Ik zal uw naam bezingen

Psalm 45: 9-18 9 Uw gewaden geuren naar mirre, aloë en kaneel, muziek die u verblijdt, klinkt uit ivoren paleizen, 10 juwelen sieren de dochters van koningen, rechts van u staat de koningin, getooid met goud uit Ofir. 11 Luister, dochter, zie en hoor, vergeet uw volk en het huis van uw vader. 12 Begeert … Lees meer

Gord uw zwaard aan de heup

Psalm 45:1-8 1 Voor de koorleider. Op de wijs van De lelies. Van de Korachieten, een kunstig lied. Een liefdeslied. 2 In mijn hart wellen de juiste woorden op, mijn gedicht spreek ik uit voor de koning, mijn tong is de stift van een vaardige schrijver. 3 U bent de mooiste van alle mensen en … Lees meer

Dwarsstangen van zilver

Exodus 27:9-21 9 De ruimte rond de tabernakel moet worden afgeschermd. Aan de zuidkant moeten over een lengte van honderd el doeken van getwijnd linnen komen, 10 en twintig bijbehorende palen op twintig bronzen voetstukken, met krammen en dwarsstangen van zilver. 11 Evenzo aan de noordkant: doeken over een lengte van honderd el en twintig … Lees meer

Maak een altaar

Exodus 27:1-8 1 Maak een altaar van acaciahout. Het moet vierkant zijn, vijf el lang en vijf el breed, en drie el hoog. 2 Op de vier hoeken moet het horens hebben, die er één geheel mee vormen. Bekleed het met brons. 3 Alle bijbehorende voorwerpen moet je van koper maken: de potten voor het … Lees meer

Het voorbeeld

Exodus 26:15-37 15 Voor de wanden van de tabernakel moet je planken van acaciahout maken. Ze moeten rechtop komen te staan 16 en tien el lang zijn en anderhalve el breed. 17 Voorzie elke plank van twee pinnen, en wel zo dat de pinnen van alle planken van de tabernakel een rechte lijn vormen. 18 … Lees meer

Maak voor deze tent

Exodus 26:1-14 1 De tabernakel moet je maken van tien geweven banen. Deze moeten vakkundig worden geweven van getwijnd linnen garen en van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol, met een patroon van cherubs. 2 Alle banen moeten dezelfde afmetingen hebben: de lengte van iedere baan moet achtentwintig el zijn, de breedte vier el. 3 Zet … Lees meer

O goden

Psalm 29 1 Een psalm van David. Erken de HEER, o goden, erken de HEER, zijn macht en majesteit, 2 erken de HEER, de majesteit van zijn naam, buig u voor de HEER in zijn heilige glorie. 3 De stem van de HEER boven de wateren, de God vol majesteit doet de donder rollen, de … Lees meer

Luister en kom tot inzicht

Matteüs 15:1-20 1 Toen kwamen er vanuit Jeruzalem Farizeeën en schriftgeleerden naar Jezus. Ze vroegen hem: 2 ‘Waarom overtreden uw leerlingen de tradities van onze voorouders? Ze wassen hun handen niet voor ze hun brood eten.’ 3 Hij gaf hun ten antwoord: ‘En waarom overtreedt u het gebod van God, alleen om uw eigen traditie … Lees meer

Liep over het water

Matteüs 14:22-36 22 Meteen daarna gelastte hij de leerlingen in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant, hij zou ook komen nadat hij de mensen had weggestuurd. 23 Toen hij hen weggestuurd had, ging hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel, en hij was … Lees meer

Met een zuiver hart

Psalm 78:52-72 52 Maar zijn volk liet hij wegtrekken als een kudde, hij voerde hen door de woestijn als schapen en geiten, 53 hij leidde hen veilig, zij hadden niets te vrezen, het water van de zee had hun vijanden bedekt. 54 Hij bracht hen naar zijn heilig domein, naar de berg, met eigen hand … Lees meer

Zodra er doden vielen

Psalm 78:32-51 32 Toch bleven zij zondigen, op zijn wonderen vertrouwden zij niet. 33 En hun dagen eindigden in leegte, hun jaren liepen uit op een verschrikking. 34 Zodra er doden vielen, zochten zij God, zij kwamen tot inkeer en verlangden naar hem, 35 dachten eraan dat God hun rots was, God, de Allerhoogste, hun … Lees meer

Het koren van de hemel

Psalm 78:17-31 17 Maar zij bleven tegen hem zondigen, de Allerhoogste tergen in de woestenij. 18 Met opzet daagden zij God uit en riepen om eten zoveel als ze wilden. 19 Zij beledigden God en zeiden: ‘Zou God in staat zijn een tafel te dekken in de woestijn? 20  Toen hij op de rots sloeg, … Lees meer