Marcus 6:14-29
14 Koning Herodes hoorde van hem, want zijn naam was overal bekend geworden. Sommigen zeiden: ‘Johannes de Doper is opgewekt uit de dood en daardoor beschikt hij over zulke wonderbaarlijke krachten.’15 Maar anderen zeiden: ‘Het is Elia, ‘en weer anderen zeiden: ‘Hij is een profeet zoals die er vroeger waren.’ 16 Toen Herodes dit allemaal hoorde, zei hij: ‘Het is Johannes, die ik heb onthoofd, die weer is opgestaan.’ 17 Want Herodes had Johannes gevangen laten nemen en hem, aan handen en voeten geketend, laten opsluiten vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, met wie hij getrouwd was. 18 Johannes had namelijk tegen Herodes gezegd: ‘U mag niet trouwen met de vrouw van uw broer.’ 19 Sindsdien had Herodias het op hem gemunt en wilde ze hem uit de weg ruimen, maar ze kreeg er de kans niet toe, 20 want Herodes had ontzag voor Johannes, omdat hij wist dat hij een rechtvaardig en heilig man was, en hij nam hem in bescherming. En hoewel hij altijd in grote onzekerheid verkeerde als hij naar hem geluisterd had, bleef hij hem toch graag horen. 21 Op een keer deed zich echter een gunstige gelegenheid voor, toen Herodes op zijn verjaardag een feestmaal gaf voor zijn hovelingen en de hoge militairen en de voornaamste inwoners van Galilea. 22 De dochter van Herodias kwam binnen om voor Herodes en zijn gasten te dansen, wat bij hen erg in de smaak viel. De koning zei tegen het meisje: ‘Vraag me wat je maar wilt, en ik zal het je geven.’ 23 En hij bezwoer haar: ‘Wat je ook vraagt, ik zal het je geven, al was het de helft van mijn koninkrijk!’ 24 Ze ging naar haar moeder en vroeg: ‘Wat zal ik vragen?’ Haar moeder zei: ‘Het hoofd van Johannes de Doper.’ 25 Haastig ging ze weer naar binnen, stapte recht op de koning af en zei tegen hem: ‘Ik wil dat u me nu meteen op een schaal het hoofd van Johannes de Doper geeft.’ 26 Deze vraag bedroefde de koning zeer, maar hij wilde het haar niet weigeren omdat hij in het bijzijn van zijn gasten een eed had gezworen. 27 Hij stuurde iemand van zijn garde weg met het bevel hem het hoofd te brengen. De soldaat ging naar de gevangenis en onthoofdde Johannes. 28 Hij bracht het hoofd binnen op een schaal en gaf het aan het meisje, en zij gaf het aan haar moeder. 29 Toen zijn leerlingen hiervan hoorden, gingen ze zijn lijk halen en legden het in een graf. (NBV)
De Bijbel is zo groot en staat zo vol prachtige verhalen dat het soms lastig is om al die verhalen op de juiste manier te vertellen. In het Nieuwe Testament staan sommige verhalen dan ook nog drie of vier keer op verschillende manieren verteld en dus met verschillende bedoelingen, om ons steeds een ander deel van het verhaal duidelijk te maken. Elke evangelist vertelde het verhaal zo dat de boodschap die ze nodig vonden voor degenen voor wie ze het schreven duidelijk zou worden. Met het verhaal over de onthoofding van Johannes de Doper is dat ook zo gegaan. We kennen natuurlijk het verhaal over koning Herodes die van Johannes de Doper kritiek kreeg op de manier waarop die koning getrouwd was en op verzoek van zijn vrouw en dochter de profeet liet onthoofden en het hoofd op een schaal liet zien. Maar Marcus vertelt het verhaal bijna terloops midden in een ander verhaal.
Marcus heeft het over de leerlingen van Jezus die twee aan twee er op uit gingen, het boze uitdreven en zorgden dat zieken weer mee konden gaan doen met de samenleving. Die manier van optreden van Jezus van Nazareth maakte diepe indruk op de Koning. Die manier van doen maakte dat Jezus van Nazareth ongrijpbaar werd. Niet Jezus van Nazareth als persoon kwam daarbij centraal te staan maar zijn boodschap, het goede nieuws voor de armen. Koning Herodes werd zelfs bang dat die profeet Johannes weer tot leven was gewekt. Die profeet had immers kritiek op de koning geuit ook toen hij al gevangen was genomen en in de boeien was geslagen. Zonder op zijn eigen positie acht te slaan was hij doorgegaan met zijn verkondiging en oproep tot bekering. Jezus van Nazareth had een vergelijkbare weg gekozen, hij had zijn leerlingen er op uit gestuurd. Uiteindelijk zou zijn manier van verkondigen uitlopen op de dood aan het kruis. Maar hij overwon de dood en zijn boodschap, en volgens velen hijzelf ook, overleefde die kruisdood.
Daarom hoeven ook wij dus niet bang te zijn als we het goede nieuws van de bevrijding van de armen blijven rondbazuinen. Steeds weer in de geschiedenis zijn er mensen geweest die de fakkel oppakten en steeds weer zullen er mensen zijn die het verhaal gaan vertellen dat Liefde uiteindelijk regeert en dat recht en gerechtigheid reële mogelijkheden zijn voor het dagelijks leven. Soms moesten die mensen dat met hun leven bekopen maar hun boodschap overleefde het tot op de dag van vandaag. Als je die boodschap van liefde centraal stelt maakt het ook niet uit wat er met jezelf gebeurt, je zaait en er zal geoogst worden.Vandaag mogen wij die volgelingen van Jezus van Nazareth zijn die om ons heen het verhaal vertellen, het goede doen voor de minsten in de wereld en daarbij onze overheid het goede voorhouden en niets dan het goede.