Psalm 137
1 Aan de rivieren van Babel, daar zaten wij treurend en dachten aan Sion. 2 In de wilgen op de oever hingen wij onze lieren. 3 Daar durfden onze bewakers te vragen om een lied, daar vroegen onze beulen: ‘Zing voor ons een vrolijk lied uit Sion.’ 4 Hoe kunnen wij zingen een lied van de HEER op vreemde grond? 5 Als ik jou vergeet, Jeruzalem, laat dan mijn hand de snaren vergeten. 6 Laat mijn tong aan mijn gehemelte kleven als ik niet meer denk aan jou, als ik Jeruzalem niet stel boven alles wat mij verheugt. 7 Gedenk, HEER, de dag van Jeruzalems val, toen het volk van Edom zei: ‘Neer met die stad, neer, maak haar met de grond gelijk.’ 8 Babel, weldra word je verwoest. Gelukkig hij die wraak zal nemen en jou doet wat jij ons hebt gedaan. 9 Gelukkig hij die jouw kinderen grijpt en op de rotsen verplettert. (NBV)
Nog ruim 40 dagen en we zijn weer op stille zaterdag, al zal het vandaag ook wel stil blijven. Het is een dag dat we met Boney M zingen van de rivieren van Babel,” the rivers of Babilon”, waar we treurend terneer zaten en onze lieren in de wilgen hingen.
Het lijkt er op dat je niet erg veel verder brengt. Maar zo is het natuurlijk niet. We lezen hier met grote regelmaat het verhaal van Jezus van Nazareth en het goede nieuws over zijn Koninkrijk van recht en vrede. Een Koninkrijk waar geen grenzen aan zijn en waar uiteindelijk iedereen op de hele wereld aan mee mag doen. We hebben gelezen over de gevluchte slaven in de Woestijn die een volk werden en een heel nieuw soort godsdienst kregen aangereikt. Een godsdienst waar niet het beeld van God centraal staat maar een verdrag. Een verdrag met richtlijnen voor een menselijke samenleving. Richtlijnen die zeggen dat je niet zomaar andere goden na mag lopen.
Richtlijnen die zeggen dat je ook niet zomaar mag zeggen dat God wil wat jij wilt, dat je daarom ook nooit vergeten mag dat je van slaven afstamt en dus je vader en moeder niet mag ontkennen, Richtlijnen die zeggen dat je de waarheid moet spreken in een proces, dat rechtspraak en gerechtigheid toegankelijk moeten zijn voor iedereen, zeker ook voor de armen. Richtlijnen die zeggen dat je niet alles moet willen hebben wat ook een ander heeft, dat je respect moet hebben voor mensen en dieren, kortom dat je je naaste lief moet hebben als jezelf en dat dat het hart van je Godsdienst is. We hebben gelezen van de Heilige Tent in de Woestijn waar die richtlijnen werden bewaard en brood stond om aan het delen te herinneren.
We hebben van de rechters gelezen die het volk steeds weer bij die richtlijnen betrokken en van de profeet die het volk die godsdienst steeds voorhield. En vandaag zingt de kerk dat ze Jeruzalem toch niet moeten vergeten. Daar stond immers die tempel en daar werd die leer van Mozes bewaard. Daar zullen we dus van blijven spreken en blijven zingen. Niks de lieren in de Wilgen, opstaan zullen we moeten, net als veel jongeren, tegen dictaturen en onderdrukking. Binnenkort naar de Dam in Amsterdam voor een klimaatbeleid dat de aarde leefbaar houdt voor onze kinderen en kleinkinderen. Dit jaar stemmen we ook voor een samenleving waar ook vreemdelingen mee mogen doen, waar eerlijk delen voorop staat en eerlijke handel ook met de armste landen in de wereld. Dan zal er vreugde zijn.