Voor de arme

Spreuken 15:1-18

1 Een vriendelijk antwoord doet drift bedaren, krenkende woorden wakkeren woede aan. 2 De woorden van wijzen verschaffen inzicht, de mond van dwazen brengt niets dan onzin voort. 3 De ogen van de HEER zijn overal, zowel de goeden als de kwaden houdt Hij in het oog. 4 Kalme woorden zijn een levensboom, een valse tong vernietigt de geest. 5 Een dwaas veracht zijn vaders vermaning, wie berispingen ter harte neemt is verstandig. 6 Het huis van een rechtvaardige bergt talloze schatten, in de winst van een goddeloze schuilt ellende. 7 De mond van de wijze verspreidt kennis, uit het hart van de dwaas komt niets. 8 Het offer van de goddelozen is de HEER een gruwel, het gebed van de oprechten is Hem welgevallig. 9 De weg van de goddelozen is de HEER een gruwel, wie rechtvaardigheid nastreeft, heeft Hij lief. 10 Wie het rechte pad verlaat, wordt zwaar gestraft, wie berispingen verafschuwt, sterft. 11 De HEER doorgrondt de afgrond van het dodenrijk, hoeveel te meer het mensenhart. 12 Een spotter wordt niet graag terechtgewezen, nooit wendt hij zich tot de wijzen. 13 Een vrolijk hart brengt een lach op het gezicht, een verdrietig hart stemt de geest somber. 14 Een verstandig mens hongert naar kennis, een dwaas voedt zich met domheid. 15 Voor de arme is elke dag weer een kwelling, voor een blijmoedig mens is het leven een feest. 16 Beter een schamel bezit en ontzag voor de HEER dan grote rijkdom en veel onrust. 17 Beter een karige schotel groenten en liefde dan een vetgemeste os en haat. 18 Een driftkop wakkert ruzie aan, wie kalm is, sust een twistgesprek.(NBV21).

Het gedeelte dat we vandaag uit het boek Spreuken lezen roept op om het goede te doen en het kwade te laten. De Spreukendichter weet natuurlijk ook dat het niet altijd zal helpen en troost de armen. Dat is niet eenvoudig. Het begint al gelijk met een open deur die in onze dagen zo ver open staat dat iedereen vergeet dat het een deur is waar je doorheen moet. Wie geeft er nog een vriendelijk antwoord? Wie luistert nog naar vriendelijk geformuleerde opvattingen? Schelden moet je, verzet oproepen moet je en je zogenaamde tegenstanders moet je uitmaken voor alles wat mooi en lelijk is, je moet ze kleineren, voor de hoorders naar je geschreeuw moet het lijken of jij de baas bent en zij de knechten. De grootste schreeuwers spreken bestuurders van democratische organen aan als hun eigendom. We zitten dus met een probleem. Uit de woorden van wijzen spreekt een overvloed aan kennis. Maar wie wijs is zwijgt als anderen schreeuwen. Je doet de ander immers niet aan wat je niet wilt dat jou wordt aangedaan. En het geschreeuw dat je hoort maakt het gesprek onmogelijk.

De wijze weet dat door het gescheld voor vriendelijke woorden geen plaats is maar alleen vriendelijke woorden kunnen het gesprek op gang brengen. Kalme woorden zijn immers een levensboom maar een valse tong vernietigd de geest. Dan is het mooi dat de Heer iedereen in de gaten houdt maar het lijkt er op dat je daar toch niet al te veel aan hebt. Toch is dat niet het geval. Iedereen, de wijzen en de dwazen, kunnen de Bijbel openslaan om daar te kijken wat je kunt doen aan de probleemsituaties die het geschreeuw veroorzaken. Heel subtiel wijst ook dit gedeelte van Spreuken op een mogelijke oorzaak. In het huis van de rechtvaardige vindt je een heleboel schatten maar in wat de goddeloze voortbrengt schuilt ellende. Wijs is het daarom oog te hebben voor de ellende die de dwaas ziet. Kinderen zijn bang in het donker. Als je met hen in de nacht door een donker bos loopt dan is elk geluid en elke beweging een bedreiging. Uitleggen wat ze zien en wat ze horen maakt dat heel langzaam de angst verdwijnt. Dat geldt ook voor grote mensen.

Als hun veilige samenleving dreigt te veranderen op een manier die ze niet beheersen en waarvan ze geen idee hebben waar dat heen gaat dan voelen ze zich bedreigt in hun bestaan en schieten ze in de verdediging. Wij zitten met het feit dat hun vertegenwoordigers in het parlement een verzameling laffe angsthazen zijn. Wijzen vertrouwen immers op de redelijkheid van de samenleving en de overwinning van de liefde en het woord van God op alle ellende in de wereld. Uitleggen wat er gebeurd, uitleggen waar het heen kan gaan, uitleggen hoe het ze kan raken moet de angst verminderen, misschien zelfs doen verdwijnen. We zullen mensen tot hun recht moeten laten komen. Jazeker het staat gewoon in de Bijbel: “Voor de arme is elke dag weer een kwelling”. In de nieuwe vertaling. o In de nieuwe vertaling gaat het over de armen die kennelijk niets anders hebben dan blijmoedigheid om het leven draagbaar te maken. Het bovenstaande gedeelte uit het boek Spreuken roept op om het goede te doen en het kwade te laten. Het kwade staat steeds tegenover het goede. Je moet uit dit Bijbelgedeelte ook op kunnen maken dat je het kwade niet met het kwade moet bestrijden maar dat je het kwade moet uitdrijven door het goede.  Daarvoor worden vragen aan je gesteld.

Plaats een reactie