Deuteronomium 28:45-57
45 Al deze vervloekingen zullen u treffen en u achtervolgen tot er niemand meer over is, omdat u de HEER, uw God, ongehoorzaam bent geweest en de geboden en wetten die hij u voorhield niet hebt nageleefd. 46 Door de ellende getekend zult u met uw nageslacht voor altijd een afschrikwekkend voorbeeld zijn. 47 Omdat u de HEER, uw God, niet met vreugde hebt gediend, blij met alles wat u bezat, 48 zult u de vijand die de HEER op u afstuurt moeten dienen, en dat zal gepaard gaan met honger en dorst, met een tekort aan kleding, met gebrek aan alles. U krijgt een loodzwaar juk opgelegd, tot er niemand meer over is. 49 Zoals een arend onverwacht opdoemt, zo zal uit de verste uithoek van de wereld een volk op u afkomen. De HEER stuurt een volk dat een onverstaanbare taal spreekt 50 en meedogenloos optreedt, zonder uw oude mensen te ontzien en uw kinderen te sparen. 51 Ze verslinden alles wat uw vee en uw land voortbrengen, tot u niets meer over hebt. U zult van uw koren, wijn en olie niets overhouden, en geen enkel jong van uw runderen, schapen en geiten; zo zullen ze u te gronde richten. 52 Ze belegeren alle steden in het land dat de HEER, uw God, u heeft gegeven, totdat de hoge, versterkte muren waar u zo op vertrouwt, allemaal gevallen zijn. De nood in die steden zal zo hoog stijgen 53 dat u de zonen en dochters die u van de HEER, uw God, hebt gekregen, zult eten-uw eigen vlees en bloed; tot zo grote wanhoop zal de vijand u tijdens het beleg drijven. 54 De gevoeligste, zachtaardigste man zal zijn eigen broer of de vrouw die hij bemint of de kinderen die hem resten 55 nog geen stukje vlees van zijn kinderen gunnen, maar ze helemaal alleen opeten, omdat hij niets anders heeft; tot zo grote wanhoop zal de vijand u tijdens het beleg drijven. 56 En ook de gevoeligste, zachtaardigste vrouw, een vrouw zo verfijnd dat ze nooit een voet op de grond heeft hoeven zetten, zal de man die ze bemint en haar eigen zoon en dochter 57 nog geen stukje gunnen van het kind dat ze baart en van de nageboorte die haar lichaam verlaat, maar in het geheim alles zelf opeten; zo’n gebrek zal er in uw steden zijn, tot zo grote wanhoop zal de vijand u tijdens het beleg drijven. (NBV)
We weten natuurlijk dat het boek Deuteronomium op het punt in de geschiedenis geplaatst is vlak voordat het volk van Israël uit de woestijn het beloofde land binnentrok. Dat land kregen ze omdat ze in de woestijn dat verbond hadden gesloten, zij zouden zich aan de leer van Mozes houden en ze zouden dat land, overvloeiende van melk en honing, krijgen. Kijk in het begin gaat zoiets nog wel, zeven keer rond Jericho lopen en dan storten de muren in, dat is een mooie manier om een nieuw land te veroveren. Maar bij de eerste de beste keer dat ze moeten vechten gaat er al iemand met een deel van de gouden buit vandoor. En als het land eenmaal verdeeld is krijgen we het boek Rechters, daar hebben we al eens uit gelezen, voortdurend wordt daar verteld dat iedereen maar deed wat goed was in eigen ogen en dat het volk vreemde goden achterna liep. Later kregen ze Koningen maar na een paar generaties Koningen was het zover dat de Tempel met de Wet, het brood en het altaar, verwaarloosd was. Toen Koning Josia het weer liet opknappen vonden ze in een muur ingemetseld een wetboek.
Al die wetjes en regeltjes van de eerste vijf boeken van Mozes waren vergeten. Toen ze eeuwen later uit het land Israël naar Babel waren weggevoerd en daar weer als slaven moeten werken keken ze elkaar aan en zeiden tegen elkaar: “hoe stom konden we zijn dat we alles weggegooid hebben”. Je vindt de sporen van die geschiedenis in dit Bijbelgedeelte terug. Achteraf kun je je wel voor je kop slaan voor dat onrechtvaardig zijn. De vreemdelingen en de armen niet helpen. Nederlandse consumenten blijven achter met de bestedingen en dat remt de ontwikkeling van de economie. We zullen ook meer vreemdelingen moeten opnemen in ons land om de pensioenen en de zorg betaalbaar te houden. We weten wel hoe het zal moeten maar het lijkt er op dat ook wij ons voor de kop zullen slaan als de werkloosheid weer toe neemt en als bejaarden op straat komen te zwerven omdat de zorg niet meer betaalbaar is. Want zorgen voor goede uitkeringen, sociale zekerheid zodat je weer durft besteden, en het gastvrij opnemen van vreemdelingen is er voorlopig niet bij, of we moeten ons heel vlug bekeren en een andere politiek gaan voeren. Misschien dat we er zelf voor moeten zorgen, volgend jaar zijn er verkiezingen, maar de keuze voor een rijk van rechtvaardigheid is er niet echt mogelijk.
Die zogenaamde wetten die we in Deuteronomium lezen worden te vaak met Heidense ogen gelezen. Je moet je er aan houden klinkt het dan en mensen kunnen zich nu eenmaal niet aan alle regels houden en alle regels zijn nu eenmaal niet altijd even rechtvaardig. Het is toch niet rechtvaardig dat hardwerkende mensen die een goed inkomen hebben dat inkomen moeten delen met mensen die helemaal niet werken maar toch een inkomen moeten hebben. Het is toch niet rechtvaardig dat als je eenmaal rijk geworden bent, als jij er niet hard voor gewerkt hebt dan in elk geval je ouders of familie, dat je dan je verworven kapitaal in moet zetten om boeven in gevangenissen te eten te geven of zwervers op te vangen als het buiten vriest. De Bijbelse wetten zijn geen wetten om je aan te houden. Als we ons aan wetten moeten houden verandert er niks, dan leggen we de samenleving vast, dan zijn de armen altijd bij ons. De Bijbelse wetten zijn er om de samenleving te veranderen, die wetten moeten vervuld worden, die wetten moeten ons in beweging zetten. Dan moeten we zorgen dat mensen zonder werk weer werk krijgen en hebben we daar alles voor over. Dan worden zwervers geholpen en boeven weer op het rechte spoor geholpen, ja iedereen die dreigt te ontsporen wordt opgenomen en weer op het rechte spoor vast gehouden. De Bijbel zingt over die samenleving uitbundig, lammen huppelen, blinden zien, de doden gaan zelfs weer leven. We mogen er elke dag opnieuw weer mee beginnen, ook vandaag weer.