Johannes 5:31-40
31 Als ik nu over mezelf zou getuigen, dan was mijn verklaring niet betrouwbaar, 32 maar iemand anders getuigt over mij, en ik weet dat zijn verklaring over mij betrouwbaar is.33 U hebt boden naar Johannes gestuurd en hij heeft een betrouwbaar getuigenis afgelegd. 34 Niet dat ik het getuigenis van een mens nodig heb, maar ik zeg dit om u te redden.
35 Johannes was een lamp die helder brandde, en u hebt zich een tijd in zijn licht verheugd. 36 Maar ik heb een belangrijker getuigenis dan Johannes: het werk dat de Vader mij gegeven heeft om te volbrengen. Wat ik doe getuigt ervan dat de Vader mij heeft gezonden. 37 De Vader die mij gezonden heeft, heeft dus zelf een getuigenis over mij afgelegd. Maar u hebt zijn stem nooit gehoord en zijn gestalte nooit gezien, 38 en u hebt zijn woord niet blijvend in u opgenomen, want aan degene die hij gezonden heeft, schenkt u geen geloof. 39 U bestudeert de Schriften en u denkt daardoor eeuwig leven te hebben. Welnu, de Schriften getuigen over mij,40 maar bij mij wilt u niet komen om leven te ontvangen. (NBV)
Een ingewikkeld stukje vandaag. Mooie theologische taal die de Nieuwe Bijbelvertaling niet heeft weg vertaald en zeker niet dichterbij gewone mensen heeft gebracht. Toch zijn de vragen die hier aan de orde zijn niet onbelangrijk. Als Jezus over zichzelf zou getuigen zou dat volgens de Hebreeuwse wet niet voldoende zijn. Of iets waar is, of gebeurd is moet door twee getuigen worden verklaard. Zeker in deze tijd waarin steeds meer mensen wel willen geloven dat er iets is en dat die Jezus toch wel een aardige vent is. Maar in de God van Israël geloven en in al die verhalen in de Bijbel geloven dat is er niet meer bij. Nu ligt dat niet aan die God of aan die Bijbel maar meer aan al die mensen die zeggen er wel in te geloven. Zij laten een God van Israël zien waar je van rilt en gruwt.
Geen liefhebbende God die zich bemoeit met de steun aan mensen die steun en zorg nodig hebben maar een oordelende God die voortdurend de mensen toeschreeuwt wat ze wel niet allemaal verkeerd doen. Die zogenaamde gelovigen lezen dat allemaal in hun eigen Bijbelvertaling, de eigenlijke Bijbel kunnen ze niet lezen omdat die in Hebreeuws, Aramees en Grieks is geschreven. Nu is dat vervormen van de eigenlijke boodschap tot een eigen boodschap niet nieuw. Dat gebeurde ook al in de dagen dat Johannes zijn Evangelie schreef en daarom heeft Johannes een hoofdstuk opgenomen over de vraag wat je nu eigenlijk gelooft als je in Jezus van Nazareth gelooft. Jezus heeft dus zelf niet beweerd dat hij de Messias, de bevrijder van Israël was. Hij heeft van zichzelf ook niet gezegd dat hij de Zoon van God was die in de Hebreeuwse Bijbel aan de mensen beloofd was.
Als hij dat van zichzelf beweerd had dan hadden we gelijk geweten dat het niet waar kon zijn. Dat geloof in Jezus van Nazareth als de mens die de wil van God heeft doorleefd komt niet van hem vandaan maar ergens anders. In zijn dagen was er Johannes de Doper die de mensen opgeroepen had anders te gaan leven, te gaan leven volgens de wil van God, als je twee mantels hebt geef er dan een aan iemand die er geen heeft. Dat van die mantels is een uitspraak van die Johannes. Volgens Johannes de Doper was Jezus de mens die bij uitstek zo leefde. En die doper had Jezus al aangewezen als de bevrijder van Israël. Toen Johannes werd vastgezet nam Jezus zijn werk over, en na zijn tijd gaf hij zijn leerlingen de opdracht dat werk voort te zetten, een opdracht die voor ons allen geldt.