2 Samuel 3:28-39
28 David vernam pas naderhand wat er gebeurd was. Toen riep hij uit: ‘Ik en mijn koningshuis zijn tegenover de HEER onschuldig aan de dood van Abner, voor nu en altijd! 29 Moge het bloed van Abner, de zoon van Ner, gewroken worden aan Joab en zijn familie. Laat er in Joabs familie altijd iemand zijn die een druiper of de schurft heeft, iemand die met krukken loopt, een gewelddadige dood sterft of honger lijdt.’ 30 Joab en zijn broer Abisai vermoordden Abner dus omdat hij hun broer Asaël in de slag bij Gibeon had gedood. 31 David zei tegen Joab en diens mannen: ‘Scheur je kleren, trek een rouwkleed aan en ga jammerend voor Abner uit.’ Koning David zelf liep achter de baar 32 toen Abner in Hebron werd begraven. De koning jammerde luidkeels bij Abners graf, en de soldaten jammerden mee. 33 De koning zong een klaaglied voor Abner: ‘Hoe eerloos moest je sterven, Abner. 34 Je handen waren niet geboeid, je voeten niet gekluisterd, toch ben je als door struikrovers geveld.’ Toen begon iedereen nog luider te jammeren. 35 De soldaten kwamen David iets te eten brengen, terwijl het nog licht was. Maar David zwoer: ‘God mag met mij doen wat hij wil als ik voor zonsondergang brood eet of wat dan ook.’ 36 Allen waren er getuige van en ze achtten het juist, zoals ze alles juist vonden wat de koning deed. 37 Het leger en iedereen in Israël wist toen dat het niet van de koning was uitgegaan om Abner, de zoon van Ner, te doden. 38 De koning zei tegen zijn soldaten: ‘Besef dat Israël vandaag een groot bevelhebber is ontvallen.39 Ik ben nog zwak, al ben ik dan tot koning gezalfd; tegen deze mannen, de zonen van Seruja, ben ik niet opgewassen. Moge de HEER de misdadiger naar zijn misdaad vergelden.’ (NBV)
Politiek is vaak een smerig spel. De letterlijke dolkstoten in de rug zijn in onze beschaafde samenleving langzaam aan wel uitgebannen, figuurlijke dolkstoten in de ruggen, zelfs van partijgenoten, zijn op allerlei niveau’s nog maar al te vaak aan de orde van de dag. Wie denkt dat de samenleving van David, Abner en Joab een primitieve samenleving was die wij al lang ontstegen zijn vergist zich deerlijk en kan van die vergissing gemakkelijk slachtoffer worden. David was alleen nog maar Koning in Juda. Al een aantal jaren was er oorlog tussen zijn Koninkrijk en het Koninkrijk Israël van Koning Isboset. Die oorlog werd gevoerd door twee generaals, Joab voor David en Abner voor Isboset. Joab was al generaal in het leger van David toen Saul nog oorlog voerde met als generaal Abner. In die dagen had Abner de broer van Joab achtervolgt en gedood. Tussen die twee was er dus ook een persoonlijke vete. Van die persoonlijke was wordt Abner het slachtoffer geworden.
David en Abner hadden een verdrag gesloten dat David feitelijk ook koning over Israël had gemaakt. Maar de oorlog was nog niet afgelopen. Joab bijvoorbeeld was nog op een rooftocht die hoorde bij de oorlogshandelingen. De vrede die was getekend tussen David en Abner ontnam Joab de mogelijkheid om persoonlijk wraak te nemen voor de moord op zijn broer. Hij organiseerde die wraak dus maar zelf onder het mom dat Abner toch een verrader zou blijken te zijn. Als verse Koning van Israël kon David natuurlijk een dergelijke moord op een populaire generaal niet gebruiken en hij veroordeelde de moord dan ook krachtig. Het straffen van Joab liet hij aan de God van Israël over, zo krachtig was de veroordeling dus ook weer niet. Maar Abner kreeg een staatsbegrafenis compleet met een lofzang. De paralellen van dit verhaal uit de Bijbel met de verhalen uit onze eigen geschiedenis zijn natuurlijk talrijk. Bij tal van ongelukken, moorden en plotselinge sterfgevallen zijn vragen te stellen over de rol van machthebbers, regeringen en staten.
Die vragen worden dan ook nog wel eens gesteld en er worden vaak onderzoekcommissies ingesteld die de schuldigen moeten aanwijzen. Er is zelfs een internationaal strafhof ingesteld dat schuldigen moet berechten en moet laten zien wat eerlijke rechtspraak inhoudt en waarin eerlijke rechtspraak verschilt van wraak. Maar in het algemeen is te zien dat alleen de verliezers worden berecht voor hun misdaden en dat de winnaars worden beschermd. De slachtoffers hoort niemand meer, ook de nabestaanden van de slachtoffers niet. Zij spelen in het recht vaak geen rol. Het verhaal uit de Bijbel vertelt ons vandaag hoe het bij machthebbers toegaat. De boodschap die we mogen horen is die van de ontsteltenis van het volk. Het is als een oproep zich met de slachtoffers van politieke manipulatie bezig te blijven houden. Zij zijn het die echt en lang te lijden hebben van deze processen. Wij zijn het die elke dag opnieuw ons hun lot mogen aantrekken, ook vandaag weer.