Leg tuinen aan

Jeremia 29:1-14 1 Hier volgt de brief die de profeet Jeremia vanuit Jeruzalem heeft gestuurd aan de overgebleven oudsten onder de ballingen, aan de priesters, de profeten en alle anderen die Nebukadnessar vanuit Jeruzalem naar Babel had gevoerd. 2 Hij schreef deze brief toen koning Jechonja, de koningin-moeder, de hovelingen, de leiders van Jeruzalem en … Lees meer

Vraag om vrede

Psalm 122 1 Een pelgrimslied van David. Verheugd was ik toen men mij zei: ‘Wij gaan naar het huis van de HEER.’ 2 En nu staan onze voeten binnen je poorten, Jeruzalem. 3 Jeruzalem, als een stad gebouwd, hecht en dicht opeen. 4 Daar trekken de stammen naartoe, de stammen van de HEER, om Israëls … Lees meer

Net redeloze dieren

2 Petrus 2:10b-22 10b Overmoedig en arrogant als ze zijn, schrikken ze er niet voor terug hemelse machten te lasteren, 11 terwijl zelfs engelen, in kracht en macht toch hun meerderen, het niet aandurven om die machten ten overstaan van de Heer te beschimpen en te veroordelen. 12 Maar deze mensen, die net redeloze dieren … Lees meer

Ook onder u dwaalleraren

2 Petrus 2:1-10a 1 Toch zijn er destijds onder het volk ook valse profeten opgetreden, en zo zullen er ook onder u dwaalleraren verschijnen. Ze zullen verderfelijke ketterijen binnensmokkelen en zelfs de meester die hen heeft vrijgekocht verloochenen. Daarmee bewerken ze spoedig hun eigen ondergang. 2 Velen zullen hun losbandig gedrag overnemen en zo de … Lees meer

Zij zullen vergaan

Psalm 102:16-29 16 Alle volken zullen de naam van de HEER vrezen, alle koningen van de aarde zijn majesteit eren 17 als de HEER Sion heeft opgebouwd en in majesteit is verschenen, 18 als Hij zich neigt tot het gebed van de ontheemden en zich van hun bidden niet afkeert. 19 Laat dit voor het … Lees meer

Nu ik in nood verkeer.

Psalm 102:1-15 1 Gebed van een ongelukkige die dreigt te bezwijken en zijn klacht uitstort voor de HEER. 2 HEER, hoor mijn gebed, laat mijn hulpkreet U bereiken. 3 Verberg uw gelaat niet voor mij, nu ik in nood verkeer. Wil naar mij luisteren, antwoord mij haastig nu ik roep. 4 Mijn dagen vervliegen als … Lees meer

Groot onheil

Jeremia 26:10-19 10 Toen de leiders van Juda hoorden wat er gebeurde, kwamen ze van het koninklijk paleis naar de tempel en namen ze plaats in het nieuwe poortgebouw. 11 De priesters en de profeten namen het woord. Ze zeiden tegen de leiders en alle andere aanwezigen: ‘Deze man verdient de dood. U hebt zelf … Lees meer

Misschien zullen ze luisteren

Jeremia 26:1-9 1 In het begin van de regering van koning Jojakim van Juda, de zoon van Josia, richtte de HEER de volgende woorden tot Jeremia: 2 ‘Dit zegt de HEER: Ga in de voorhof van mijn tempel staan en spreek tot allen die uit de steden van Juda zijn gekomen om zich in de … Lees meer

Levenskracht voor de mens.

Psalm 19 1 Voor de koorleider. Een psalm van David. 2 De hemel verhaalt van Gods majesteit, het uitspansel roemt het werk van zijn handen, 3 de dag zegt het voort aan de dag die komt, de nacht vertelt het door aan de volgende nacht. 4 Toch wordt er niets gezegd, geen woord gehoord, het … Lees meer

Zo onrein als Tofet

Jeremia 19:10-15 10 Sla in aanwezigheid van de mannen die je vergezellen de kruik stuk 11 en zeg tegen hen: Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik zal dit volk en deze stad stukslaan zoals iemand een kruik aan stukken slaat-onherstelbaar. Omdat er nergens anders plaats meer is, zullen ze hun doden zelfs … Lees meer

Onschuldig bloed

Jeremia 19:1-9 1-2 Dit zei de HEER: ‘Koop een aarden kruik en ga met enkele oudsten van het volk en van de priesters de stad uit. Ga naar het Hinnomdal bij de Schervenpoort en verkondig daar wat Ik je zeg: 2 3 Luister naar de woorden van de HEER, koningen van Juda en inwoners van … Lees meer

Ik ken mijn wandaden

Psalm 51 1 Voor de koorleider. Een psalm van David, 2 toen de profeet Natan hem had bezocht, nadat hij met Batseba geslapen had. 3 Wees mij genadig, God, in uw trouw, U bent vol erbarmen, wis mijn wandaden uit, 4 was mij schoon van alle schuld, reinig mij van mijn zonden. 5 Ik ken … Lees meer