Ik zal ze uit alle volken terughalen

Ezechiël 34:1-16

Na de Tweede Wereldoorlog, toen de staat Israel gesticht was en onderdak bood aan honderduizenden ontheemde Joden, werden de laatste verzen uit het gedeelte dat we vandaag uit het boek van de profeet Ezechiël lezen nogal eens aangehaald als rechtvaardiging voor de massale immigratiepolitiek van Israel. Dat is natuurlijk erg mooi en vroom maar er deugt niks van. De stichting van de staat Israel was een idee uit de negentiende eeuw toen in Rusland en Oost-Europa de niet Joodse bevolking werd opgezet tegen de Joodse bevolking onder het motto dat die alle armoede hadden veroorzaakt. Het nazisme dat had huisgehouden in Duitsland beschuldigde ook alle Joden van alle kwaad dat er op de wereld was. Bovendien probeerden de Nazi’s ook daadwerkelijk de Joden te vernietigen zodat de overgebleven Joden na de Tweede Wereldoorlog alle reden hadden naar een eigen staat met een eigen leger te verlangen zodat ze tenminste verdedigd konden worden. Maar die vrome westerse landen die naar Ezechiël wezen hadden ongelijk. Zij immers waren nauwelijks massaal in opstand gekomen tegen de nazi’s. Ambtenaren, bestuurders, politieagenten hadden vaak meegewerkt met de maatregelen tegen de Joden. Natuurlijk er was verzet geweest en er waren verzetsmensen. Tot op de dag van vandaag worden vanuit Israel onderscheidingen uitgereikt aan hen die hun leven in de waagschaal stelden voor de hulp aan Joden in de Tweede Wereldoorlog. Maar hele volken hadden hen in de steek gelaten. Vluchtelingen werden teruggestuurd naar Duitsland. Spoorwegen naar de concentratiekampen niet gebombardeerd. Het eigen belang ging voor. Als de laatste teksten zouden slaan op de vorming van de staat Israel dan slaat het eerste gedeelte van dit hoofdstuk op niet Joden uit Europa en Amerika. Zij dachten vaak eerder aan zichzelf dan aan de slachtoffers. En is er veel veranderd sinds de Tweede Wereldoorlog of zelfs sinds de dagen van Ezechiël? Dag in dag uit blijft het antwoord te herhalen. Natuurlijk niet. Rijken profiteren van de armen. Binnen ons land wordt gesproken over koopkracht en deelt een staatssecretaris kerstpaketten uit aan de minima, maar laat de regering de exorbitante zelfverrijkers buiten beschouwing. Tussen de rijke en de arme landen blijven de rijke landen profiteren van goedkope grondstoffen die ze zelf in de arme landen laten winnen. De arbeid laten ze verrichten door de allerarmsten in die landen en de winsten worden opgepot in de rijkste delen van de westerse samenleving. Zelfs Israel handelt als de naties in de wereld en bouwt een muur rond het arme Palestina, alleen de werkers in Israel kunnen er voor een schamel loon door als ze nodig zijn. Blijft dat zo? Natuurlijk niet. Overal zijn mensen bezig die verhoudingen te veranderen. In ons land probeert de Fair Trade en Max Havelaar beweging de verhouding tussen arm en rijk te veranderen, zijn er vrienden van Palestina, is er de beweging van de arme kant van Nederland. En wordt nog steeds in boeken als dat van Ezechiël gelezen.

Plaats een reactie