren droegen bij aan het gevoel dat het einde van de geschiedenis wel dichtbij zou moeten zijn. Als je nagaat hoe oud de kosmos is, hoe ver we afzitten van de oerknal, dan is die paar duizend jaar waarover we nu praten inderdaad niet veel. Maar op een mensenleven is het nog een hele tijd. Als we het gedeelte van vandaag nauwkeurig lezen dan blijkt dat we ons eigenlijk helemaal niet druk hoeven maken over al die tekenen die wijzen op een mogelijk einde van de geschiedenis. Ook in onze dagen duikt het verlangen het te kunnen voorspellen weer op. Er zijn hele bewegingen die zich voor christelijk uitgeven die zich bezig houden met het bewijs dat we in de eindtijd leven. Volgens de Bijbel betekenen die tekenen voor gelovigen helemaal niks.

Wat veel belangrijker is is de vraag hoe je dat geloof volhoudt. Al die keurige nette schriftgeleerden in hun mooie pakken vinden het maar niks, dat voorop zetten van de minste, dat dag en nacht zorgen voor de mensen die zorg nodig hebben. Ze zullen zich er met geweld tegen verzetten. Ja zelfs binnen families zal er ruzie blijven ontstaan rond de vraag waar de familie bij hoort, bij die scherpslijpende zich duur voordoende bijbelgeleerden, of bij de mensen die alles wat ze hebben delen met hen die niets hebben, die proberen iedereen er van de overtuigen dat alleen samen leven en samen delen kan leiden tot een betere samenleving. Gelukkig hoef je je niet af te vragen hoe je dat moet uitleggen, als je behept bent met dezelfde geest als Jezus van Nazareth, de Heilige Geest noemen we dat in de kerk, dan vallen de juiste woorden je vanzelf in. Soms zul je zelfs verbaasd staan van jezelf hoe helder en overtuigend je de bevrijding van de armen kunt verkondigen.

Denk overigens niet dat Jezus van Nazareth de vier volgelingen met wie hij naar de tempel zat te kijken iets nieuws vertelde. Hij citeert hier volop uit de boeken van de profeten. Dat van die familieruzies werd bijvoorbeeld al voorspeld door de profeet Micha en Daniël had temidden van de ballingschap in Babel al opgeroepen om vol te houden in het geloof in de God van Israël ook al wordt je door iedereen er om gehaat. In de dagen van het ontstaan van het evangelie van Marcus was er alle reden om kijkend naar de Tempel na te denken over het einde van de geschiedenis. Keizer Caligula had eerst de Tempel op verschrikkelijke wijze ontwijd en in het jaar 70 zou de Tempel in Jeruzalem voorgoed verwoest worden, alleen een muur bleef staan. Die verwoesting bracht een einde aan de manier waarop de godsdienst van de God van Israël vanouds werd gevierd. Christenen bedachten toen dat hun hart de Tempel zou moeten zijn waar God zou komen wonen. En dat betekent dat overal waar we zijn, dag in dag uit, we de wil van God kunnen doen door oog en zorg te hebben voor de minsten op aarde, ook vandaag kan dat weer, ondanks alle tegenstand.

Plaats een reactie