Matteüs 18:10-20
De eerste vraag is waarom God eigenlijk een ramp als een paar jaar gelden in New Orleans toelaat en opnieuw dezelfde mensen in gevaar brengt. In het boek Job wordt duidelijk dat dat toch een verkeerde vraag is, natuurrampen gebeuren nu eenmaal en de goede vraag is hoe wij er zelf mee omgaan. Jezus geeft in het bovenstaande verhaal het beeld van de herder mee. Afgezien van de grote stille heide in Drenthe en op een incidenteel verdwaald stukje natuur kennen wij de herder met schaapskudden niet meer. Maar dat je bij echt liefhebben alles uit de kast haalt om dat wat je dierbaar is terug te vinden kunnen we ons nog wel voorstellen. Bewoners van buurten en campings helpen in de zomer maar al te graag zoeken als er weer eens een kind wordt vermist, dag en nacht desnoods. Gelukkig vaak met goede afloop. In Amerika is het met veel mensen net zo. Bij de vorige ramp stroomden hulpverleners uit heel Amerika toe om de slachtoffers in New Orleans te helpen. In ons eigen land gaat dat precies hetzelfde. Vluchtelingen willen meer contact met Nederlanders om goed te kunnen inburgeren heeft Vluchtelingenwerk ontdekt. Veel Nederlanders willen daar graag bij helpen. Geen enkel vluchtelingencentrum heeft eigenlijk gebrek aan vrijwilligers, maar de Nederlandse overheid ontmoedigt het. De mogelijkheid om de taal te leren wordt beperkt, de mogelijkheid om aan de samenleving ook echt te leren deelnemen wordt bijna ontnomen. In plaats van alles uit de kast te halen om ook de minsten er bij te betrekken worden ze wegbezuinigd. Een paar uur les en U zoekt het maar uit. We zullen het dus zelf moeten doen, organisaties genoeg waar je je bij kunt aansluiten om de armen in de samenleving te helpen. Maar dan ben je bezig in een kerk of een organisatie en dan gaan mensen zich vervelend gedragen, ze stelen uit de kas of ze willen de baas spelen zonder daarvoor aangesteld te zijn, of ze doen niet wat ze hadden beloofd. In het stuk dat we vandaag lezen worden ook een aantal praktische tips gegeven, die voor elke groep van waarde kunnen zijn, maar waar bijna nooit de hand aan wordt gehouden. Als iemand zich niet aan de groepsregels houdt praat daar dan eerst eens rustig onder vier ogen over. Snapt iemand dan dat er wat aan de hand is en gaat er wat aan te doen dan heb je niet alleen een probleem opgelost maar ook problemen voorkomen. Zo niet, probeer het dan nog eens met een paar andere groepsleden er bij. Je kunt het toch verkeerd hebben uitgelegd of niet de juiste toon hebben getroffen. Ook dan geldt dat als er geluisterd wordt de zaak kan worden opgelost en verdere problemen voorkomen. Duidelijk is dat je hier iemand aanspreekt alsof je zelf aangesproken wordt. Wij kennen dat bijna niet meer. Nee het zijn gelijk bazen en machthebbers die zich willen laten gelden, tegen wie we ja en zo is het moeten zeggen. Iemand helpen zich aan de regels te houden, daar wat voor over hebben is er meestal niet bij. Toch kunnen mensen die dit bijbelstuk kennen heel ver gaan. Ergens in Nederland was een kerkelijke gemeente waartoe iemand hoorde die heel erg de regels geschonden had. Hij kon niet van kinderen afblijven. Die kerkelijke gemeente heeft toen besloten een groep te vormen die met hem in gesprek ging, en met zijn gezin. Achteraf kun je zeggen dat als hij had geluisterd dan was zijn probleem opgelost en waren problemen voor anderen voorkomen. Dit voorbeeld had dan niet opgeschreven kunnen worden want niemand zou het geweten hebben. Hij luisterde echter niet en ondanks alle pogingen ging het gruwelijk mis. We weten dat omdat het laatste advies uit dit Bijbelgedeelte is de zaak voor de gemeenschap te brengen. Ook dan krijgt iemand nog een kans, Jezus bekeerde Tollenaars en hielp Heidenen te over. Maar het is duidelijk, mensen kunnen zich buiten de gemeenschap plaatsen, als ze niet luisteren. De boodschap is dus dat je moet blijven proberen de ander te bereiken, en schakel uiteindelijk gerust de anderen uit de groep er bij in, iedereen mag helpen.