Hooglied 2:8-15
8 Hoor! Mijn lief! Kijk! Hij komt, springend over de bergen, dansend over de heuvels. 9 Als een gazelle is mijn lief, als het jong van een hert. Kijk! Hij staat al bij de muur. Hij blikt door het venster, tuurt door de spijlen.10 Mijn lief roept mij toe: ‘Sta op, vriendin! Mooi meisje, kom! 11 Kijk! De winter is voorbij, voorbij zijn de regens, weggegaan. 12 De bloemen zijn verschenen op het veld, nu breekt de zangtijd aan, het koeren van de duif klinkt op het land. 13 De vijgenboom is al vol vruchten, de wijnstok rankt en geurt. Sta op, vriendin, Mooi meisje, kom! 1 Mijn duif in de rotskloof, verscholen in de bergwand, laat mij je gezicht zien, laat mij luisteren naar je stem, want je stem is zo lieflijk, je gezicht zo bekoorlijk.’ 15 Vang voor ons de vossen, vang die kleine vossen. Ze vernielen de wijngaard, onze wijngaard vol bloeiende ranken. (NBV)
Als de winter voorbij is gaat de zon schijnen en worden op het platteland weer akkers ingezaaid en lammeren en kalveren geboren. De tijd dat het voedsel schaars was en je bedelend langs de deuren van de rijken moest gaan is definitief voorbij. Toch klinken er waarschuwende woorden. In het Hooglied wordt juist hier gewaarschuwd voor de vossen, ook al zijn ze misschien nog klein ze kunnen hele wijngaarden vernielen. In onze feestweek eind april en begin mei klinkt de herdenking van de doden en vervolgden uit de Tweede Wereldoorlog. Het is te hopen dat al die Nederlanders die met hun kinderen op voorjaarsvakantie gaan toch iets doen aan de herdenking van de vierde mei. Voor hen die naar Turkije gaan zal dat wel meevallen. Ze zullen zich afvragen waarom er toch zo vaak gediscrimineerd wordt terwijl het zo handig is dat veel van die werkers in de toeristenindustrie in Turkije een Europese taal hebben leren spreken. Maar voor ons is die herdenkingsdag een waarschuwing.
De vrijheid die we hebben kan zomaar verdwenen zijn. De vrijheid om te zeggen wat je gelooft. De vrijheid om te zeggen dat je een andere Koning hebt dan ons Nederlandse Staatshoofd. Mag dat wel? Of wordt je dan verdacht van terroristisch radicalisme. De vrijheid om eigen verenigingen te stichten. Blijft die vrijheid of moet je straks toestemming van de overheid vragen die ook eerst je doelstelling moet goedkeuren? En kunnen doelstellingen die de huidige verhoudingen tussen arm en rijk willen veranderen nog wel door de beugel? Kunnen verenigingen die arbeiders machtig willen maken tegenover hun werkgevers nog wel door de beugel? De overheid wil overigens ook al Uw email lezen en al Uw telefoongesprekken kunnen afluisteren en overal waar U loopt in Uw zakken kunnen kijken. Vinden we dat goed? Of kunnen journalisten die corrupte ambtenaren willen ontmaskeren straks gemakkelijker door de overheid de voet dwars worden gezet. Of kunnen advocaten en vrienden van onschuldige veroordeelden straks verhinderd worden bewijzen te verzamelen die de onschuld aantonen en de leden van het openbaar ministerie als bevooroordeeld kunnen ontmaskeren.
Het inperken van burgerlijke vrijheden gaat nog maar met kleine stapjes maar het is niet voor niets dat de zangers van het Hooglied waarschuwen voor de kleine vossen. In een relatie kunnen de kleine ergernissen uitgroeien tot grote obstakels, je kunt ze maar beter vroeg uitspreken dus, in de samenleving kunnen kleine inperkingen tot grote onvrijheid leiden. Juist de aandacht voor het verloop van de bezetting tussen 40 en 45 kan ons leren dat het begint met kleine maatregelen. Natuurlijk moeten misdadigers worden opgespoord, maar de geheime machten van de overheid willen dat graag ongecontroleerd doen, zonder dat een onafhankelijke rechter een oordeel velt. Maatregelen die door het parlement gejaagd zijn in een strijd tegen een handjevol pubers dat een radicale vorm van de Islam aanhangt, moeten nu alle burgers raken. We moeten zorgen dat de dag blijft ademen en het duister op de vlucht blijft.