Romeinen 11:25-36
25 Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat. Slechts een deel van Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot het moment dat alle heidenen zijn toegetreden. 26 Dan zal heel Israël worden gered, zoals ook geschreven staat: ‘De redder zal uit Sion komen, en wentelt dan de schuld af van Jakobs nageslacht. 27 Dit is mijn verbond met hen, wanneer ik hun zonden wegneem.’ 28 Ze zijn Gods vijanden geworden opdat het evangelie aan u kon worden verkondigd, maar God blijft hen liefhebben omdat hij de aartsvaders heeft uitgekozen. 29 De genade die God schenkt neemt hij nooit terug, wanneer hij iemand roept maakt hij dat niet ongedaan. 30 Zoals u God eens ongehoorzaam was, maar door hun ongehoorzaamheid Gods barmhartigheid hebt ondervonden, 31 zo zijn zij nu ongehoorzaam om door de barmhartigheid die u ondervonden hebt, ook zelf barmhartigheid te ondervinden. 32 Want God heeft ieder mens uitgeleverd aan de ongehoorzaamheid, opdat hij voor ieder mens barmhartig kan zijn. 33 Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. 34 ‘Wie kent de gedachten van de Heer, wie was ooit zijn raadsman? 35 Wie heeft hem iets gegeven dat door hem moest worden terugbetaald?’ 36 Alles is uit hem ontstaan, alles is door hem geschapen, alles heeft in hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen. (NBV)
En dan te bedenken dat er in de geschiedenis van het Christendom mensen waren die het Oude Testament maar wilden afschaffen omdat het volk Israel afgedaan zou hebben. Niets is minder waar. Paulus schrijft hier dat er zich binnen zijn volk een scheiding heeft voltrokken zodat aan alle Heidenen het Evangelie verkondigd zal worden. En als alle Heidenen, wij dus, zullen geloven en het heb Uw naaste lief als Uzelf in de praktijk zullen brengen dan zal ook het volk waar Paulus uit voortkomt zich bekeerd blijken te hebben. Wat belangrijker is, is hier nog eens te lezen dat wat God begonnen is hij ook zal afmaken. Zorgen om al die jonge mensen die de kerk verlaten hoeven we dus niet te hebben. We moeten ons zorgen maken over de taal die we in de kerken spreken, over de vormen die we hanteren. Soms klinkt de muziek wel erg hedendaags en op jongeren afgestemd maar de taal waarin gesproken wordt is de taal van negentiende-eeuwse opwekkingsbewegingen en zeker niet de eenentwintigste-eeuwse taal van de liefde.
Geen wonder dat ondanks de mooie muziek en ondanks de goede sfeer mensen na verloop van tijd ook daar afhaken. Ondertussen zijn de gemeenschappen van gelovigen wel uit de samenleving, uit het publieke domein, verdwenen. Slechts af en toe en dan nog mondjesmaat vind je christenen terug. Gelukkig meestal bij de armsten en de zwaksten in de samenleving. Bij de voedselbanken en wereldwinkels, in de asielzoekerscentra, in het geven van vrijwillige taallessen aan vreemdelingen, bij telefonische hulpdiensten, in bezoekgroepen voor gevangenen, in ziekenhuizen en verpleegtehuizen sjouwend met de patiënten en bewoners. Binnen in de kerken hoor je daar vaak weinig over, zelf komen die christenen al helemaal niet aan het woord en dat is jammer. Zij hebben verhalen over hoe God werkt in deze tijd. Zij hebben verhalen over hoe het licht van God schijnt in de ogen van mensen die zij de hand hebben mogen toesteken. Die verhalen houden het verhaal over de God van Abraham, Izaäk en Jacob levend.
Wie zoekt naar het verhaal over het bestaan van God moet daar zijn oor te luisteren leggen. Dat bestaan gaat alle verstand te boven, dat bestaan beantwoord aan geen van de criteria die daar in wetenschap en filosofie voor ontwikkeld zijn, dat bestaan is alleen te vinden in de onbaatzuchtige liefde die mensen ondanks zichzelf hebben voor hun naaste. Die mensen die daarin geloven en daaraan vasthouden zijn van dag tot dag dankbaar dat ze dat mogen doen en ervaren, iets anders krijgen ze er voor terug. Ze weten dat ze de Liefde van God er niet mee verdienen. Soms zijn de mensen die ze helpen zelfs kwaad op ze, soms wordt er misbruik van hun goedheid gemaakt. Maar ze hebben de verhalen over hun God, ze hebben die nodig om het vol te houden, om door te zetten. Die verhalen zijn begonnen in de Bijbel en aan die verhalen mogen we ze leren herkennen, en ze worden verteld tot op de dag van vandaag. Een kwestie van luisteren, ook vandaag weer.