1 Samuel 22:6-23
6 Saul zat met zijn speer in zijn hand onder de tamarisk op de heuvel bij Gibea, met al zijn dienaren om zich heen. Toen hij hoorde dat David en zijn mannen waren gesignaleerd, 7 zei hij tegen zijn dienaren: ‘Mannen van Benjamin, luister. Heeft de zoon van Isaï u allemaal soms akkers en wijngaarden beloofd? Verwacht u dat hij u zal aanstellen als bevelhebber over duizend of honderd man? 8 Waarom spant u anders tegen mij samen? Niemand heeft me ingelicht dat mijn zoon een verbond heeft gesloten met de zoon van Isaï. Niemand van u bekommert zich om mij. En niemand heeft me laten weten dat het nu al zo ver is dat mijn zoon mijn dienaar heeft opgestookt om me te belagen.’ 9 Onder de dienaren van Saul bevond zich ook de Edomiet Doëg. Hij nam het woord en zei: ‘Ik heb de zoon van Isaï in Nob gezien, bij Achimelech, de zoon van Achitub. 10 Die heeft voor hem de HEER geraadpleegd en hem niet alleen leeftocht gegeven, maar ook het zwaard van de Filistijn Goliat.’ 11 Daarop ontbood de koning de priester Achimelech, de zoon van Achitub, en al zijn familieleden, die ook priester waren in Nob. Toen ze aan de koning werden voorgeleid, 12 zei Saul: ‘Zoon van Achitub, luister.’ ‘Jawel, mijn heer, ‘antwoordde Achimelech, 13 en Saul vroeg: ‘Waarom hebt u met de zoon van Isaï tegen mij samengespannen door hem brood en een zwaard te geven en God voor hem te raadplegen, zodat hij nu in het geheim een opstand tegen mij voorbereidt?’ 14 ‘Maar koning, ‘antwoordde Achimelech, ‘wie van al uw dienaren zou men beter kunnen vertrouwen dan David? Hij is uw eigen schoonzoon en de commandant van uw lijfwacht, en hij staat in hoog aanzien aan uw hof. 15 Het is toch niet de eerste keer dat ik voor hem God geraadpleegd heb? Integendeel! Ik smeek u, leg dit mij en mijn familie niet ten laste, want ik wist van dit alles niets maar dan ook niets af.’ 16 Maar de koning zei: ‘Sterven zult u, Achimelech, u en heel uw familie.’ 17 En hij beval de soldaten van de lijfwacht die naast hem stonden: ‘Sla toe, dood de priesters van de HEER, want ze hebben David geholpen, en hoewel ze wisten dat hij voortvluchtig was, hebben ze mij niet op de hoogte gesteld.’ Maar de lijfwachten van de koning weigerden hun hand op te heffen tegen de priesters van de HEER. 18 Daarom zei de koning tegen Doëg: ‘Doet u het dan. Sla toe en steek de priesters neer.’ En de Edomiet Doëg sloeg toe en stak de priesters eigenhandig neer. Zo doodde hij die dag vijfentachtig mannen die het linnen priesterhemd droegen. 19 Ook alle inwoners van de priesterstad Nob werden gedood: alle mannen en vrouwen, alle kinderen en zuigelingen, en ook de levende have: stieren, ezels en schapen. 20 Eén zoon van Achimelech, de zoon van Achitub, wist echter te ontkomen en zocht zijn toevlucht bij David. Zijn naam was Abjatar. 21 Toen hij aan David vertelde dat Saul de priesters van de HEER had laten vermoorden, 22 zei David tegen hem: ‘Toen ik die dag in Nob merkte dat de Edomiet Doëg er ook was, was ik er al bang voor dat hij Saul zou inlichten. Ik ben dus de oorzaak van de dood van uw familieleden. 23 Blijf voortaan bij mij en wees niet bang. Wie u naar het leven staat, krijgt met mij te doen. Bij mij bent u veilig.’ (NBV)
Hoezeer je optreden en handelen vol zijn van goede bedoelingen en hoezeer je ook het goede nastreeft en niet dan het goede, je handelen kan de meest ongewenste en onbedoelde vreselijke gevolgen hebben. Dat blijkt uit het verhaal van vandaag. Daar lezen we wat de gevolgen waren van het bezoek dat David bracht aan het heiligdom in de Priesterstad Nob. Van de Hogepriester kreeg hij het toonbrood uit het heiligdom en het zwaard dat hij op Goliat had veroverd. Hij had dat zwaard geschonken aan het heiligdom als bewijs dat de God van Israël het mogelijk had gemaakt dat Goliat werd gedood. Wij zullen die gevolgen gemakkelijk in de schoenen schuiven van Saul maar David is zich blijkens het slot van het gedeelte van vandaag er zeer wel bewust van dat die gevolgen begonnen met zijn vraag om hulp.
Saul zit weer in zijn eigen huis in Gibea. Hij beklaagd zich er over dat er eigenlijk niemand onder zijn dienaren is die partij voor hem kiest en hem onvoorwaardelijk steunt in zijn strijd tegen David. Alleen Doëg uit Edom wil hem wel helpen. Dat Doëg uit Edom komt is natuurlijk niet toevallig. Edom is het volk dat afstamt van Esau de broer van Jacob en zo ontstaat een oorlog tussen broeders. Het was ook niet toevallig dat de ouders van David ondergebracht werden in Moab. De vader van David, Isaï, was immers een zoon van Ruth de Moabitische. David had dus nog verre verwanten in Moab wonen. Edom wordt in dit verhaal het werktuig van het kwade in Saul. Hoewel de hogepriester Abimelech zich beroept op de bekende vooraanstaande positie van David moeten hij en alle priesters uit Nob sterven. Doëg is de enige die dit wil doen. Zelfs de hele stad wordt uitgemoord. Alleen Abjatar ontsnapt en zo krijgt David een profeet, Gad, en een priester, Abjatar, in zijn gevolg. Zijn positie wordt er alleen maar sterker door.
Opmerkelijk is dus dat David het uitmoorden van alle priesters en de stad Nob zelf voor zijn rekening neemt. Hij was tot Koning van Israël gezalfd maar net zo min als Saul had David die positie gezocht. Er was ook geen sprake van dat hij er op uit was om Saul van de troon te stoten. Het was Saul die in hem een rivaal had gezien en hem wilde doden. Toch is de houding van David niet zonder belang. Als er in de Tweede Wereldoorlog een actie door verzetsmensen moest worden ondernomen speelden de represailles van de bezetter vaak een rol. Hoeveel onschuldige slachtoffers was een verzetsdaad waard? Dat het de bezetter was die het kwaad bedreef gaf zelden de doorslag. Ook ons eigen gedrag wordt vaak ter discussie gesteld. Hoeveel geketende kinderen zijn onze kleren waard, kinderen die gedwongen worden die kleren te maken? In de dagen van de Apartheid was het uitpersen van Outspan sinasappels het uitbuiten van arbeiders in Zuid Afrika. Zijn wij bereid om net als David de gevolgen van ons handelen op ons te nemen? Dat kan als we elke dag opnieuw beginnen recht en gerechtigheid te vragen in onze samenleving. Dat kan en dat mag elke dag opnieuw.