De wonden van de stad

Jeremia 33:1-13 1 De HEER richtte zich voor de tweede maal tot Jeremia, die nog steeds in het kwartier van de paleiswacht gevangenzat: 2 ‘Dit zegt de HEER, die alles beschikt heeft en volbrengt wat Hij zich voorgenomen heeft, wiens naam is HEER: 3 Roep Mij aan, en Ik zal je antwoorden, Ik zal je … Lees meer

Wie zo doet

Psalm 55:17-24 17 En ik? Ik roep tot God, de HEER zal mij redden. 18 In de avond, in de morgen, in de middag klaag ik en zucht ik, en Hij hoort mijn stem. 19 Hij zal mij verlossen en in veiligheid brengen, mijn vijanden zal Hij afweren, al zijn ze met velen tegen mij. … Lees meer

Geweld en strijd

Psalm 55:1-16 1 Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een kunstig lied van David. 2 Luister, God, naar mijn gebed, verberg u niet als ik om hulp smeek, 3 sla acht op mij en geef mij antwoord. Klagend loop ik rond, radeloos 4 door het schreeuwen van de vijand en het tieren van de goddelozen, want … Lees meer

Jij moet Mij volgen.

Johannes 21:15-25 15 Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus aan: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je Mij lief, meer dan de anderen hier?’ Petrus antwoordde: ‘Ja, Heer, U weet dat ik van U houd.’ Hij zei: ‘Weid mijn lammeren.’ 16 Nog eens vroeg Hij: ‘Simon, zoon van Johannes, heb je Me lief?’ Hij … Lees meer

Wij gaan met je mee.

Johannes 21:1-14 1 Hierna verscheen Jezus weer aan de leerlingen, nu bij het Meer van Tiberias. Dat gebeurde als volgt. 2 Bij het meer waren Simon Petrus en Tomas (dat is Didymus, ‘tweeling’), Natanaël uit Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs en nog twee andere leerlingen. 3 Simon Petrus zei: ‘Ik ga vissen.’ ‘Wij … Lees meer

Met hart en ziel

Jeremia 32:26-44 26 Hierop richtte de HEER zich tot Jeremia: 27 ‘Ik ben de HEER, de God van al wat leeft. Is er ook maar iets dat voor Mij onmogelijk is? 28 Dit zegt de HEER: Ik geef deze stad in handen van de Chaldeeën, koning Nebukadnessar van Babylonië zal haar innemen. 29 De Chaldeeën, … Lees meer

Wat U hebt aangekondigd

Jeremia 32:16-25 16 Nadat ik het koopcontract aan Baruch, de zoon van Neria, gegeven had, bad ik tot de HEER: 17 “Ach HEER, mijn God, U hebt met uw grote kracht, met uw machtige arm, de hemel en de aarde gemaakt. Voor U is niets onmogelijk. 18 U bewijst uw liefde aan duizenden, U laat … Lees meer

Eens zullen in dit land

Jeremia 32:1-15 1 In het tiende regeringsjaar van koning Sedekia van Juda (het achttiende regeringsjaar van Nebukadnessar, de koning van Babylonië) richtte de HEER zich tot Jeremia. 2 De troepen van Nebukadnessar belegerden Jeruzalem en de profeet Jeremia zat gevangen in het kwartier van de wacht, dat tot het paleis van de koning van Juda … Lees meer

Nooit meer

Jeremia 31:31-40 31 De dag zal komen – spreekt de HEER – dat Ik met het volk van Israël en het volk van Juda een nieuw verbond sluit, 32 een ander verbond dan Ik met hun voorouders sloot toen Ik hen bij de hand nam om hen uit Egypte weg te leiden. Zij hebben dat … Lees meer

Woonplaats van gerechtigheid

Jeremia 31:23-30 23 Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Ik zal hun lot ten goede keren, en dan zal in de steden van Juda, in het hele land, opnieuw te horen zijn: “Moge de HEER je zegenen, Jeruzalem, woonplaats van gerechtigheid, heilige berg!” 24 Stedelingen, boeren en herders zullen … Lees meer

Ik schaam mij diep

Jeremia 31:15-22 15 Dit zegt de HEER: Hoor, in Rama klinkt een klacht, bitter geween. Rachel beweent haar zonen, zij wil niet worden getroost. Haar kinderen zijn er niet meer. 16 Maar dit zegt de HEER: Huil niet langer, droog je tranen. Je zorg voor hen wordt nu beloond – spreekt de HEER. Ze keren … Lees meer

De tamboerijnen laten klinken.

Jeremia 31:2-14 2 Dit zegt de HEER: Het volk dat aan vernietiging ontkomen was ervoer in de woestijn mijn goedheid; Ik ging Israël voor en gaf het rust. 3 – Van ver is de HEER naar mij toegekomen. – Ik heb je altijd liefgehad, mijn liefde zal je altijd vergezellen. 4 Ik breng je weer … Lees meer