Jesaja 29:17-24
Het blijft altijd mooi dit soort visioenen te lezen. Zoals het in de Tweede Wereldoorlog klonk: “Eens zal de Betuwe in bloei weer staan”, of toen in de jaren 60 van de vorige eeuw Bob Dylan zong over de times they are changing, zo zingt de schrijver van dit gedeelte uit het boek van de Profeet Jesaja over de terugkeer van het recht naar Israel. Ieder die op onrecht zint zal vergaan staat er. Dat is een droom die we ook vandaag de dag nog kunnen dromen. Wat moeten we met buurman Rusland die een klein buurland onder de voet loopt en zelfs als er een wapenstilstand is afgesproken doorgaat haar positie in dat land te versterken. Wat moeten we met de Verenigde Staten die niet alleen tientallen burgers jaren lang zonder vorm van proces op een militaire basis op Cuba gevangen houdt maar als er dan voor de vorm een proces is geweest en een vonnis is geveld dat vonnis niet ten uitvoer wil leggen. Wat moeten we met een vriend als het huidige Israel die een muur bouwt rond Palestina ook zo dat gezinnen en families van elkaar gescheiden worden en boeren hun land verliezen. Ze zullen vergaan zegt dit visioen van de Profeet, zelfs zij die de rechters in de poort wil verstrikken, wie het recht van de rechtvaardige schendt met loze beweringen. We kunnen die loze beweringen dag in dag uit in allerlei vormen horen op de radio en zien op de Televisie. Juist dat verdraaien en liegen maken dat steeds meer mensen zich afkeren van bestuurders en machthebbers in plaats van hen te blijven volgen en aan te spreken op het goede dat ze behoren te doen. Pas als de mensen ook echt zien dat machthebbers oprecht iets proberen te doen voor de zwaksten, echt proberen vrede te stichten en een eerlijke verdeling van kennis, macht en inkomen in de wereld voor elkaar te krijgen dan zullen ze de waarde van de Liefde weer gaan onderkennen. Niet alles zal altijd opgelost kunnen worden overigens. In het visioen van de profeet staat niet dat alles goed komt maar als je het niet meer snapt dan zul je het gaan begrijpen en ook al heb je reden om te blijven klagen je snapt in elk geval voortaan hoe het zo komt dat het niet ideaal is geworden. Misschien moeten we dat laatste vers uit het gedeelte van vandaag nog wat dieper tot ons door laten dringen. De onvolkomenheden in ons uiterst rijke land, de hondenpoep op straat, de bus of de trein die wel eens te laat komt, de files die er hier en daar staan, laten mensen zo hard klagen dat ze vergeten te denken aan mensen die geen brandstof meer hebben om te koken, die geen artsen hebben waar ze terecht kunnen, die geen eten hebben om hun kinderen te voeden, die soms zelfs geen huis hebben om hen te beschermen tegen de brandende zon. De problemen die wij hebben vallen in het niet bij de problemen die onze broeders en zusters in Afrika hebben. Maar ook voor hen geldt dat er bevrijding mogelijk is, alleen hun bevrijding begint bij ons, als het kan vandaag nog.