Rechters 6:1-10
1-2 Maar de Israëlieten deden wat slecht is in de ogen van de HEER. Daarom leverde hij hen uit aan het volk van Midjan, dat hen zeven jaar achtereen kwam plunderen. Uit angst voor de Midjanieten richtten de Israëlieten in bergspleten, grotten en op andere moeilijk bereikbare plekken schuilplaatsen in. 3 Elk jaar wanneer het gewas op het veld stond, kwamen de Midjanieten, de Amalekieten en nog andere woestijnvolken uit het oosten aanzetten en vielen ze Israël binnen. 4 Ze sloegen er hun tenten op en vernietigden de oogsten, tot helemaal in Gaza. Niets lieten ze voor de Israëlieten over om van te leven, nog geen schaap, geen rund en geen ezel. 5 Als een zwerm sprinkhanen kwamen ze aanzetten met hun vee en hun tenten: een onafzienbare massa mensen en kamelen die het land binnenviel en alles verwoestte. 6 Door toedoen van Midjan verviel Israël tot bittere armoede, en het volk riep de HEER te hulp. 7 Toen de Israëlieten de HEER tegen de Midjanieten te hulp riepen, 8 stuurde hij een profeet, die hun zei: ‘Dit zegt de HEER, de God van Israël: Ik ben het die jullie uit Egypte heeft geleid, ik heb jullie verlost uit de slavernij. 9 Ik heb jullie bevrijd uit de greep van de Egyptenaren en van de volken die jullie hier bedreigden; die heb ik voor jullie weggejaagd en ik heb jullie hun land gegeven. 10 En ik heb jullie gezegd: Ook al wonen jullie nu in het land van de Amorieten, hun goden mogen jullie niet vereren want ik, de HEER, ben jullie God. Maar jullie hebben niet geluisterd naar wat ik zei.’ (NBV)
Als je wordt onderdrukt wordt je ook vindingrijk. Het volk Israël had zich weer afgewend van de God die hen uit het slavenhuis had bevrijd, alles ging weer zoals het altijd al in Kanaän was gegaan. Het volk Israel werd onderdrukt door de Midjanieten. Jaar op jaar kwamen die het volk plunderen tot er niets meer over bleef, nog geen schaap of ezel. En dat in het land overvloeiende van melk en honing. Zeven jaar staat er en dat is van het ene Sabbatsjaar naar het andere. Dat Sabbatsjaar was een heel jaar de bevrijding van de arbeid vieren. Maar, zo zegt het verhaal, het volk was de uittocht uit de slavernij en de tocht door de woestijn vergeten. De wet van eerlijk delen en van de ander houden als van jezelf was vergeten. En als je niet wilt delen komen ze het wel halen.
Begin jaren 70 van de vorige eeuw werd in Chili de wereldhandelsconferentie gehouden, de UNCTAD. Toen werd al voorspeld dat het aantal economische vluchtelingen zou toenemen als we de armoede, in wat toen genoemd werd de derde wereld, niet zouden bestrijden. Ook de conflicten zouden toenemen en we zouden horen van honger en massasterfte. Van aids wist nog niemand, maar de voorspellingen zijn allemaal uitgekomen. Jan Pronk werd in 1973 minister van ontwikkelingssamenwerking en hij zorgde er voor dat Nederland het eerste land, en tot voor kort het enige land, werd dat zich hield aan de afspraak om een vast percentage van de rijkdom af te staan aan de armen. Inmiddels is die standaard losgelaten. Diezelfde Jan Pronk heeft een aantal jaren geleden een boek gepubliceerd onder de titel “Willens en Wetens”.
Als je wilt weten wat die profeet, waarover het in dit stuk uit Rechters gaat, het nou eigenlijk over heeft, moet je dat boek eens lezen. Eén van de zaken, die de armoede goed illustreert, is het gegeven dat 2 miljard mensen geen toilet hebben en dus niet weten waar ze hun behoefte moeten doen. Dat wat we vandaag horen over overstromingen in de arme delen van de wereld, is voor veel rivieren en meren in de derde wereld al jaren heel gewoon. Er komt weer een conferentie van de Verenigde Naties aan over armoe. Volgens Jan Pronk, maar ook volgens die profeet uit Rechters, moeten we zelf zorgen voor de bevrijding van armoede. Wellicht dat een linkse lente helpt. Die lente begint op internet, en met de bevrijding kunt U vandaag nog beginnen in de Wereldwinkel of de Fair Trade shop.