Prediker 8:1-15
1 ¶ Wie heeft wijsheid? Wie kent de verklaring van de dingen? De wijsheid straalt de mens van het gezicht en verandert strenge ogen in een milde blik. 2 Ik geef je deze raad: Volg de bevelen van de koning op, zoals je hebt gezworen tegenover God. 3 Onttrek je niet aan zijn gezag, voorkom problemen, want wanneer de koning iets beveelt gebeurt het ook. 4 Zijn woord is wet; is er iemand die hem rekenschap kan vragen van zijn daden? 5 Een wijs mens leeft zijn geboden na en heeft geen kwaad te duchten. Ook doet hij alles op de juiste tijd, want hij weet: 6 ¶ voor alles wat gebeurt is er een juiste tijd. Een zware last is dat, voor ieder mens. Het is een kwade zaak, 7 want niemand weet wat komen zal en hoe het later wordt. Wie kan daar iets over zeggen? 8 Niemand heeft macht over zijn adem, geen mens kan tegenhouden dat zijn adem vergaat. Niemand heeft macht over de dag waarop hij sterft, geen mens ontvlucht het slagveld van de dood. En ook het kwaad-het zal zijn dienaren niet redden. 9 ¶ Dit alles heb ik vastgesteld gedurende de tijd dat ik aandachtig keek naar alles wat gebeurt onder de zon, en zag dat een mens zijn macht misbruikt om een ander kwaad te doen. 10 Ik heb ook gezien hoe zondaars naar het graf werden gedragen. Op de heilige plaats werden ze in het graf gelegd en ze verlieten onder eerbetoon het leven. Maar de rechtvaardigen werden vergeten in de stad. Ook dat is enkel leegte. 11 Omdat een slechte daad niet snel bestraft wordt, is een mensenhart maar al te snel tot het kwaad geneigd. 12 Een zondaar kan wel honderd maal kwaad doen en toch vele jaren leven. Natuurlijk weet ook ik: het zal een mens die ontzag voor God heeft goed vergaan-want hij heeft toch ontzag voor God? 13 Een zondaar daarentegen zal het slecht vergaan: de schaduw van zijn levensdagen zal niet lengen-want hij heeft toch geen ontzag voor God? 14 ¶ Maar is het hier op aarde niet een grote leegte dat rechtvaardigen ten deel valt wat zondaars verdienen, en zondaars wat rechtvaardigen verdienen? Ook dat-zeg ik-is leegte. 15 Daarom prijs ik de vreugde, want er is onder de zon niets beters voor de mens dan dat hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet. De vreugde is zijn metgezel wanneer hij zwoegt op elke levensdag onder de zon die God hem heeft gegeven. (NBV)
Sommige Bijbelgedeelten laten zich gemakkelijk misbruiken. Hier lezen we zo’n passage. Prediker waarschuwt er voor dat de hoge overheden, hij noemt hier naar de gewoonte in zijn tijd de Koning, niet voor niets hun macht hebben. Paulus zal later in een brief aan de Romeinen iets vergelijkbaars zeggen. Wil je tegen een overheid optreden dan moet je drie keer nadenken en vooral je eigen leven in de waagschaal willen stellen. In landen zijn er mensen die dit aan den lijve ondervinden als ze in verzet komen, iets zeggen, tegen het onrecht dat ze om zich heen zien. Maar Prediker besluit met een belangrijke opmerking. Mensen misbruiken hun macht om anderen kwaad te doen. Dat betekent dus niet dat we onze mond moeten houden. Het gaat er immers om het goede te doen en niets dan het goede. Het gaat er immers om de naaste lief te hebben als onszelf omdat dat het zelfde is als God lief te hebben boven alles, en God liefhebben was het begin van alle Wijsheid. De waarschuwing om de Koning te gehoorzamen is dus niet een opdracht om onrecht te bedrijven en de ogen te sluiten voor het misbruik dat wordt gemaakt. Het is geen Bijbels gebod om af te zien van verzet.
Maar onbezonnen acties, zinloos geweld en oorlog zonder te letten op de gevolgen voor de armen zijn in de ogen van de Bijbel evenzeer te veroordelen als onrecht en misbruik van macht. Iedereen snapt dat als je boos bent je niet zomaar iemand kan neersteken, dat als je werkgever je niet zint je niet zomaar het bijltje er bij neer kunt gooien en de gevolgen op de samenleving kan afwentelen, maar als het om oorlogen gaat waar we niet met de hele wereld toe hebben besloten dan snappen veel mensen ineens dat dat niet kan. Ook daar geldt hetzelfde. Kwaad is kwaad en goed is goed. Wat slecht is moet slecht genoemd blijven worden en wat goed is verdiend het om als goed te worden aangeprezen. Te vaak wordt macht misbruikt om er zelf beter van te worden. Veel van het vragen om aandacht voor onrecht en onderdrukking gebeurt door vrijwilligers. Zonder vrijwilligerswerk komt onze samenleving tot stilstand en ontstaan er grote gaten in de sociale samenhang. Het is dan soms ook wel wat raar de nadruk te horen die politici leggen op het vervullen van betaald werk. Het lijkt er op dat de winsten voor de rijken waaraan mensen kunnen bijdragen vele malen belangrijker zijn dan de zorg voor de armen en de sociale samenhang waar mensen aan kunnen bijdragen.
Voor het bijdragen aan de winst voor de rijken wordt betaald. Ook al werk je bij de overheid dan draag je daar nog aan bij. De orde in de samenleving is immers bepaald door de rijken en die orde in stand helpen houden draagt bij aan de winsten die zij in hun zak kunnen steken. Zorg voor de armen, de zieken, de gevangenen, de gehandicapten, de jongeren, de vluchtelingen, moet daarom onbetaald door vrijwilligers blijven gebeuren. Af en toe een prijs of een lintje moet ze zoet houden. Stel dat de nood in de samenleving de rijken dwingt tot delen. Het is daarom dat de Prediker er op wijst dat de rechtvaardigen in de stad vergeten worden, zij delen niet mee. Een slechte daad, het niet willen delen, wordt niet zo snel bestraft, integendeel het wordt nogal vaak als norm voorgehouden aan de samenleving, daarom denken veel mensen dat die slechte daden navolging verdienen. Daarom zijn er steeds minder vrijwilligers en wordt de nood in de samenleving soms schrijnend zichtbaar bij hangouderen en straatjeugd. Over de toename van onveiligheid door het gebrek aan zorg voor eenzame en verwarde mensen hoeven we het niet te hebben. Zorgen dat je samen leeft ook met je moeilijke buren is het eerste recept.