Om Aäron en zijn zonen te heiligen

Exodus 29:1-14

1 Doe het volgende om Aäron en zijn zonen te heiligen, zodat ze mij als priester kunnen dienen: Neem een stier en twee rammen zonder enig gebrek. 2 Neem verder brood, dikke broden, met olijfolie bereid, en dunne broden, met olijfolie bestreken-alles ongedesemd en gebakken van tarwebloem. 3 Leg dit in een mand en breng die naar het heiligdom, evenals de stier en de beide rammen. 4 Laat Aäron en zijn zonen naar de ingang van de ontmoetingstent komen en reinig hen met water. 5 Trek Aäron daarna de priesterkleding aan: de tuniek, het bovenkleed dat bij de priesterschort hoort, de priesterschort en de borsttas; bind de schort vast met de bijbehorende band. 6 Doe hem de tulband om en bevestig daarop de heilige diadeem. 7 Zalf Aäron door de zalfolie over zijn hoofd uit te gieten. 8 Laat daarna zijn zonen komen, trek hun de tunieken aan 9 en bind hun de hoofddoeken om. Doe zowel Aäron als zijn zonen een gordel om. Door hen op deze manier te wijden, verleen je Aäron en zijn zonen voor altijd het recht om het priesterschap uit te oefenen. 10 Laat de stier naar de ontmoetingstent brengen en laat Aäron en zijn zonen hun hand op de kop van de stier leggen. 11 Slacht het dier ten overstaan van de HEER bij de ingang van de ontmoetingstent. 12 Strijk met je vinger wat bloed aan de horens van het altaar en giet de rest van het bloed uit aan de voet van het altaar. 13 Neem al het vet rond de ingewanden, de kleinste lob van de lever, de beide nieren en het niervet, en verbrand dit op het altaar. 14 Maar het vlees van de stier moet je buiten het kamp verbranden, evenals de huid en de inhoud van de ingewanden. Het is een reinigingsoffer. (NBV)

Als dan de mensen aangewezen zijn die Priester mogen worden, als de Tabernakel is ingericht, als de priesterkleding klaar is dan wordt het tijd om de Priesters apart te zetten en ze te wijden tot Priester. Er zijn immers in elke samenleving mensen die apart gezet worden en als persoon belast worden met uitzonderlijke taken. Zo wordt onze koning ingehuldigd en krijgt iedere burgemeester plechtig de voorzittershamer van de gemeenteraad en wordt die burgemeester de burgemeestersketting omgehangen. Zo moest het dus ook gaan met de Priesters.

De Priesterwijding begint met de voorbereiding van het delen van eten. Delen met God want alles was van God gegeven niet om het zelf te houden maar om het te delen. Een stier, twee gebrekloze rammen, dikke broden, dunne broden, met olijfolie bereid maar ongegist en uiteraard van tarwebloem. Dan begint de persoonswijding. De kandidaat priesters worden naar de ingang van de Ontmoetingstent gebracht. Maar zomaar kom je die tent niet in. Ze moeten eerst gewassen worden. Denk nu niet aan handen en voeten wassen, ze worden helemaal gewassen. Dan krijgen ze de voorgeschreven kleding aan, als ze die hebben zijn ze Priesters.

En de Priesters brengen de offers. Ze zijn schoon, gereinigd en kunnen dus de stier offeren, tenminste het leven van de stier, het bloed waarin het leven zetelt wordt rond het altaar uitgeschonken. Het vet, een deel van de lever, de nieren met hun vet worden op het altaar verbrand. Het vlees, de huid en de ingewanden zijn verder niet belangrijk en worden buiten het kamp verbrand. Als volk van Koningen en Priesters kennen wij ook een dergelijke reiniging. Wij noemen dat de doop. Johannes de Doper had ooit van iedereen uit het volk een priester gemaakt en wij doen dat ook allemaal, kinderen en volwassenen. Delen van eten doen we ook. Als herinnering aan Jezus van Nazareth delen we brood en wijn zoals het brood en het wijn gedeeld werd ter herinnering aan de bevrijding van Egypte. Wij staan dus in de traditie van Aäron en zijn zonen, ook vandaag.

Plaats een reactie