Numeri 9:15-23
15 ¶ Op de dag waarop de tabernakel met de verbondstekst was opgebouwd, werd hij overdekt door een wolk. Die avond was de wolk als een lichtend vuur boven de tabernakel te zien, en dat bleef zo tot de volgende morgen. 16 Zo was het voortdurend: de wolk overdekte de tabernakel en was ‘s nachts te zien als een vuur. 17 Telkens als de wolk zich van de tent verhief trokken de Israëlieten verder, en op de plaats waar de wolk stilhield sloegen ze hun kamp op. 18 Op bevel van de HEER trokken de Israëlieten verder, en op bevel van de HEER sloegen ze hun kamp op. Zolang de wolk op de tabernakel rustte, bleven ze op de plaats waar ze waren. 19 Bleef de wolk lange tijd boven de tabernakel hangen, dan braken de Israëlieten al die tijd niet op; ze hielden zich aan de aanwijzingen van de HEER. 20 Soms bleef de wolk maar een paar dagen boven de tabernakel hangen. Ook dan sloegen ze hun kamp op wanneer de HEER daartoe bevel gaf en trokken ze weer verder wanneer de HEER het beval. 21 Soms ook bleef de wolk alleen van de avond tot de morgen. Als hij zich dan ‘s morgens verhief, trokken ze verder. Zodra de wolk zich verhief, of dat nu overdag gebeurde of ‘s nachts, trokken ze verder. 22 Rustte de wolk langere tijd boven de tabernakel-een paar dagen of een maand of nog langer-dan bleven de Israëlieten al die tijd op de plaats waar ze waren; pas wanneer hij zich verhief trokken ze weer verder. 23 Op bevel van de HEER sloegen ze hun kamp op, en op bevel van de HEER trokken ze verder. Ze hielden zich aan de aanwijzingen van de HEER, die de HEER hun bij monde van Mozes gegeven had. (NBV)
Als je de Bijbel in stukjes leest, zoals we hier elke dag doen aan de hand van het dagelijks leesrooster van het Nederlands Bijbel genootschap, dan loop je de kans de meest noodzakelijke informatie te missen en daardoor kan de boodschap van een gedeelte uit de Bijbel je gemakkelijk ontgaan. Zo lezen we vandaag het tweede gedeelte van het negende hoofdstuk uit het boek Numeri. Dit boek hoort bij de eerste vijf boeken van de Bijbel. Daar staan verhalen en richtlijnen voor het opbouwen van een menselijke samenleving in het land dat overvloeit van melk en honing. De eerste zin van het gedeelte van vandaag zet veel geleerden op het verkeerde been. Het is duidelijk dat dit gedeelte één verhaal vertelt, er komt een wolk, die zich in de nacht als een vuur voordoet en als die wolk optrekt trekt ook het volk op en als die wolk het aangeeft dan slaat het volk weer een kamp op. Die wolk kwam er op de eerste dag dat de opbouw van de tabernakel was opgebouwd, een mooi beeld dus.
Maar als je het verhaal leest in het Hebreeuws waarin de Hebreeuwse Bijbel geschreven is dat stuit je toch op een paar verbazende opmerkingen. Wat de Nieuwe Bijbelvertaling als “Tabernakel” vertaalt heet in het Hebreeuws iets als de “Woning van de getuige, of getuigenis” Het verhaal over de opbouw van dit Heiligdom staat beschreven in het boek Exodus. Daar staat tot in het kleinste detail beschreven hoe dat Heiligdom er moet uitzien, wat er allemaal in moet staan en wie er wat mee mag doen. Ook als het volk onderweg gaat dan sleept het niet zomaar het Heiligdom mee maar er staat precies wie wat moet dragen en waar die dragers hun eigen tent moeten opslaan als het volk weer halt houdt. Maar in het boek Exodus heet dat Heiligdom “Tent der Ontmoeting” en dat is toch een iets andere naam. Het is alleen duidelijk dat er in die Tent geen beeld van een God staat, alleen een kist van acaciahout met daarin de tekst van het verbond dat tussen God en het volk was gesloten en op die kist een paar gouden figuren die het symbool waren van de bescherming van dat verbond.
Waar komt dat “getuige” nu vandaan? Daarvoor hadden we eigenlijk het eerste deel van het negende hoofdstuk moeten lezen. Daarin wordt verteld dat het volk voor het verder ging eerst de maaltijd herhaalde die het had gehouden op de avond dat ze uit het land Egypte waren gejaagd. Alle eerstgeborenen van Egypte waren die avond doodgegaan. Alleen bij de Hebreeën, die het volk Israël zouden vormen, ging de eerstgeborene niet dood. Zij hadden een lam geslacht, het vlees gebraden en het bloed aan de deurposten gesmeerd. Dat doden van die eerstgeborenen werd aan de God van die Hebreeuwse slaven toegeschreven en daarom werden ze het land uitgegooid. Die Hebreeën geloofden zelfs overigens ook in het ingrijpen van die God. Ze hadden broden gebakken zonder gist of zuurdesem zodat ze lang in de woestijn houdbaar zouden blijven. Met de maaltijd herdachten ze de bevrijding door God uit het land van de dood. Dat Heiligdom, die wolk, waren daar de getuige van. De bevrijding uit de dood was niet zomaar, dat hadden ze gekregen, daar hoefden ze niets anders te doen. Bij de maaltijd moesten ze delen, met de armen, met de vreemdelingen en zelfs met slaven en slavinnen. Dat delen is het belangrijkste voor het volk, zonder delen overleef je de woestijn niet. Voor ons geldt dat zonder delen onze samenleving tot een dodende woestijn wordt. God heeft ons genoeg gegeven om te delen. De Bijbel legt ons daarom ook een keuze voor, tussen leven en dood. Laten we dus opstaan en kiezen voor het leven. God gaat ons in een wolk vooruit.