Handelingen 17:1-9
1 Via Amfipolis en Apollonia reisden ze naar Tessalonica, waar de Joden een synagoge hadden. 2 Zoals gewoonlijk ging Paulus naar hen toe, en drie sabbatdagen achtereen debatteerde hij met hen. Aan de hand van teksten uit de Schrift 3 toonde hij aan dat de messias moest lijden en sterven en daarna uit de dood moest opstaan. ‘Deze messias, ‘zo zei hij, ‘is Jezus, die ik u nu verkondig.’ 4 Sommigen lieten zich overtuigen en sloten zich aan bij Paulus en Silas, evenals veel Grieken die God vereerden, en een groot aantal vrouwen uit de hogere kringen. 5 Maar de Joden die het geloof niet hadden aanvaard, werden vervuld van jaloezie en riepen enkele raddraaiers te hulp, die een volksoploop veroorzaakten en grote beroering in de stad teweegbrachten. Ze trokken naar het huis van Jason om Paulus en Silas aan een volksgericht te onderwerpen, 6 maar toen ze hen daar niet aantroffen, sleepten ze Jason en enkele andere leerlingen mee naar de stadsprefecten, tegen wie ze schreeuwden: ‘De mensen die in het hele rijk de orde verstoren, zijn nu ook hier gekomen, 7 en Jason heeft hun onderdak verleend. Allemaal overtreden ze de verordeningen van de keizer door te beweren dat iemand anders koning is, namelijk Jezus!’ 8 De te hoop gelopen menigte en de stadsprefecten raakten in verwarring bij het horen van deze woorden. 9 Jason en de anderen werden op borgtocht vrijgelaten. (NBV)
Wie brengt nu wie in oproer? We moeten het gedeelte van vandaag nauwkeurig lezen om daar achter te komen. We weten nog dat Paulus en Silas in Filippi uit de gevangenis waren ontslagen na de aardbeving daar. Ze waren doorgereisd naar Tessalonica. Daar begonnen ze in de Synagoge week in week uit te discussiëren. Nu staat er ook bij ons in deze of gene kerk wel eens iemand op die een discussie begint, na de aanslag op Koninginnedag in Apeldoorn werd een sekte die daar een gewoonte van maakt zelfs landelijk nieuws, maar meestal blijft het bij een enkel incident. In Synagogen was het niet ongewoon om een discussie te beginnen over de juiste uitleg van de Schriftgedeelten die er werden gelezen, maar wat Paulus deed ging veel verder. Hij betrok de Schriftgedeelten op de geschiedenis van Jezus van Nazareth en dat was nieuw.
Wie traditioneel aan de Hebreeuwse Bijbel wilde vasthouden zal zich groen en geel geërgerd hebben aan die nieuwlichterij. Want wie waren daartoe aangetrokken? Het verhaal spreekt over Grieken die God vereerden en vrouwen uit hoge kringen. Twee groepen die in de Synagoge niks te vertellen hadden. Die Grieken waren geen Joden, ze konden het met veel moeite wel worden, dan moesten ze de Tora uit hun hoofd kennen en zich laten besnijden. Die vrouwen moesten in elk geval hun mond houden. Eigenlijk hoorden vrouwen niet in de Synagoge thuis, ze waren van nature al op de hoogte van de Tora en moesten de discussie aan de mannen overlaten. Voor Paulus bestond er in een Christelijke gemeente geen onderscheid tussen Joden en Grieken en tussen mannen en vrouwen, trouwens ook niet tussen slaven en vrijen. Dat haalt de maatschappelijke orde om ver en brengt de mensen maar in verwarring.
Geen wonder dus dat er weer klachten waren over opruiing, dreiging met opnieuw de gevangenis. Maar ja, die vrouwen uit hogere kringen worden in dit verhaal natuurlijk niet voor niets genoemd. Die waren onder de indruk gekomen van de woorden van Paulus. Eindelijk werden zij gewaardeerd om wat ze werkelijk waren, mensen door God geschapen naar het beeld van God. Dan kun je als machthebber niet thuis komen met het verhaal dat je hun vrienden die onderdak hadden verleend in de gevangenis had geworpen. Dat Paulus zelf zou moeten vertrekken lag voor de hand, maar er was in een aantal weken een gemeente ontstaan waar men niet meer om heen kon. Verwerpen van het onderscheid tussen de ene en de andere mens mogen ook wij bestrijden, wellicht dat het wat drukker wordt in kerken die dat ook echt doen.