Psalm 80
1 Voor de koorleider. Op de wijs van De lelies. Een getuigenis. Van Asaf, een psalm. 2 Hoor ons, herder van Israël, die Jozef leidt als een kudde. U die troont op de cherubs, verschijn in luister 3 aan Efraïm, Benjamin en Manasse. Laat uw kracht ontwaken, kom, en red ons. 4 God, keer ons lot ten goede, toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered. 5 HEER, God van de hemelse machten, hoe lang nog blijft u vertoornd op uw biddende volk? 6 U liet ons brood van tranen eten en een stroom van tranen drinken. 7 U hebt andere volken tegen ons opgezet, onze vijanden drijven de spot met ons. 8 God van de hemelse machten, keer ons lot ten goede, toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered. 9 U hebt een wijnstok uitgegraven in Egypte, en volken verdreven om hem te planten. 10 U gaf hem een ruime plek, hij schoot wortel en vulde het land. 11 De bergen werden bedekt door zijn schaduw, de machtige ceders door zijn twijgen, 12 hij strekte zijn takken uit tot de zee, tot aan de Grote Rivier zijn ranken. 13 Waarom hebt u zijn omheining vernield? Voorbijgangers plukken hem leeg, 14 wilde zwijnen wroeten hem om, velddieren vreten hem kaal. 15 God van de hemelse machten, keer u tot ons, kijk neer uit de hemel en zie, bekommer u om deze wijnstok, 16 de stek die uw hand heeft geplant, het kind dat u zelf hebt grootgebracht. 17 Hij is verbrand en weggehakt, verkwijnd onder uw duistere blik. 18 Leg uw hand op uw beschermeling, het mensenkind dat u hebt grootgebracht. 19 Dan zullen wij niet van u wijken. Laat ons leven, en wij roepen uw naam: 20 HEER, God van de hemelse machten, keer ons lot ten goede, toon uw lichtend gelaat en wij zijn gered. (NBV)
In de kerken van Nederland wordt een zondag per jaar de Israel zondag gevierd. Het Christelijk geloof is eigenlijk een Joodse sekte. Alles wat Joden geloven, geloven Christenen ook en bovendien geloven Christenen nog in het verhaal van Jezus van Nazareth die uiteindelijk dat Joodse geloof ook openstelde voor de Heidenen. Christenen moeten er voortdurend aan herinnerd worden dat ze Joodse wortels hebben. Ze gaan anders om met alle leefregels waar de Joden zich aan houden en die in de Bijbel staan. Maar de wortels liggen in het land Israel, ooit het land overvloeiende van melk en honing, het beloofde land. In dat land wonen naast de Israëlieten ook andere volken. In het boek Rechters staat dat die andere volken er wonen om het volk Israel te testen. In de tijd van de Rechters liepen de Israëlieten steeds achter andere goden aan, in onze tijd komt het er op aan of ze durven kiezen voor de vrede. Het beeld dat de inwoners van Israel tot nu toe brood van tranen hebben gegeten klopt wel.
In 1948 besloten de Verenigde Naties dat het mandaatgebied van de Britten in Palestina gedeeld zou moeten worden in een Israëlisch en een Palestijns deel. Een meerderheid van de volken van de wereld was het daar mee eens. Maar de Arabische landen niet, die begonnen direct een oorlog toen de inwoners van het Israëlische deel de staat Israel uitriepen. Pas in de laatste paar jaren erkent ook de Arabische wereld dat delingsplan. Noorse politici hebben er voor gezorgd dat er tussen de beide partijen gesproken werd. Amerikaanse presidenten als Carter en Clinton zorgden er voor dat er verdragen gesloten werden. Nog steeds is het wachten op de uitvoering. Die uitvoering is best eng voor beide partijen. Geweld vergelden met geweld is zo lang de gewoonte geweest. Zo veel mensen hebben nog redenen om hen aangedaan geweld met nieuw geweld te vergelden dat het bijna onmogelijk lijkt de cirkel te doorbreken. Toch zal dat moeten. In Europa hebben we op ons genomen de Palestijnen te helpen mee te delen in de welvaart van de wereld, we bouwden een haven in Gaza. We zullen de Israelieten moeten helpen hun tranen te drogen, zeker ook door elk spoor van antisemitisme in onze eigen samenleving te bestrijden.
Uiteindelijk zullen er dan zoals de psalmist zegt wijnstokken gepland kunnen worden. Maar de psalmdichter begint met onderscheid te maken. Hij heeft het niet over de God van Jacob maar over de God van Jozef, de zoon die de levensladder van onderaf moest beklimmen, vanuit de put tot aan de hoogste troon. En Efraïm en Manasse waren de zonen van Jozef die als stamvaders in Israel werden opgenomen, Benjamin was de jongste broer van Jozef. Sommige geleerden menen dan ook dat deze psalm werd geschreven in het Noordelijk rijk. Toen Israel verscheurd was in een Noordelijk en een Zuidelijk Koninkrijk. Pas de ballingschap vormde er weer één volk van is te lezen bij de profeet Ezechiël. En juist die eenheid en de bereidheid te delen met andere volken was het hart van Israel dat na de ballingschap nog eens extra benadrukt werd. Eén als een grote wijnstok die heel het land vulde. Die strekt zijn schaduw uit over de hele aarde. Ergens zegt de Bijbel dat ooit alle volken zich naar Jeruzalem zullen keren. Dan wordt het dus pas echt vrede.