Zacharia 9:9-17
Christenen hebben dit Bijbelgedeelte later uitgelegd als een voorspelling van de intocht van Jezus van Nazareth in Jeruzalem. Die ging immers ook op een ezel de stad binnen toegejuicht door een grote menigte? Maar kloppen doet die redenering niet. Je kunt zeggen dat Jezus van Nazareth de profeet Zacharia citeerde. Iedereen die optrok naar Jeruzalem herkende dat citaat. Zonder iets te zeggen riep Jezus van Nazarareth zich uit tot het soort Koning waar het hele Oude Testament vol mee staat. Een koning die er niet is voor eigen macht maar voor het welzijn van het volk. En dat met voorbijzien van eigen belang. Zacharia profeteerde in de tijd van Alexander de Grote. De hele wereld zoals die men toen kende werd door deze Griekse veroveraar onder de voet gelopen. Volgens Zacharia zou trouw aan God, behoud van het geloof in de Wet van eerlijk delen, leiden tot vrijheid en verlossing van onderdrukking. Zo’n leger als dat van Alexander trekt voorbij, het is een machtig gezicht, maar het trekt voorbij. Wat overblijft is een bevrijder zoals vanouds bedoeld, de messias. De komst van die messias is geen machtig gezicht, die zit niet hoog te paard, maar op een ezeltje. Want of de bevrijder de beloofde messias is zal blijken uit wat hij bereikt. Die messias zal mensen bevrijden van angst voor de dood, die zal mensen inspireren weer voor elkaar te zorgen, het voor elkaar op te nemen. Die messias zal mensen er toe brengen iedereen mee te laten doen. De profeet wordt er lyrisch van, hij heft een overwinningslied aan waar in felle kleuren de bevrijding van het land wordt bezongen. Want het is duidelijk dat die bevrijding niet gaat om goederen, macht of meer land, maar om de mensen. Als edelstenen zullen ze fonkelen op zijn land, jonge mannen en vrouwen bloeien op gesterkt door wijn en graan. Dat zijn beloften die wij nog maar waar moeten zien te maken. Want zien wij kans alle kinderen in onze samenleving tot bloei te brengen en de mogelijkheden te laten realiseren die ze in zich hebben? Het gaat in ons onderwijs nog maar moeizaam en lang niet iedereen komt er goed door terecht. Wereldwijd is het nog erger. We zien in de wereld zelfs geen kans om alle kinderen voldoende te eten geven, om medische zorg zo te organiseren dat alle kinderen er in mee kunnen delen. Voor ons is de komst van die messias nog net zo hard nodig als in de tijd van Zacharias. Maar een profeet staat niet zo maar langs de kant te roepen dat alles goed zal komen. Een profeet is een waarheidszegger, geen toekomstvoorspeller. En de messias, de bevrijder, komt alleen als we allemaal bereid zijn alles te delen wat we hebben, iedereen lief te hebben als onszelf, daar kunnen we vandaag mee beginnen.