Genesis 47:28-48:7
Zo rond de kerstdagen vragen mensen zich nog wel eens af waarom we eigenlijk zingen van het veld van Efrata. In het Nieuwe Testament komt de naam immers niet voor. En met kerst wordt toch altijd het verhaal uit het Evangelie van Lucas gelezen en soms gepreekt uit het Evangelie van Johannes, maar Efrata klinkt niet door in die Bijbelverhalen. Bethlehem wel, het huis van het brood. Dat was het dorp waar Koning David vandaan kwam. En omdat Jozef en Maria afstammelingen van David waren gingen ze terug naar Bethlehem. Daar in de buurt lag dus ook Rachel begraven, de moeder van Jozef en Benjamin. Daar wilde ook Jacob begraven worden lezen we vandaag. Dat was het land dat aan Abraham en zijn nageslacht beloofd was, een belofte die aan Jacob herhaalt was. Jacob had goed door dat ze niet in Egypte thuis hoorden. Jozef had daar wel een zeer hoge positie gekregen en zijn broers en de rest van het volk had een prima plaats om te wonen gekregen maar ze hoorden er niet thuis. Ook het nageslacht van Jozef niet. De zonen van Jozef kregen een bijzondere positie, Efraïm en Manasse, de zonen van de dochter van een Egyptische priester waarmee Jozef was getrouwd, werden op één lijn gesteld met de zonen van Lea, Ruben en Simeon. En waarom? Omdat Jozef zo graag nog meer zonen zou hebben gehad met Rachel, zijn vrouw die al gestorven was toen hij nog maar net Kanaän was binnengetrokken. De vrouw die dus bij Bethlehem begraven lag. Veel later zou zij nog een rol vervullen in het verhaal dat Matteüs zou vertellen over de dagen rond de geboorte van Jezus van Nazareth. Maar Jacob herkent hier de belofte van God om een groot nageslacht te krijgen in zijn kleinkinderen en geeft dat ook aan zijn kleinkinderen door. In onze dagen is de band tussen grootouders en kleinkinderen vaak groter. We leven langer en we genieten meer van ons pensioen en dus hebben grootouders vaak meer tijd voor hun kleinkinderen. Ze worden door de staat zelfs betaald als ze op hun kleinkinderen passen zodat hun ouders kunnen werken. Jammer alleen dat bij echtscheidingen de band tussen grootouders en kleinkinderen geen rol kan spelen. Maar als grootouders een goede band hebben met hun kleinkinderen hebben ze dus ook de kans om de belofte van een rechtvaardige wereld door te geven. Om hun kleinkinderen te leren en voor te leven wat het is om van je naaste te houden als van jezelf. Als je kinderen hebt en ouders mag je je ouders gerust vragen dat aan hun kleinkinderen door te geven. Als jezelf kleinkind bent vraag je grootouders nog maar eens hoe dat zit, zij kennen de oude verhalen nog.