Jesaja 30:12-22
12 Daarom – dit zegt de Heilige van Israël: Omdat jullie die woorden hebben verworpen en vertrouwden op geweld en bedrog, 13 zal dit kwaad in jullie doorwerken als een steeds bredere bres in een hoge muur, die dan opeens, in een oogwenk, instort 14 en breekt als de kruik van een pottenbakker die zo meedogenloos wordt verbrijzeld dat er geen scherf meer over is waarmee vuur uit de haard gehaald of water uit een vat geschept kan worden. 15 Dit zei God, de HEER, de Heilige van Israël: ‘In rust en inkeer ligt jullie redding, in geduld en vertrouwen ligt jullie kracht.’ Maar jullie wilden niet. 16 Jullie zeiden: ‘Nee! Te paard vluchten we weg!’ – Vluchten zúl je! ‘Wij gaan er razendsnel vandoor!’ – Razendsnel word je ingehaald. 17 Duizend zullen er vluchten voor het dreigen van één, voor het dreigen van vijf vluchten jullie allen. Al wat er van jullie rest is als een paal op een bergtop, als een vaandel op een heuvel. 18 En toch wacht de HEER op het ogenblik dat Hij jullie genadig kan zijn; toch zal Hij zich oprichten om zich over jullie te ontfermen. Want de HEER is een God van recht. Gelukkig de mens die op Hem wacht. 19 Volk van Jeruzalem, dat op de Sion woont, je hoeft geen tranen meer te storten. Want Hij zal zich over je ontfermen als je weeklaagt, Hij zal antwoorden zodra Hij je hoort. 20 De Heer zal jullie brood geven in de benauwenis en water in de nood. Hij die jullie onderricht gaf, zal zich niet langer verbergen. Met eigen ogen zul je je leermeester zien, 21 met eigen oren zul je een stem achter je horen zeggen: ‘Dit is de weg die je moet volgen. Hier moet je rechts. Ga daar naar links.’ 22 Dan zullen jullie je met zilver overtrokken beelden en je vergulde godenbeelden als onrein beschouwen. Je zult zeggen: ‘Weg ermee!’ en ze weggooien als een onreine doek. (NBV21)
Als we het hebben over profeten dan hebben we het al snel over onheilsprofeten. Mensen die langs de kant van de weg staan om te vertellen hoe slecht we wel zijn en hoe schandalig we ons gedragen. En als je uitgescholden wordt voor onhandelbaar volk, voor kinderen vol bedrog die niet willen luisteren dan is dat niet zo heel vreemd. Maar volgens dit deel uit het boek van de profeet Jesaja ligt dat ook aan onszelf. Wij horen van die profeten alleen maar de verwijten. Wij horen niet naar het visioen, naar de analyse van de waarheid zoals die oplicht in het licht van de God van Israël. Kijk maar eens naar vers 18. Er zal volgens de profeet een ogenblik komen dat de God van Israël voorbij ziet aan al die slechte dingen van het volk en zich zal ontfermen. Het is een God van recht staat er. Hoezo? Als je fout doet moet je veroordeeld worden! Maar niet bij de God van Israël, recht is voor die God: mensen tot hun recht laten komen. Vandaag lezen we dus een boodschap van hoop uit het boek van de profeet Jesaja. Hoop voor de bevolking van Jeruzalem, een stad die bezet was door vreemde soldaten en waarvan de leiding van Tempel en Koninkrijk was weggevoerd in ballingschap.
Wat voor uitzicht hadden de bewoners van de Tempelberg nog? Waar haalden ze hun eten vandaan nu er geen pelgrims meer optrokken naar de stad om daar met de armen, de familie, de tempeldienaren en de vreemdelingen de maaltijd te houden die de God van Israël hun had bevolen om ze te laten oefenen in de zorg voor de armen en de gastvrijheid voor de vreemdelingen? Ze moeten weeklagen zegt de profeet. Dat is iets anders dan ach en wee roepen en gewoon doorgaan met waar je mee bezig was, maar dan met een droevig gezicht. Er zal een Weg worden gewezen die je zult moeten willen gaan, je zult er naar moeten willen luisteren. Het visioen dat de profeten ook ons voorhouden is dat als je leeft volgens het principe dat je je naaste lief moet hebben als jezelf. Als je een samenleving zo inricht dat de minsten mee kunnen delen. Als je de samenleving zo inricht dat mensen tot hun recht komen, dat de armen beschermd zijn en er voor de weduwe en de wees wordt gezorgd, dat vreemdelingen gastvrij worden opgenomen en waar geen angst meer is voor een ander dat het dan goed zal gaan met het volk.
Een dergelijk volk leeft in vrede. De voorwaarden die de profeten schetsen voor een volk dat in vrede leeft zijn niet heel ingewikkeld. Ze konden in de tijd van de profeet Jesaja worden toegepast en vele eeuwen daarvoor toen het volk door de woestijn trok en ze kunnen in onze dagen worden toegepast. We hoeven zelfs niet te wachten tot onze volksvertegenwoordiging ze in wetten en regels heeft weten vast te leggen. We kunnen een volksvertegenwoordiging kiezen die van die regels uitgaat, maar nog beter is gewoon zelf met de regel dat we onze naaste liefhebben als onszelf te beginnen. Wie gaat er staan naast de slachtoffers van het Toeslagenmisdrijf. Wie zorgt dat gezinnen weer herenigt worden daar waar ze door misdrijven van de overheid uiteen zijn gerukt. We kunnen er elke dag mee beginnen en dat kan elke dag weer opnieuw, zelfs vandaag weer.