1 ¶ Gedenk daarom je schepper in de dagen van je jeugd-voordat de slechte dagen komen en de jaren naderen waarvan je zegt: In deze jaren vind ik weinig vreugde meer. 2 Voordat de zon verduistert, de sterren en de maan niet langer stralen, de lucht ook na de regen grauw van wolken wordt. 3 De dag waarop de wachter trillend voor het huis staat, de soldaten kromgebogen voortgaan, de maalsters langzaamaan verdwijnen, de vrouwen uit het venster staren en een schaduw lijken. 4 Wanneer de deuren naar de straat worden gesloten, de molen geen geluid meer maakt, het fluiten van de vogels ijl van toon wordt, wanneer hun lied versterft. 5 Je durft geen heuvel te beklimmen, de weg is vol gevaar. De amandelboom behoudt zijn wintertooi, de sprinkhaan sleept zich voort, de kapperbes droogt uit. Een mens gaat naar zijn eeuwig huis, een klaagzang vult de straat. 6 Voordat het zilverkoord wordt weggenomen, de gouden lamp gebroken, de waterkruik in stukken valt, het scheprad bij de put wordt stukgebroken.7 Wanneer het stof terugkeert naar de aarde, weer wordt zoals het was, wanneer de adem van het leven weer naar God gaat, die het leven heeft gegeven 8 ¶ Lucht en leegte, zegt Prediker, alles is leegte.9 Prediker was een wijs man en heeft het volk veel kennis bijgebracht. Hij heeft gewikt en gewogen en veel spreuken opgesteld. 10 In treffende spreuken probeerde Prediker de waarheid getrouw onder woorden te brengen. 11 De woorden van de wijzen zijn zo scherp en puntig als een ossenprik, al hun spreuken zijn ons door één herder ingeprent. 12 En tot slot, mijn zoon, nog deze waarschuwing: er komt geen einde aan het aantal boeken dat geschreven wordt, en veel lezen mat het lichaam af. 13 ¶ Alles wat je hebt gehoord komt hierop neer: heb ontzag voor God en leef zijn geboden na. Dat geldt voor ieder mens, 14 want God oordeelt over elke daad, ook over de verborgen daden, zowel over de goede als de slechte. (NBV)
Sinds de jaren 60 van de vorige eeuw ligt alle nadruk in onze cultuur op de jeugd. Als de mensen in de leeftijd tussen 20 en 40 iets niet leuk vinden dan is het commercieel niet interessant, ook al zijn er inmiddels veel meer mensen boven de 55 jaar oud dan er van die “jongeren” zijn. Alles moet jong en hip zijn is de leus. Dat lijkt ook de leus van Prediker, maar als we dat denken hebben we het toch niet helemaal goed gelezen. Prediker geeft hier een advies aan de jeugd dat aansluit bij het advies over het gooien van brood op het water. Als je namelijk in je jeugd al het goede doet en weet te delen met mensen die niets hebben dan kon je daar nog wel eens profijt van hebben als je ouder wordt en de schaduwen van het leven boven je hangen. Ieder mens heeft dagen dat het mee zit en dagen dat het tegen zit. Ziekte, zeer, conflicten, ze zijn in een mensenleven onontkoombaar. Als je er dan voor gezorgd hebt dat er ergens steun en hulp vandaan komt dan ben je extra geholpen. In onze samenleving hadden we dat georganiseerd in de verzorgingsstaat. Die zorg was georganiseerd in de tijd dat we nog met veel volksziekten te maken hadden. Ziek zijn was een ramp en kon lang duren, genezen was maar toeval. Nu is de tijd veranderd. Genezen en revalideren kan veel en veel vaker, ziek zijn hoeft niet meer zo lang te duren.
Helaas is de verzorgingsstaat niet aangepast op de veranderende mogelijkheden maar op de weigering van de rijken mee te helpen zorgen voor de armen. De kosten van inkomensverlies bij ziekte worden op de werknemers zelf afgewenteld. De kosten van de gezondheidszorg worden niet meer gedeeld maar afgewenteld op de gebruikers van gezondheidszorg. De compensatie voor gehandicapten en chronisch zieken via de belastingen bereikt alleen de rijken. Jongeren doen er dus goed aan zich op de hoogte te stellen van de voordelen van een verzorgingsstaat waarin eerlijk delen voorop staat. Samen Werken en Samen Leven betekent voor een samenleving in de zin van de Bijbel ook altijd Samen Delen. zolang dat niet het geval is zullen ze zichzelf moeten verzekeren, tegen ziekte, tegen arbeidsongeschiktheid, tegen werkloosheid, en tegen het ouder worden. Vergeet ook het laatste niet. Doordat de gezondheidszorg verbeterd worden we ook steeds ouder. Daardoor zijn er ook meer pensioenen nodig die langer genoten worden. Tijdig je verzekeren betekent dat je al op jonge leeftijd zorgdraagt voor je ouderdom. Bedrijfspensioenen zijn niet meer voldoende.
Dit is laatste passage uit het boek Prediker. We sluiten het af. Het boek gaf ons de raad te genieten van wat we hebben. Streven naar meer en beter is streven naar lucht en leegte en dus najagen van wind. Beter is het te delen met elkaar. Ook in deze slotpassage klinkt weer die raad, heb ontzag voor God en leef zijn geboden na. Dat je ze na moet leven is overigens nog niet eens zo gemakkelijk vertaald. In de statenvertaling wordt gesproken over het houden van de geboden, de vertaling uit 1951, die werd vervangen door de Nieuwe Bijbelvertaling die we hier volgen, spreekt van het onderhouden van de geboden, de Naardense Bijbel vertaalt met het bewaken van de geboden. We weten wat de geboden zijn, heb je naaste lief als jezelf, dat is hetzelfde als God liefhebben. Dat is dus niet een wettelijke regel die je wel of niet kunt nakomen, maar dat is een levenshouding zegt de Nieuwe Bijbelvertaling, dat moet je vast houden zegt de Statenvertaling, daar moet je hard aan werken zegt de vertaling van 1951, dat moet je je niet laten afpakken zegt de Naardense Bijbel. Al die vertalingen geven iets weer van wat er oorspronkelijk is bedoeld, het letterlijk nemen van de Bijbel is dan ook niet echt mogelijk. We zullen telkens weer de woorden moeten zoeken die de bedoeling van de Bijbel voor ons eigen leven weergeven. De Bijbel spreekt ons geen gewone taal, maar wat men noemt geloofstaal, en voor echt geloven als een werkwoord heb je soms een leven nodig.