Het was een Samaritaan.

Lucas 17:11-19 11 Op weg naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. 12  Toen hij daar een dorp wilde binnengaan, kwamen hem tien mensen tegemoet die aan huidvraat leden; ze bleven op een afstand staan. 13  Ze verhieven hun stem en riepen: ‘Jezus, meester, heb medelijden met ons!’ 14  Toen hij … Lees meer

De enige Heer

Marcus 12:28-37 28 Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze discussieerden, en gemerkt had dat Hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?’ 29 Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; 30 heb de … Lees meer

Wees heilig

Leviticus 19:1-18 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de gemeenschap van Israël: “Wees heilig, want Ik, de HEER, jullie God, ben heilig. 3 Toon ontzag voor je moeder en je vader, en neem steeds mijn sabbat in acht. Ik ben de HEER, jullie God. 4 Laat je niet in met afgoden en … Lees meer

Hoe goed is het

Psalm 133 1 Een pelgrimslied van David. Hoe goed is het, hoe heerlijk als broeders bijeen te wonen! 2 Goed als olie op het hoofd die neervalt op de baard, de baard van Aäron, en neervalt op de hals van zijn gewaad, 3 als de dauw van de Hermon die neervalt op de bergen van … Lees meer

Draag altijd vrolijke kleren

Prediker 9:1-12 1 Ik vestigde mijn aandacht op het volgende en heb het onderzocht: Wat de wijzen en rechtvaardigen tot stand brengen, is in de hand van God. Ook hun liefde, ook hun haat. Geen mens kan in de toekomst zien. 2 Hij weet alleen dat ieder mens hetzelfde lot wacht. Ben je een rechtvaardige … Lees meer

Alles wat God doet

Prediker 8:1-17 1 Wie heeft wijsheid? Wie kent de verklaring van de dingen? De wijsheid straalt een mens van het gezicht en verandert strenge ogen in een milde blik. 2 Ik geef je deze raad: Volg de bevelen van de koning op, zoals je hebt gezworen tegenover God. 3 Onttrek je niet aan zijn gezag, … Lees meer

Een rechtvaardig mens

Prediker 7:15-29 15 Dit heb ik in mijn leeg bestaan gezien: een rechtvaardig mens gaat aan zijn rechtvaardigheid ten onder, een onrechtvaardig mens leeft lang ondanks zijn slechte daden. 16 Wees daarom niet al te rechtvaardig en meet jezelf geen overdreven wijsheid aan. Waarom zou je jezelf te gronde richten? 17 Maar gedraag je ook … Lees meer

De lofzang van de dwazen

Prediker 7:1-14 1 Beter een goede naam dan een kostbare geur, de dag waarop je sterft is beter dan de dag waarop je wordt geboren. 2 Het is beter dat je naar een huis vol rouw gaat dan naar een huis vol feestrumoer, want in een huis vol rouw eindigt iedereen. Dat neme ieder mens … Lees meer

Een afbeelding

Marcus 12:13-27 13 Ze stuurden enkele farizeeën en herodianen naar Hem toe om Hem een ongeoorloofde uitspraak te ontlokken. 14 Toen ze bij Hem gekomen waren, zeiden ze tegen Hem: ‘Meester, we weten dat U oprecht bent en dat U zich niets aantrekt van het oordeel van anderen. U ziet niemand naar de ogen, maar … Lees meer

Doe wat goed is

Psalm 34 1 Van David, toen hij zich aan het hof van Abimelech als een krankzinnige voordeed en pas wegging toen deze hem verjoeg. 2 De HEER wil ik prijzen, elk uur van de dag, mijn mond is altijd vol van zijn lof. 3 Laat mijn leven een loflied zijn voor de HEER, de nederigen … Lees meer

Naar de nederige

Psalm 138 1 Van David. Ik wil U loven met heel mijn hart, voor U zingen onder het oog van de goden, 2 mij buigen naar uw heilige tempel, uw naam loven om uw liefde en trouw: grote dingen hebt U beloofd, tot eer van uw naam. 3 Toen ik U aanriep, hebt U geantwoord, … Lees meer

Niet in tel

Psalm 119:137-144 137 U bent rechtvaardig, HEER, elk van uw voorschriften is juist. 138 De richtlijnen door U uitgevaardigd zijn eerlijk en volkomen betrouwbaar. 139 Mijn hartstocht voor U verteert mij, mijn belagers zijn uw woorden vergeten. 140 Uw woord is volkomen zuiver, uw dienaar heeft het lief. 141 Al ben ik maar klein en … Lees meer

De hoeksteen

Marcus 12:1-12 1 Hij begon tegen hen te spreken in gelijkenissen: ‘Een man legde een wijngaard aan en omheinde die. Hij groef een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Hij verpachtte de wijngaard aan wijnbouwers en ging op reis. 2 Toen de oogsttijd was gekomen, stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers om … Lees meer