Spreuken 12:1-12
1 Wie van onderricht houdt, houdt van kennis, wie berispingen haat, is dom. 2 Een goed mens geniet de gunst van de HEER, wie kwade plannen heeft, wordt door hem veroordeeld. 3 Goddeloosheid brengt een mens ten val, de rechtvaardigen staan onwrikbaar geworteld. 4 Een sterke vrouw is een krans voor haar man, een vrouw die hem te schande maakt, is als beenrot. 5 Rechtvaardigen denken volgens het recht, goddelozen hebben bedrog in de zin. 6 De woorden van de goddelozen zijn een dodelijke hinderlaag, wat oprechten zeggen, is een bevrijding. 7 De goddelozen worden omvergeworpen en verdwijnen, het huis van de rechtvaardigen houdt stand. 8 Men prijst een mens naar de maat van zijn verstand, een warhoofd wordt geminacht. 9 Beter een onaanzienlijk mens met een knecht dan een bluffer die gebrek aan voedsel heeft. 10 Een rechtvaardige zorgt goed voor zijn vee, een goddeloze is alleen maar wreed. 11 Wie zijn grond bewerkt, heeft altijd genoeg te eten, wie lucht najaagt, heeft geen verstand. 12 Een goddeloze jaagt op zijn eigen ondergang, wat rechtvaardigen doen, werpt vruchten af. (NBV)
Vandaag lezen we een gedeelte uit het boek Spreuken waar steeds twee soorten mensen tegenover elkaar worden gesteld. Je hebt goddelozen en je hebt rechtvaardigen. Nu zijn die goddelozen hier niet zozeer de mensen die niet in de God van Israël geloven. Ook de Rechtvaardigen zijn niet zozeer de mensen die wel geloven in de God van Israël en alle regeltjes netjes naleven. Wie goddeloos en wie rechtvaardig is blijkt uit het handelen en de effecten die dat handelen heeft op de zwakken. En je handelen is of goddeloos of rechtvaardig, een tussenweg is er niet. En aangezien niemand zonder fouten is en niemand volmaakt is is ook niemand absoluut rechtvaardig. Het is zelfs goddeloos om jezelf een Rechtvaardige te noemen. Nee je zult moeten blijven streven naar rechtvaardig handelen.
Wat is dat dan dat rechtvaardig handelen? Volgens het boek Spreuken is dat de God van Israël volgen en je volgt de God van Israël door je naaste lief te hebben als jezelf. Ook in het gedeelte dat we vandaag lezen kun je ontdekken dat goddeloos iemand is die alleen zichzelf liefheeft. In dit gedeelte staat één vers dat de indruk zou kunnen wekken dat de rest een soort vermaningen is die alleen voor mannen gelden. Want een sterke vrouw is immers een krans voor haar man, een vrouw die hem te schande maakt is als beenrot. Maar wat is dat een sterke vrouw? Is dat niet een vrouw die door haar handelen en door kritiek te uiten haar man op het pad van de naastenliefde houdt? En is een man met een vrouw die hem te schande maakt een man die vergeten is zijn vrouw te wijzen op haar goddeloos handelen? Beiden zijn dus gelijk in de ogen van de God van Israël.
De spreuken zijn om op je in te laten werken en te doordenken. Er zijn in de geschiedenis mensen geweest die elke ochtend één spreuk lazen die in stilte op zich in lieten werken en daar dan de rest van de dag over nadachten, om zich heen keken waar ze de waarheid van die spreuk weer tegenkwamen. Je komt zo op onverwachte sporen van de God van Israël. Een rechtvaardige kent zelfs de ziel van zijn vee. Het stomme vee kan zelf niet spreken daarom moet je je dus verdiepen in zijn ziel, maar dat geldt dus ook voor mensen die je niet kunt verstaan, de vreemdeling die bij je is. Je niet willen verdiepen in de ziel van hen die jou niets kunnen vragen is dus wreed. Zo diep gaan de Spreuken over rechtvaardig handelen en goddeloos in de wereld staan. Wij mogen elke morgen opnieuw beginnen met een rechtvaardig leven, ook vandaag weer.