Leviticus 7:1-10
1 Dit zijn de voorschriften voor het hersteloffer: Het is een allerheiligst offer. 2 De dieren voor het hersteloffer moeten worden geslacht op dezelfde plaats als de dieren voor het brandoffer. Het bloed giet de priester tegen de zijkanten van het altaar. 3 Al het vet moet worden geofferd: het vet van de staart en al het vet van de buikholte, 4 de beide nieren met het niervet bij de lendenspieren, en de kleinste lob van de lever, die samen met de nieren moet worden verwijderd. 5 De priester verbrandt dit alles op het altaar als een offergave voor de HEER. Zo is het geschikt als hersteloffer. 6 Alle mannelijke leden van de priesterfamilie mogen ervan eten, op een heilige plaats; het is allerheiligst. 7 Net als bij het reinigingsoffer geldt dat het vlees van het hersteloffer bestemd is voor de priester die met dit offer de verzoeningsrite voltrekt. 8 De priester die voor iemand een brandoffer brengt, krijgt de huid van het dier dat als brandoffer is aangeboden. 9 Een graanoffer dat in de oven wordt gebakken, of in de kookpan of op de bakplaat wordt bereid, is bestemd voor de priester die het opdraagt. 10 Elk ander graanoffer, al dan niet met olie bereid, is bestemd voor alle zonen van Aäron en wordt onder hen verdeeld. (NBV)
Het boek Leviticus maakt deel uit van de Tora. De goddelijke richtlijnen voor de menselijke samenleving. De kern er van zijn de tien woorden die zelfs op stenen tafelen werden geschreven en die zo bijzonder waren dat ze in een kist van acaciahout werden bewaard in het hart van de Tent der Ontmoeting, later in het allerheiligste van de Tempel in Jeruzalem. De Tora wordt een verbond genoemd. Een verbond tussen God en het door God uitverkoren volk. Die Tora zou laten zien wat de menselijke samenleving is waarvoor God de aarde heeft geschapen.
Maar houdt men het verbond? Of wordt het verbond door de mensen verbroken. In die 10 woorden staat dat je niet moet doden, niet moet stelen, niet moet liegen en niet moet willen hebben wat van een ander is. In de Tora staan nog vele andere regels, moderne Joden stellen dat er 163 richtlijnen in de Tora staan waar je je leven op moet baseren. Niet doden, niet stelen, niet liegen zijn heel voor de hand liggende regels maar als we om ons heen kijken dan is het kennelijk ook voor de hand liggend dat mensen zich daar niet aan willen houden. Is dat dan het einden van het verbond? Bij de God van Israël kan dat niet. Die laat nooit varen het werk waarmee die God is begonnen.
Er moet dus een manier zijn om het verbond met de God van Israël weer te herstellen. Daar is het hersteloffer voor. Om het herstel duidelijk te maken eten de priesters het vlees van het brandoffer op. Het is niet meer onrein, dit vlees valt niet meer buiten het verbond, maar dit offer tekent het herstel van het verbond. Delen van wat je hebt is het hart van de Tora, zorgen voor de armen, de weduwen en de wezen en de vreemdelingen en dat delen wordt ook gedaan met God. Het is niet alleen voor de rijken die zich een dier kunnen permitteren maar ook voor de armen die niet meer hebben dan een handvol graan. Samen eten is ook vandaag de dag het recept om de vrede in de samenleving te bevorderen.