Alles is mij toegestaan.

1 Korintiërs 6:12-20

12 ¶  U zegt: ‘Alles is mij toegestaan.’ Maar niet alles is goed voor u. Zeker, alles is mij toegestaan, maar ik mag me door niets laten beheersen. 13  U zegt: ‘Het voedsel is er voor de buik en de buik is er voor het voedsel, en God zal aan beide een einde maken.’ Maar bedenk dat het lichaam er niet is om ontucht mee te plegen: het is er voor de Heer en de Heer is er voor het lichaam. 14  God heeft de Heer opgewekt, en door zijn macht zal hij ook ons opwekken. 15  Weet u niet dat uw lichaam een deel is van het lichaam van Christus? Zou ik dan van de delen van zijn lichaam de lichaamsdelen van een hoer maken? Dat nooit! 16  Of weet u niet dat wie zich met een hoer verenigt samen met haar één lichaam wordt? Want de Schrift zegt: ‘Zij zullen één lichaam zijn.’ 17  Maar wie zich met de Heer verenigt wordt met hem één geest. 18  Ga ontucht uit de weg! Geen enkele andere zonde die een mens kan begaan tast het lichaam aan, maar wie ontucht pleegt zondigt tegen het eigen lichaam. 19  Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God, en weet u niet dat u niet van uzelf bent? 20  U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam.  (NBV)

Dat is nog eens een mooie tekst uit de Bijbel: “alles is mij toegestaan.” Die Christenen komen altijd met nieuwe regeltjes, geboden en verboden, je moet van alles en je mag niks. Kennelijk staan er ook andere zaken in de Bijbel en het werkt bevrijdend als je beseft dat de grote Paulus, de man van de vele brieven, aan zijn gemeente in Kortinthe schrijft dat alles is toegestaan. Maar niet alles is nuttig schrijft hij er achteraan. Dat hadden we natuurlijk ook zelf wel kunnen bedenken. Wie goed nadenkt weet dat goed voor jezelf zorgen nuttiger is dan jezelf verwaarlozen. Teveel alcohol, stevig roken, drugs gebruiken, het zijn allemaal zaken die zeer plezierig kunnen zijn maar die niet echt nuttig zijn voor een gezond en welvarend bestaan, zaken die je dus maar beter in de hand kan houden. En daar gaat het in dit gedeelte van de brief aan de Korintiërs over: wordt geen slaaf, van niks en niemand.

In de eerste plaats heeft Paulus het hier over de seksualiteit. Hij had al geschreven dat iedereen een Tempel is van de Geest van de God van Israël. Als je weet hebt van het Tempel zijn dan kun je iets betekenen voor anderen, dan heb je oog voor de minsten, dan bevrijd je anderen van armoede, geweld, honger en uitzichtloosheid. Dan gaan de lammen weer lopen en de blinden weer zien, dan krijgen mensen weer een toekomst. Maar word je dan zelf slaaf? Ben je dan een slaaf van je eigen lustgevoel? Heb je dan een ander mens nodig om je eigen lust te bevredigen? Wil je zelf als voorwerp behandeld worden? Nee toch! Wie anderen als zuster en broeder behandeld, anderen liefheeft als zichzelf die kan de ander al helemaal niet meer behandelen als object, als voorwerp, die kan ook met zichzelf geen hoererij bedrijven. Paulus heeft nog wel eens van die ingewikkelde zinnen nodig maar het is eigenlijk heel eenvoudig. Wie net als Jezus van Nazareth van mensen wil houden die kan mensen niet vernederen en ten eigen bate gebruiken.

Paulus gebruikt hier beelden die uit de slavenhandel afkomstig zijn. Wij kennen dat niet meer uit de dagelijkse praktijk. Als wij naar onze wekelijkse warenmarkt gaan dan is daar geen podium meer waar mannen en vrouwen, kinderen en grijsaards, te koop worden aangeboden alsof het potten en pannen zijn die je in je huis zou kunnen gebruiken. In de dagen van Paulus was dat heel gewoon. Binnen de Christelijke gemeente viel het onderscheid tussen slaven en vrijen weg. Paulus roept nu ons op ons ook van onze eigen verslavingen te bevrijden, we zijn immers vrijgekocht betoogd hij. Zoals slaven konden worden vrijgekocht zo zitten ook wij niet meer vast aan regels en geboden, niet van binnen uit en niet van buiten af. We zijn vrije mensen, niemand is onze baas, niemand heeft ons in eigendom, we hebben één Heer, dat is God zelf. Het heeft verreikende gevolgen let maar eens op vandaag hoe vaak je het gevoel hebt dat iets moet in plaats van dat het mag. En bevrijd je van dat moeten, je wil zelf dat dingen goed gedaan worden, daar kies je in vrijheid voor.

Plaats een reactie