Exodus 12:43-51
43 De HEER zei tegen Mozes en Aäron: ‘Voor het pesachmaal gelden deze voorschriften: Er mag geen enkele vreemdeling aan deelnemen. 44 Een slaaf die door iemand gekocht is, mag er echter aan deelnemen zodra hij besneden is. 45 Een vreemdeling die tijdelijk bij je verblijft of een dagloner mag er niet aan deelnemen. 46 Het maal moet worden gebruikt in het huis waarin het is klaargemaakt, je mag niets van het vlees buitenshuis brengen; de botten mag je niet breken. 47 Ieder die tot de gemeenschap van Israël behoort, is verplicht dit maal te bereiden. 48 Wil een vreemdeling die bij jullie woont het pesachmaal ter ere van de HEER bereiden, dan mag dat pas nadat hij en al zijn mannelijke familieleden besneden zijn, want alleen dan kan hij op één lijn worden gesteld met een geboren Israëliet. Maar een onbesnedene mag er niet aan deelnemen. 49 Voor geboren Israëlieten en voor vreemdelingen geldt een en dezelfde regel.’ 50 De Israëlieten deden wat de HEER aan Mozes en Aäron had bevolen. 51 Op diezelfde dag leidde de HEER de Israëlieten, in groepen geordend, uit Egypte. (NBV)
Midden in het verhaal over de Uittocht neemt de Bijbel de ruimte om goed duidelijk te maken wat het belang is van de herinnering aan Pesach. Die nacht waarin een scheiding werd gemaakt tussen het Egypte van de dood en het Israël van het leven was niet zo maar een nacht. In die nacht ontstond het volk van Israël en werd de God van Abraham, Izaäk en Jakob ook echt de God van Israël, de God van het volk van bevrijde slaven. Aan de maaltijd, waarop die bevrijding niet alleen herdacht wordt maar ook opnieuw gebeurt in het antwoord op de vraag waarom die avond anders is als alle andere, mogen dus alleen zij deelnemen die tot het volk van bevrijde slaven horen. Voor mannen is het teken daarvoor dat zij besneden zijn. Toevallige voorbijgangers, als vreemdelingen die met je handel komen drijven of op bezoek zijn, horen er niet bij, net als slaven die er voor kiezen niet bij jouw huishouding te horen maar hun tijd uitdienen tot ze weer naar hun eigen huis kunnen terugkeren.
Maar iedereen die tot het volk van bevrijde slaven wil horen is verplicht mee te doen, verplicht om mee te vieren dat de slaven bevrijd zijn, dat het volk op weg is gegaan naar het beloofde land, het land overvloeiende van melk en honing, naar de wereld waarop uiteindelijk alle tranen gedroogd zullen zijn. Want je kunt niet onverschillig blijven bij zo’n machtige daad die van geslacht op geslacht doorwerkt in de wereldgeschiedenis. Het ongezuurde brood staat weer op tafel, een beker wijn is het teken van de vreugde en wordt gezegend zodat het goede er vanuit kan gaan. Volgende week vieren ook de Christelijke kerken weer die Pesach maaltijd. Niet alle voorschriften worden dan nageleefd. Als teken dat werkelijk iedereen op de hele wereld mee mag gaan met die God van Israël is het voorschrift van de besnijdenis vervallen. Joden worden nog besneden en dat is goed, Heidenen hoeven zich niet te laten besnijden. Ook het karakter van die Pesach maaltijd is veranderd. De bevrijding is nu niet alleen van slavernij, niet van het kwaad van Egypte alleen, maar van alle kwaad, van onrecht en geweld in de wereld.
Daarvoor was Jezus van Nazareth consequent de weg gegaan van Gij zult niet doden, doe een ander niet wat gij niet wilt dat U geschiedt, heb Uw naaste lief als Uzelf. Tegen de dood in ging hij die weg en zoals de matzes gebroken worden met Pesach werd zijn lichaam gebroken en zoals de wijn wordt geschonken bij die maaltijd werd zijn bloed vergoten. Sinds die Pesach maaltijd, waarop Jezus van Nazareth zijn volgelingen vroeg de bevrijding door de God van Israël te verbinden met de Weg die hij te gaan had om de Liefde van die God door de dood heen vol te houden, vieren Christenen over de hele wereld zondag aan zondag die maaltijd, de maaltijd van bevrijding. De Pesach maaltijd was een maaltijd die op een avond werd gevierd en daarom noemen Christenen hun maaltijd het Avondmaal. In Protestantse kerken niet overal elke zondag gevierd maar komende week op Donderdagavond zeker wel. De voorschriften die we vandaag lezen in het verhaal over de Uittocht waren het begin, wij mogen er ook deze week in meegaan, door ons brood te delen en mee te doen in de bevrijding van de armen, de slaven, de ontrechten, de onderdrukten, ook vandaag weer.