Anders zal hij sterven.

Exodus 28:31-43

31 Het bovenkleed dat bij de priesterschort hoort, moet in zijn geheel van blauwpurperen wol gemaakt worden. 32 De halsopening komt in het midden en wordt afgezet met een rand die net zo geweven is als die van een wapenrok, om inscheuren te voorkomen. 33 Op de hele zoom moet je granaatappels van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol aanbrengen met gouden belletjes ertussen, 34 steeds om en om een gouden belletje en een granaatappel. 35 Aäron moet dit bovenkleed dragen wanneer hij dienst doet. Wanneer hij het heiligdom binnengaat om voor de HEER te verschijnen en wanneer hij weer naar buiten komt, moet het geluid van de belletjes te horen zijn, anders zal hij sterven. 36 Maak een rozet van zuiver goud en graveer daarin, als in een zegel, de woorden “Aan de HEER gewijd.” 37 Bevestig deze voor op de tulband met een koord van blauwpurperen wol. 38 Door de rozet voortdurend op zijn voorhoofd te dragen, neemt Aäron de schuld van de Israëlieten op zich wanneer zij tekortschieten bij het brengen van hun heilige gaven; dan worden deze door de HEER aanvaard. 39 Weef een tuniek en een tulband van fijn linnen garen, en maak een vakkundig geborduurde gordel. 40 Ook voor Aärons zonen moet je tunieken en gordels maken en hoofddoeken die hun waardigheid en aanzien verlenen. 41 Laat je broer Aäron en zijn zonen deze kleding aantrekken en zalf hen; zo wijd je hen en heilig je hen om mij als priester te dienen. 42 Je moet ook linnen broeken voor hen maken die hun geslachtsdelen bedekken; ze moeten van de heupen tot op de dijen reiken. 43 Aäron en zijn zonen moeten ze dragen als ze de ontmoetingstent binnengaan of in het heiligdom dienst gaan doen bij het altaar. Anders laden ze schuld op zich en zullen ze sterven. Dit voorschrift blijft voor hem en zijn nakomelingen voor altijd van kracht. (NBV)

Elk kledingstuk dat de Priesters dragen wordt nauwkeurig beschreven. Elk kledingstuk moet ook het aanzien van de Godkoning van Israël tot uitdrukking brengen. Voor slordigheid en gemak is geen plaats. Zelfs de maat van de onderbroeken staat genoteerd. Het begint met het opperkleed. Een opperkleed is eigenlijk de dracht van Koningen, op diverse plaatsen in de Bijbel wordt daarnaar verwezen. Het opperkleed is niet veelkleurig, maar bestaat uit blauwpurper, ook een zeer kostbare stof. De zomen van het opperkleed worden versierd met granaatappeltjes en gouden belletjes. Je hoort daardoor de Priester aankomen, maar men geloofde ook dat die belletjes de boze geesten op een afstand hielden, anders zouden ze de Priester nog eens kunnen doden.

Het hoofd van de Priester is gedekt door een tulband. Aan die tulbant is een rozet vastgemaakt. Een Egyptische Priester had dit ook en droeg als rozet een bloem die het symbool voor het leven was. Voor de Priester van de God van Israël geldt dat die de Naam van zijn God groot zou moeten maken. Dat begint met de versiering van de Tulband. Daar moet op de bloem de tekst “YHWH heilig” worden gegraveerd. Omdat we de naam van God niet uitspreken vertaald de Nieuwe Bijbelvertaling hier met “Aan de Heer gewijd”. In het volksgeloof heeft een dergelijke versiering ook een cultische betekenis, het lijkt op een amulet die de Priester beschermd tegen gevaren die met zijn handelen als Priester verbonden zijn.

Tot slot wordt het ondergoed behandeld. Een hemd, onderkleed genoemd. De Tulband is kennelijk een gewoon kledingstuk waarover je behalve over de kleur geen extra bepalingen hoeft te geven. De Profeet Ezechiël beschouwde een dergelijke tulband overigens tot de dracht van Koningen. De geweven gordel die wordt voorgeschreven is volgens de profeet Jesaja het teken voor een hoge ambtenaar. Alleen de Hogepriester draagt overigens een Tulband, de andere Priesters dragen hoge witte mutsen, hoofddoeken die hen aanzien en waardigheid verlenen. Het geheel vloeit over van deftigheid. Het is van een volk van slaven. Die slaven zien nu met eigen ogen dat rond het Heiligdom van hun God de gelijkheid met hun vroegere slavenmeesters wordt uitgedrukt. Hun God is echter nog machtiger, die bevrijdt een heel volk van slavernij. Door op die God te vertrouwen en de nadruk die door die God op bevrijding wordt gelegd zouden ook wij misschien meer kunnen bereiken voor mensen die nog worden onderdrukt.

Plaats een reactie