Spreuken 10:18-32
18 Wie heimelijk haat is een huichelaar, wie openlijk lastert een dwaas. 19 Een veelprater begaat al snel een misstap, wie zijn tong in toom houdt is verstandig. 20 De uitspraken van een rechtvaardige zijn als zuiver zilver, de gedachten van een goddeloze zijn niets waard. 21 De woorden van een rechtvaardige zijn voedsel voor velen, dwazen sterven door gebrek aan verstand. 22 Alleen de zegen van de HEER maakt rijk, zwoegen voegt daar niets aan toe. 23 Zoals een dwaas vermaak schept in zijn slechte daden, zo geniet een wijze van zijn inzicht. 24 Wat een goddeloze vreest, overkomt hem, een rechtvaardige ontvangt wat hij verlangt. 25 Als de storm is uitgewoed, zijn de goddelozen weggevaagd, wie rechtvaardig zijn, staan voor altijd overeind. 26 Als azijn voor de tanden, als rook voor de ogen, zo is een luiaard voor zijn meester. 27 Wie ontzag heeft voor de HEER leeft vele jaren langer, het leven van een goddeloze wordt bekort. 28 Een rechtvaardige heeft vreugde te verwachten, een goddeloze hoeft op niets te hopen. 29 Voor wie onberispelijk zijn weg gaat, is de HEER een vesting, wie onrecht doet, vernietigt hij. 30 Wie rechtvaardig is, zal nooit wankelen, de goddelozen worden van de aarde weggevaagd. 31 Een rechtvaardige spreekt wijze woorden, de tong van leugenaars wordt uitgerukt. 32 Wie rechtvaardig is, kiest het juiste woord, een goddeloze neemt slechts leugens in de mond. (NBV)
Het is altijd weer een plezier te merken hoe concreet en helder het boek Spreuken de zaken onder woorden weet te brengen. Een groot aantal spreekwoorden uit het Spreukenboek zijn daarom in het normale spraakgebruik terechtgekomen. Die vinden we zo normaal dat we zelfs niet meer merken dat ze uit het boek Spreuken en dus uit de Bijbel afkomstig zijn. Als azijn voor de tanden, als rook voor de ogen is de luiaard voor zijn meester. Het irriteert aan alle kanten en als je het een paar keer herhaalt voel je het prikken aan je ogen en branden aan je tanden. Was al onze communicatie altijd maar zo helder en wisten we altijd de ander die ons ergert zo duidelijk te maken wat het gedrag is dat ons irriteert. Maar helaas, meestal staan we met de mond vol zere tanden zonder dat ons woorden te binnen schieten die de ander niet aanvallen en pijnigen maar alleen maar zeggen wat ons zelf dwars zit.
In het stukje dat we vandaag lezen gaat het met name over het belang van de rechtvaardige. Dat is iemand die de richtlijnen van de God van Israël volgt. En die richtlijnen laten zich samenvatten als “heb God lief boven alles” en doe dat door je naaste lief te hebben als je zelf. In de Bijbel treed de rechtvaardige op als het gaat om de zorg voor de armen, om de weduwe en de wees. Van Koningen wordt daarom met name gevraagd rechtvaardig te zijn. Rechtvaardig is in de Bijbel niet gewoon recht spreken maar vooral mensen tot hun recht laten komen en dat is voor de armsten nu eenmaal het moeilijkst, ze hebben immers niets om te laten zien. Zoals in het boek Spreuken vaker gebruikelijk is wordt de Rechtvaardige hier afgezet tegen de dwaas. Die dwaas is lui, dom, kijkt niet naar de toekomst, houdt geen rekening met anderen dan met zichzelf, liegt en bedriegt is met andere woorden goddeloos. Goddeloos in de betekenis dat de God van Israël geen invloed heeft op zijn handelen.
De rechtvaardige daarentegen spreekt wijze woorden, wankelt niet, kiest altijd het juiste woord om maar een paar goede eigenschappen te noemen die nog mooier lijken doordat de Spreukendichter ze af laat steken tegen het donkere van de dwaas. De rechtvaardige is in het geloof van Israël een heel belangrijke figuur. Zo wordt er wel gezegd dat zolang er nog één rechtvaardige op aarde is de aarde niet zal vergaan. De rechtvaardige zal altijd opkomen voor hen die onschuldig bedreigd worden. In de huidige staat Israël is zelfs een onderscheiding in het leven geroepen voor de rechtvaardigen onder de volken, niet Joden, die in de Tweede Wereldoorlog hun leven in de waagschaal stelden door Joden te helpen, bij onderduik, bescherming en bevrijding. Wij kunnen de voorbeelden van de rechtvaardigen volgen door ook in onze dagen de onschuldig bedreigden in bescherming te nemen, de mensen die zonder een misdrijf te begaan in de gevangenis komen, alleen vanwege hun herkomst. Willen we dat dan moeten we tegen onze eigen staat opstaan, gelukkig kunnen we ons bij velen aansluiten en mogen we er elke dag opnieuw mee beginnen, ook vandaag. (NBV)