Hooglied 7:7-8:4
7 Wat ben je mooi, wat ben je bekoorlijk, liefde en verrukking, dat ben jij. 8 Als een palm is je gestalte, je borsten zijn als druiventrossen. 9 Ik dacht: Laat ik die palm beklimmen, ik wil zijn bladeren grijpen. Laten jouw borsten als trossen van de wijnstok zijn, je adem als de geur van appels, 10 je tong als zoete wijn waarin mijn kussen baden, mijn lippen en tanden gedompeld zijn. 11 Ik ben van mijn lief, en hij verlangt naar mij. 12 Kom, mijn lief, laten we het veld in gaan, en tussen de hennabloemen slapen. 13 Laten we de wijngaard in gaan, morgenvroeg, en kijken of de wijnstok al is uitgebot, zijn bloesems al ontloken zijn, de granaatappel al bloeit. Daar zal ik jou beminnen. 14 De liefdesappels geuren al. Boven onze poorten hangt een keur van vruchten, vers geplukte, goed gedroogde. Mijn lief, ik heb ze bewaard voor jou. 1 Was jij maar mijn broertje, dronk jij nog maar aan mijn moeders borst. Als ik je dan vond, daar buiten, dan kuste ik jou, en niemand zou me verachten. 2 Dan nam ik je mee en bracht je in mijn moeders huis. Dat heb ik van haar geleerd. Ik gaf je kruidige wijn te drinken, van het sap van mijn granaatappel. 3 Mijn hoofd rust op zijn linkerarm, met zijn rechterarm omhelst hij mij. 4 Meisjes van Jeruzalem, ik bezweer je:
wek de liefde niet, laat haar niet ontwaken voordat zij het wil.(NBV)
Het gedeelte dat we vandaag uit het Hooglied lezen is een echt duet. De twee gelieven zingen het elkaar toe, ze bezingen elkaar. Zo kun je pas van elkaar houden. Het is zingen voor een bijzondere dag. Tussen Hemelvaart, het afscheid van Jezus van Nazareth, en Pinksteren, de komst van de Trooster, is het Wezenzondag. Over een paar weken vieren we dat weer. Uit het Hooglied, maar ook van zo’n trouwdag, leren we dat als je van een ander weet te houden en er weet van hebt dat een ander van je houdt, je nooit je als wees achtergelaten hoeft te voelen. En als je alleen bent, ga er dan op uit, er zijn altijd mensen die van je willen houden, mensen die het Hooglied hebben gelezen en mee willen doen in verhaal van Israel en van Jezus van Nazareth, mensen die van hun naaste houden als van zichzelf.
Het meeste wat je doet en wat je vindt in het leven, heb je toch van je ouders of opvoeders geleerd, vooral toen je nog jong was. En daarvan nog het meeste van je moeder, je pleegmoeder, stiefmoeder of de vrouw die je opvoedde. Ook hoe je lief moet hebben. Ook hoe je je partner lief moet hebben en welke risico’s daar in het begin aan zitten. Als je dus als moeder, ouder of opvoeder niet voldoende gepraat hebt met de kinderen die aan je zijn toevertrouwd over elkaar liefhebben, omdat je dat nu eenmaal niet doet, of omdat je jezelf wijsmaakt dat ze er nog niet aan toe zouden zijn, breng je enorme risico’s over de kinderen. Hormonen zijn nu eenmaal een natuurlijk verschijnsel. Als je niet weet wat er met je lichaam gebeurt als je in de armen van je geliefde bent, lees maar in het Hooglied hoe buitenaards dat kan worden, dan kun je zo intens genieten dat je doorgaat tot het einde bitter dreigt te worden.
Tegenwoordig roepen sommige zogenaamde Christenen dat ze tegen abortus zijn, ondanks de goede wetgeving die we op dat gebied hebben, wetgeving waardoor het aantal abortussen in Nederland is gedaald tot een wereldwijd minimum. Natuurlijk wil je het geen vrouw en geen meisje aandoen dat ze een abortus moet ondergaan. Sinds de invoering van de goede wetgeving is het aantal abortussen gelukkig dan ook zeer afgenomen. Maar de laatste jaren neemt het aantal langzaamaan weer toe, vooral onder meisjes en vrouwen die nooit moeders en opvoeders gehad hebben die vrij en open over het liefhebben van je partner wisten te praten. In sommige landen sterven jaarlijks nog vele vrouwen aan abortussen, zoals hier vroeger, nog niet zo erg veel vroeger trouwens, ook nog voorkwam. En Hooglied maakt ons ook duidelijk dat bij elke ongewenste zwangerschap een man betrokken is. In de discussies over abortus gaat het nooit over mannen, terwijl die toch eigenlijk als eerste op hun verantwoordelijkheid moeten worden aangesproken. De roep om de liefde niet voor haar tijd te wekken geldt zeker ook voor mannen. Ook zij zingen mee in het Hooglied.