1 Samuel 20:24-21:1
24 David hield zich dus buiten de stad verborgen. Met nieuwemaan zette de koning zich aan het feestmaal. 25 Toen de koning ging zitten, op zijn vaste plaats tegen de wand, stond Jonatan op. Abner nam plaats naast Saul; Davids plaats bleef onbezet. 26 Saul zei er die dag niets van; hij dacht bij zichzelf dat het misschien toeval was, dat David niet rein was of iets dergelijks. 27 Maar toen Davids plaats de volgende dag, de tweede dag van het nieuwemaansfeest, nog steeds onbezet bleef, vroeg Saul aan zijn zoon Jonatan: ‘Waarom is de zoon van Isaï niet aan de maaltijd verschenen, gisteren niet en vandaag ook niet?’ 28 ‘David heeft mij dringend verlof gevraagd om naar Betlehem te gaan, ‘antwoordde Jonatan. 29 ‘“Laat me alsjeblieft gaan, ”vroeg hij. “Er wordt bij mij thuis in de familiekring een offerfeest gehouden, en mijn broer heeft mij gezegd dat ik moet komen. Wees zo goed mij ongehinderd naar huis te laten gaan, zodat ik mij bij mijn broers kan voegen.” Daarom laat hij zich verontschuldigen bij het feestmaal van de koning.’ 30 Woedend barstte Saul tegen Jonatan uit: ‘Hoerenjong! Alsof ik niet weet dat jij de kant van de zoon van Isaï hebt gekozen. Je maakt jezelf te schande, en de moeder bij wie ik je verwekt heb erbij! 31 Zolang de zoon van Isaï hier op aarde rondloopt, ben jij je leven en je koningschap niet zeker. Laat hem onmiddellijk halen en breng hem bij me, want hij is ten dode opgeschreven.’ 32 ‘Maar waarom moet hij sterven?’ vroeg Jonatan. ‘Wat heeft hij dan gedaan?’ 33 Daarop slingerde Saul zijn speer naar Jonatan in een poging om hem te treffen. Toen begreep Jonatan dat zijn vader vastbesloten was om David uit de weg te ruimen. 34 Woedend liep hij van tafel weg, zonder dat hij die tweede dag van het nieuwemaansfeest iets gegeten had, want hij maakte zich zorgen om David en was gegriefd omdat zijn vader hem zo beledigd had. 35 De volgende morgen ging Jonatan met een knechtje de stad uit om David op de afgesproken plaats te ontmoeten. 36 ‘Zoek snel de pijlen op die ik afschiet, ‘beval hij hem. Zodra de jongen wegrende, schoot Jonatan een pijl over hem heen. 37 Toen de jongen bij de plek kwam waar de pijl terecht was gekomen, riep Jonatan hem na: ‘Ligt de pijl niet verder weg?’ 38 En: ‘Schiet op, blijf daar niet zo staan!’ Jonatans knecht raapte de pijlen bij elkaar en bracht ze terug naar zijn meester. 39 Hij wist natuurlijk niet waar het om ging, maar Jonatan en David des te beter. 40 Jonatan gaf zijn wapens aan zijn knecht en droeg hem op ze naar de stad terug te brengen. 41 Zodra de jongen weg was, kwam David van achter de rotsblokken te voorschijn, knielde neer en boog driemaal diep voorover. Ze kusten elkaar terwijl hun de tranen over de wangen liepen, tot Jonatan zich vermande 42 en zei: ‘Vaarwel. Onthoud wat wij tweeën elkaar bij de naam van de HEER gezworen hebben en dat wij en onze nakomelingen daar voor altijd aan gehouden zijn. De HEER is onze getuige.’ 21:1 Daarop ging David weg en Jonatan keerde terug naar de stad.(NBV)
Er is een feestdag in de geschiedenis die de Bijbel vertelt waar we maar weinig aandacht aan schenken. Dat is de feestdag van de nieuwe maan. Op allerlei plaatsen in de Bijbel wordt echter de indruk gewekt dat die feestdag net zo belangrijk is geweest als de Sabbath. Ook op nieuwe maan werden er feestmaaltijden gehouden of werd een heiligdom bezocht. Dat Koning Saul op de feestdag van de nieuwe maan een feestmaaltijd houdt is dus niet zo vreemd. Maar de plaats van David blijft leeg. Nu was David legeraanvoerder en dus veel in oorlog. Voordat hij aan een dergelijke religieuze maaltijd had kunnen deelnemen zou hij zich eerst ritueel moeten reinigen, dat kost tijd en daarom zou hij aanvankelijk verhinderd geweest kunnen zijn. Maar als hij de tweede dag van het feest ook verstek laat gaan dan is er wat aan de hand. Zoals afgesproken neemt Jonathan het voor David op. Er zou een offermaaltijd worden gehouden in Bethlehem waar David niet mocht ontbreken. Jonathan had David dus laten gaan.
De speer die David een paar maal bijna had getroffen dreigt nu Jonathan te treffen. De zoon van Isaï, klinkt het beledigend, moet en zal dood. Jonathan neemt het niet langer en waarschuwt David op de afgesproken manier. De twee geliefden moeten nu afscheid van elkaar nemen. Dat doen ze als niemand ze meer kan zien wordt er dan verteld. Jonathan gaat dan terug naar de stad. David gaat opnieuw naar een heiligdom. Eerst was hij in Rama geweest bij Samuël, maar daar had Saul hem weten te vinden. Nu zoekt hij zijn heil in een ander heiligdom, dat in Nob bij de priester Achimelech. Geleerden nemen aan dat de familie van Eli verhuisd is nadat de Ark van het Verbond door de zonen van Eli in de strijd tegen de Filistijnen was ingebracht en door de Filistijnen was veroverd. Die priesterfamilie was dan in Nob terechtgekomen. We moeten bedenken dat een centraal heiligdom als de Tempel in Jeruzalem pas na David gebouwd zou worden en nog veel later een echt centraal heiligdom voor Israël zou worden.
De liefde van Jonathan voor David staat zijn trouw aan zijn vader overigens niet in de weg. Telkens weer had hij tevergeefs zijn vader er van proberen te weerhouden kwaad te doen tegen David. Maar de woede van Saul had zich in de tijd steeds vermeerderd. Saul was er echt van overtuigd geraakt dat David de volgende koning van Israël zou willen worden en dat de kansen van Jonathan op de opvolging verkeken zouden zijn als David in leven zou worden gelaten. Jonathan kiest echter voor het leven van David. Overigens zoals David voor het leven van Saul zal kiezen. Die keuze voor het leven staat als gebod in het boek Deuteronomium. Het is daarom dat beiden God als getuige kunnen inroepen voor de eden die zij elkaar gezworen hebben. De eed dat ze elkaar trouw zouden blijven en de eed dat ze elkaars nageslacht niet zullen uitroeien. Na de dood van Salomo zal dit leiden tot de scheiding van het land in een Noordrijk en een Zuidrijk. Voor ons betekent dit dat de keuze voor het leven altijd de goede keuze is, aan wie we ook trouw willen blijven. Trouw aan de God van Israël gaat voorop. Elke dag opnieuw mogen we die keuze maken, ook vandaag weer.