Johannes 1:1-18
Het eerste hoofdstuk van het evangelie naar Johannes wordt meestal op de eerste Kerstdag gelezen, nadat in de Kerstnacht het verhaal uit Lucas 2 is gelezen. Niet zo verwonderlijk. De profeet Jesaja had ooit al eens geschreven dat een licht zou opgaan over de volken en dat als teken daarvan een kind geboren zou worden. In Jezus van Nazareth herkennen veel mensen dat licht dat nooit zal doven. Maar Johannes vertelt ons meer. Hij vertelt ons zelfs van discussies waar we misschien niets meer van weten. Er waren in zijn dagen mensen die vonden dat de God van Israël een andere God was als de God van Jezus van Nazareth. Die mensen zijn er soms nog wel, ze doen of ze Christelijk zijn maar eigenlijk verwerpen ze de Wet van eerlijk delen en je naaste liefhebben als jezelf. Johannes schrijft in de eerste zinnen van zijn Evangelie dat er helemaal geen verschil is, zoals de God van Israël zei “Er zij licht, en er was licht” zo is alles van die God uitgegaan, ook het Woord, zoals Jezus van Nazareth zich soms noemde. Het licht schijnt nog steeds in de duisternis en de duisternis heeft het nog steeds niet in haar macht gekregen. Johannes de Evangelist laat zijn Evangelie beginnen met het verhaal over een naamgenoot. We weten uit de andere Evangeliën dat die immens populair was geweest. We kunnen in het boek van de Handelingen van de Apostelen lezen dat er overal in het Romeinse Rijk nog jaren later gemeenschappen van volgelingen van Johannes de Doper waren geweest. Johannes de Evangelist benadrukt nog eens dat deze Johannes de Doper zelf de bevrijder niet was. Maar Jezus van Nazareth was dat wel. Hij werd weliswaar ook niet herkend, maar die mensen die in hem zijn gaan geloven zijn kinderen van God geworden. Tegen al die aanhangers van Johannes de Doper vertelt Johannes de Evangelist nu dat de man over wie Johannes de Doper sprak Jezus van Nazareth was. Johannes de Doper deed weer dezelfde oproep als de profeet Jesaja, om van het volk weer een volk van recht en vrede te maken, om zich af te keren van collaboratie met de Romeinen en van oorlog met de Romeinen, maar de Weg van God te gaan, de Weg van je naaste liefhebben als jezelf. Wat dat betekent kunnen we leren uit het leven van Jezus van Nazareth., vol van goedheid en waarheid. De Wet van je naaste liefhebben als jezelf was er al sinds de dagen van Mozes, maar wat die Wet betekende en hoe je die zou kunnen naleven zelfs door de dood heen werd duidelijk door Jezus van Nazareth. Er ging de mensen dus toen letterlijk een lichtje op. Nu weten we wat hongerigen voeden, naakten kleden, zieken verzorgen, gevangenen bezoeken, zorgen voor de minsten onder is. Maar weten is niet genoeg, doen daar komt het aan. Dankzij Kerstmis.