2 Petrus 3:1-9
1 Geliefde broeders en zusters, dit is al de tweede brief die ik u schrijf. Met beide wil ik u tot een helder inzicht brengen, 2 en wel door u te herinneren aan de woorden die de heilige profeten destijds hebben gesproken en aan het gebod van onze Heer en redder dat uw apostelen u hebben doorgegeven. 3 Vergeet vooral niet dat er aan het einde van de tijd spotters zullen komen, die hun eigen begeerte volgen en smalend 4 vragen: ‘Waar blijft hij nu? Hij had toch beloofd te komen? De generatie voor ons is al gestorven, maar alles is nog steeds zoals het sinds het begin van de schepping geweest is.’ 5 Ze gaan er dan willens en wetens aan voorbij dat er in het begin al eens een hemel is geweest en een aarde die door Gods woord gevormd was uit water en door middel van water, 6 en dat de toenmalige wereld vergaan is toen ze door het water werd overspoeld. 7 Maar de tegenwoordige hemel en aarde worden door datzelfde woord bewaard om op de dag van het oordeel, waarop de goddelozen ten onder zullen gaan, te worden prijsgegeven aan het vuur. 8 Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. 9 De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat. (NBV)
Door de eeuwen heen zijn mensen nieuwsgierig naar de datum waarop de geschiedenis ten einde zal zijn gekomen. Alles gaat voorbij dus ook onze geschiedenis. Vlak na het uitstorten van de Heilige Geest met Pinksteren geloofden de Apostelen dat het einde der tijden wel zeer nabij was. Ook Paulus schrijft herhaaldelijk aan de diverse gemeenten dat het einde der tijden zeer nabij is. In de Evangeliën zijn aanwijzingen te vinden dat ook Jezus van Nazareth er voor waarschuwde dat het einde der tijden niet ver zou zijn. In de tijd dat deze Tweede Brief van Petrus werd geschreven was er echter al geruime tijd verlopen zonder dat het einde der tijden zich had aangekondigd. Wij zijn inmiddels 20 eeuwen verder en nog is van het einde der tijden geen sprake. Integendeel, we weten uit de natuurwetenschappen dat het nog vele eeuwen kan duren voor onze zon opgebrand zal zijn en het leven op aarde zal verdwijnen.
We kunnen dat zelf versnellen door een nucleaire oorlog te beginnen op de wereld maar onze wereldleiders zijn daar de afgelopen 50 jaar steeds voor teruggeschrokken. De herinneringen van het gooien van atoombommen op Japan roepen de beelden van de verschrikkingen zo levendig op dat het opnieuw gooien van atoombommen geen optie is. Hoe zit dat dan met het einde der tijden waarover in de Bijbel wordt gesproken? De schrijver van de Tweede Brief van Petrus heeft een paar mooie oplossingen. Er was al eens een overstroming die al het leven op aarde had vernietigd. Wij kennen die overstroming uit het verhaal van Noach maar ook in tal van andere religies klinkt een verhaal over een dergelijke overstroming door. Verder stond al in Psalm 90 dat duizend jaar in de ogen van God als één dag is, wat natuurlijk ook een ander licht op Genesis 1 werpt. Maar de mooiste reden is dat God eerst alle mensen wil bekeren tot het geloof in de bevrijding van de armen, tot het geloof in het Koninkrijk, het geloof in God zelf. Voordat dat gebeurd zal de wereld niet vergaan.
Dan kan het onze tijd dus ook nog wel duren. Heel langzaam zijn we tot de overtuiging gekomen dat het niet in de datum zit. Het zit in onze houding. Wat zou er gebeuren als we wisten dat morgen de wereld zou vergaan? Velen van ons zouden zich bekeren en zorgen dat ze nog net het goede doen wat ze kunnen doen. De laatste hongerige nog voeden, de dorstige nog te drinken geven, de gevangene nog bezoeken, de bedroefde nog troosten. Als dat zo is dan moeten we dus elke dag leven alsof morgen de wereld vergaat. Niet om er zelf beter van te worden, of bij de terugkeer van de Heiland een plekje in de hemel te verdienen, maar om een einde te laten komen aan de geschiedenis van oorlog, honger en ellende. Het einde der tijden is nabij omdat wij leven alsof het nabij is. Daarmee kan de hele wereld bekeerd worden want we willen immers dat iedereen meedoet met heb Uw naaste lief als Uzelf en delen met wie er gedeeld moet worden, daarvoor zullen de volken vrede moeten willen en ook daar kunnen we aan werken. Vandaag is dus niet alleen de eerste dag van de rest van je leven maar ook de laatste.