Wijk af van het kwaad, en doe het goede

Psalm 34
 
Vandaag zingen we een lied bij een Bijbelverhaal. In het Liedboek voor de Kerken staan veel liederen bij Bijbelverhalen en als je op zondag in een Protestantse Kerk komt dan kan het je overkomen dat je na de lezing uit de Bijbel een lied zingt dat precies aansluit bij wat er net gelezen is, alsof er een muzikaal plaatje bij de lezing uit de Bijbel staat. Nu is er bij dit verhaal over David wel wat aan de hand. Want het verhaal dat in het opschrift van deze Psalm staat bestaat niet. In dit opschrift worden twee verhalen aan elkaar geknoopt uit het eerste boek Samuel, lees maar eens het eenentwintigste hoofdstuk. Dan zie je dat het gaat over een priester Abimelech en dat David zich bevrijdt van Achis de stadsvorst van Gat door zich voor te doen als een gek. Dat verhaal met Abimelech gaat over David die de gewijde broden uit de Tempel at samen met zijn mannen en in beide verhalen waren ze op de vlucht voor koning Saul. Dat verhaal over de Tempel die de redding betekende kan je ook in de Psalm terugvinden, in die broden kun je inderdaad de goedheid van de Heer proeven. Maar daar blijft het niet bij, steeds weer moet je worden bevrijdt. Dat is de les die David in het hele verhaal had geleerd van zijn omgang met Koning Saul. Het is niet genoeg als je een keer geroepen bent om koning te worden. Het is ook niet genoeg als je je volk beschermt door haar vijanden te verslaan. Het is ook niet genoeg als je voortdurend de Wet van heb je naaste lief als jezelf probeert na te streven. Telkens opnieuw moet je weer wegen vinden om daar opnieuw mee te beginnen. Telkens opnieuw moet je je apart zetten, niet doen wat gewoon is, om weer terug te keren naar die Wet van God. Ook de rechtvaardige blijft niets bespaard in het leven. De beloning is dus niet dat je er zelf beter van wordt. De honger die David en zijn legertje naar de Tempel dreef maakt hen niet wanhopig. Dat hij vlak daarop gevangen wordt genomen door de soldaten uit Gat maakt hem niet minder vindingrijk. Steeds er op vertrouwen dat er maar één Heer is op de wereld, dat die Heer te herkennen is aan de liefde voor de mensen, dat maakt dat David eindeloos door kon gaan. Dat David kon blijven weigeren om de wapens op te nemen tegen zijn eigen volk. Dan blijf je zingen met het Psalmboek over rechtvaardigen die zullen worden beloond. En mag je soms je tegenstanders niet een beetje voor de gek houden? David had het gedaan bij de koning van Gat, maar zingt dat je niet mag liegen, of kwaadspreken. En dat laatste is de opgave die we nog niet kennen. Ook in deze Psalm geen kwaad woord over Koning Saul, ook in de verhalen van David kom je nergens tegen dat David iets kwaads over Saul zegt. Gaan wij ook met onze tegenstanders zo om? Als je je oor te luisteren legt bij het parlement, of bij de verkiezingen in de Verenigde Staten,  zou je het niet zeggen. Daarom roept deze Psalm ook op een voorbeeld aan David te nemen. Spreek geen kwaad over je tegenstanders, maar blijf spreken over het goede.

Plaats een reactie