2 Kronieken 2:10-17
10 Koning Churam van Tyrus stuurde Salomo een brief met het volgende antwoord: ‘Omdat de HEER zijn volk liefheeft, heeft hij u als koning over hen aangesteld.’ 11 De brief vervolgde: ‘Geprezen zij de HEER, de God van Israël, de schepper van hemel en aarde, die aan koning David een wijze zoon heeft gegeven die over verstand en inzicht beschikt en een tempel wil bouwen voor de HEER en een koninklijk paleis voor zichzelf. 12 Ik stuur u hierbij iemand die over groot vakmanschap beschikt, meester Churam. 13 Hij is de zoon van een Danitische moeder en een Tyrische vader. Hij is bedreven in de bewerking van goud en zilver, koper, brons en ijzer, steen en hout; hij kan roodpurperen, blauwpurperen, karmozijnrode wol en fijn wit linnen verwerken en allerlei snijwerk aanbrengen. bovendien is hij een begenadigd ontwerper. Samen met uw ambachtslieden en de ambachtslieden van mijn heer, uw vader David, zal hij alles uitvoeren wat hem wordt opgedragen. 14 Stuur ons de tarwe, gerst, olie en wijn die u hebt toegezegd, heer, 15 dan zullen wij op de Libanon bomen kappen zoveel u maar nodig hebt. We zullen de stammen als vlotten over zee naar Jafo vervoeren, vanwaar u ze naar Jeruzalem kunt overbrengen.’ 16 In navolging van zijn vader David hield Salomo een telling onder de vreemdelingen in Israël. Het waren er honderddrieënvijftigduizend zeshonderd. 7 Zeventigduizend van hen stelde hij aan als sjouwers, tachtigduizend als steenhouwers in het gebergte en zesendertighonderd als opzichters om toezicht op het werk te houden.
Salomo had dus hulp gevraagd bij de bouw van de Tempel aan zijn buurman de Koning van Tyrus. Die schrijft een beleefde brief terug, zoals dat onder Koningen nog steeds het gebruik is. Maar in de eerste regels van die brief staat hier toch wat vreemds. Die Tyrus snapt niet zozeer dat de jonge Koning van Israël een mooi paleis en een nog mooiere Tempel wil hebben, dat is goed voor het imago nietwaar. Maar die Koning van Tyrus snapt kennelijk op de een of andere manier dat de God van Israël zelf hier in het spel is. En dat is ook de reden dat die Heidense Koning positief ingaat op het verzoek van Salomo. En hij kent kennelijk de geschiedenis van Israël goed, of de schrijver van het boek Kronieken heeft zich willen verweren tegen kritiek. Bij de bouw van de Tabernakel onder Mozes had een kunstenaar uit de stam Dan de leiding gehad. En zie, de grootste kunstenaar die de Koning van Tyrus voorhanden heeft is een Joodse jongen uit de stam Dan, met wel een Tyrische vader, meester Churam.
Salomo zelf heeft genoeg arbeiders om het werk uit te voeren maar meester Churam zal graag met hen samengewerkt hebben. Je naam is natuurlijk direct gevestigd als je de verantwoordelijkheid hebt over de vormgeving van een grote nieuwe Tempel in een belangrijke stad. De lezers van de Kronieken die zelf bezig waren met de herbouw van de Tempel zullen dit graag onderschreven hebben. Er valt nog veel werk voor de herbouw te verrichten, goud, zilver, koper, brons, ijzer, steen en hout, wit linnen, roodpurperen, blauwpurperen, karmozijnrode wol, het is niet niks. Maar Salomo had betaald met tarwe, gerst, olie en wijn en aangezien het land Israël braak lag bij de terugkeer zou het moeten lukken voldoende te verbouwen om zelf ook dergelijke aankopen te doen. En een haven was er nog altijd, die had toch ook de ballingen ontvangen die van overzee uit de ballingschap waren teruggekeerd. Het verhaal over de bouw van de Tempel en de hulp van Tyrus heeft dus kennelijk de bouwers van de herbouw een hart onder de riem gestoken.
Nu hadden Ezra en Nehemia nog wel een probleem. Dat waren de vele vreemdelingen die in Israël waren gaan wonen tijdens de ballingschap. Ze hadden overigens ook een probleem met al die gemengde huwelijken. Maar dat probleem van gemengde huwelijken was op te lossen met regeltjes. De zoon van een moeder uit de stam Dan was een Joodse jongen. probleem opgelost. Maar die vreemdelingen dan. Het klinkt ons bekend in de oren. Wat moeten we met al die vreemdelingen die onder ons zijn? De schrijver van de Kronieken heeft er wel een oplossing voor. Schakel die vreemdelingen in bij de opbouw van je land. Nu is het tellen van mensen en het opplakken van etiketten niet zonder risico, David had er slechte ervaringen mee gehad, maar voor de opbouw van een menselijke samenleving, een samenleving naar Gods hart, zou het toch goed moeten zijn. Er waren voldoende vreemdelingen. Misschien ook voor onze dagen een goed idee, de vreemdelingen in te schakelen bij de opbouw van de menselijke samenleving.