Jeremia 3:12-21
12 Roep tegen het noorden: Kom terug, ontrouw Israël-spreekt de HEER -,dan zal ik mijn woede laten varen, want ik ben vol genade, niet eeuwig duurt mijn toorn- spreekt de HEER. 13 Erken alleen dat je schuldig bent, tegen de HEER, je God, in opstand bent gekomen, dat je overal op zoek ging naar andere goden, onder elke bladerrijke boom, dat je niet naar mij geluisterd hebt- spreekt de HEER. 14 Kom terug, ontrouwe kinderen-spreekt de HEER -,want jullie behoren mij toe. Ik zal één van jullie uit elke stad nemen en twee van jullie uit elke familie, en jullie naar Sion brengen. 15 Ik zal jullie herders naar mijn hart geven, en die zullen jullie met wijsheid en inzicht weiden. 16 En als jullie in die tijd in aantal toenemen en dit land weer zullen bevolken, zal niemand meer over de ark van het verbond met de HEER spreken. Die komt in niemands gedachten op, hij wordt niet meer genoemd of gemist, en wordt niet opnieuw gemaakt. 17 In die tijd zal men Jeruzalem “Troon van de HEER” noemen. Alle volken zullen er samenstromen, ze zullen op de naam van de HEER afkomen en zich niet meer laten leiden door hun koppig en boosaardig hart. 18 In die tijd zal Juda zich bij Israël voegen, en samen zullen ze uit het noorden naar dit land komen, dat ik hun voorouders in bezit heb gegeven. 19 Ik dacht: Hoe kan ik je een plaats tussen mijn kinderen geven en je een begeerlijk land schenken, een sieraad voor de hele wereld? En ik dacht: Jullie zullen “vader” tegen mij zeggen, jullie keren je niet van mij af. 20 Maar nee, zoals een vrouw die haar man bedriegt, zo heb jij mij bedrogen, volk van Israël! -spreekt de HEER. 21 Een stem klinkt over de kale heuvels: Israël smeekt en weent. Het is een verdorven weg gegaan, is de HEER, zijn God, vergeten. (NBV)
Een prachtig optimistisch stuk uit het boek van de profeet Jeremia vandaag. Juda wordt belegerd en de bevolking van het kleine koninkrijk Israël is voor een groot deel gedeporteerd. In beide koninkrijken worden andere goden aanbeden en de God van Israël heeft zijn volk in de steek gelaten. Maar dat hoeft niet te blijven duren. Als het volk nu maar zou snappen hoezeer ze op de verkeerde weg zijn. Hoe fout het is om die stenen en houten goden die niks doen te aanbidden met al die rare riten die daar van hen worden gevraagd. Hoe nodig het is om een heel andere manier van God dienen te gaan beoefenen. Godsdienst in de Bijbel is dienst aan de naaste, aan de minste, aan de zwakste. Het eren van de God van Israël is het liefhebben van de naaste als jezelf. Als heel het volk zich daartoe zou bekeren en zou bekennen dat het nalopen van die andere goden, de goden van winst en profijt, van goud en valse beloften, fout is en met wortel en tak moet worden uitgeroeid, dan kunnen de ballingen weer terugkomen, hoe weinig er ook overgebleven zijn.
Dan zullen de koninkrijken Juda en Israël weer verenigd worden, dan komen er weer leiders van het volk die oog hebben voor de minsten in het volk, die er voor kunnen zorgen dat er ook echt eerlijk en rechtvaardig wordt gedeeld en dat alle mensen tot hun recht komen. Dan zal het volk weer groeien in aantal. Dan zal er ook niet meer over die oude kist uit de woestijn gesproken hoeven te worden omdat iedereen weet heeft van de leer van Mozes die daarop gegrift was, die richtlijn van heb uw naaste lief als uzelf is als het ware in de harten van de mensen gebeiteld. Dan zal heel de wereld weten dat in Jeruzalem een geheim wordt bewaard waar iedereen van de hele wereld in mag delen: dat als we met elkaar werkelijk en waarachtig delen, als iedereen tot zijn of haar recht komt, als we helemaal niemand vergeten, dat dan de hemel op aarde zal komen. Een geweldig visioen. In de zwartste dagen van zijn volk weet de profeet dit perspectief voor zijn volk te schilderen. En als hij daarin weet te geloven dan wordt ons gezegd dat we in vergelijkbare visioenen mogen gaan geloven. Want die God van Israël is vandaag nog steeds dezelfde als de God van Israël uit de dagen van Jeremia.
Door Jezus van Nazareth is ons dat geheim van Jeruzalem ook bekend geworden. Die heeft het ons voorgeleefd zelfs door de dood heen. Dat leven mogen wij navolgen. Elke dag opnieuw, hoe vaak het ons ook mislukt telkens weer mogen we doen als wat hier gevraagd wordt van het volk Israël in Juda en Israël, erken wat je verkeerd gedaan hebt, erken hoe vaak je de valse idols en de leer van idol en prestatie bent nagevolgd, erken hoe daardoor de schade is toegebracht aan de armsten en de minsten op aarde. Wees je bewust dat we geen eerlijke handelsakkoorden hebben, erken dat over sommige grondstoffen in arme landen oorlogen worden gevoerd omdat wij zo graag de producten hebben die daarvan gemaakt worden. Weet dat we mensen recht moeten doen, dat we moeten kiezen voor het leven, maar erken ook dat als de hongerigen gevoed zijn, de oorlogen beëindigd, als aan alle mensen recht wordt gedaan, dat dan ook voor ons de hemel op aarde komt. Erken ook dat we er nog vandaag mee kunnen beginnen.