Psalm 78:52-72
De geschiedenis les die in deze Psalm bezongen wordt begint met de uittocht uit Egypte en eindigt met de bouw van de Tempel in Jeruzalem. Het is een les in de vorm van een gedicht en je moet af en toe even door de regels heen weten te lezen om het te zien. Maar er is een volk dat een geschenk heeft gekregen, de Wet van heb je naaste lief als jezelf. Dat volk verwerpt dat geschenk voortdurend. Steeds weer moet het opnieuw beginnen met het uitvoeren van die Wet. Steeds weer mag dat ook weer opnieuw. Door de Woestijn heen naar het beloofde land. Daar verdeelde Jozua het land tussen de families van het volk. Zo kon iedereen voor zichzelf zorgen en zou er geen armoede in het land zijn. Dat zou natuurlijk niet zo blijven maar elke vijfig jaar werden de stukken land die verloren waren gegaan weer aan de oorspronkelijke familie teruggegeven en kon iedereen weer opnieuw beginnen. Dat was de verdeling van het land met het meetlint. Dit teruggeven en opnieuw beginnen is volgens veel geleerden nooit in de praktijk gebracht. Toch vindt je door de hele Bijbel heen sporen van dit bijzondere idee. Het volk werd echter ontrouw aan de Wet van eerlijk delen. Ze volgden afgoden van vruchtbaarheid, de goden van Winst en Profijt heten ze in onze dagen. In plaats van het anti-egoïsme van de Bijbel hangen we de god van het Egoïsme aan. Het kan er niet mooi genoeg uitzien. Zelfs ons lichaam, van top tot teen, modeleren we tegenwoordig naar de wetten van schoonheid en succes. De les van de ondergang die dat meebrengt hebben we dus nooit willen leren. De echte God woonde in Silo, daar was de Tent van de Ontmoeting opgericht na de intocht in het beloofde land, daar was dus de Wet van de Woestijn waar iedereen zich naar zou moeten richten. Maar pas toen vreemde volken de oogsten kwamen roven herinnerden sommigen zich weer de Wet van de Woestijn en riepen ze God te hulp. Uiteindelijk werd Israel een Koninkrijk onder David, kwam er vrede en werd onder Salomo te Tempel gebouwd op de berg Sion in Jeruzalem. Daar hebben we het nog steeds over. Het zou volgens Joden en Christenen nog steeds het hart van de Wereld moeten zijn. Overigens is het ook voor Moslims een zeer Heilige stad. Voor ons gaat het niet om de stenen en gebouwen die er te vinden zijn maar om de Geest van God die er van uitgaat. Als je je went tot Jeruzalem, ziet op de berg Sion, dan kijk je naar de minsten op aarde, dan leef je volgens de Wet van eerlijk delen, van heb je naaste lief als jezelf. Dan zorg je dat iedereen op hele aarde daaraan kan meedoen, dat niemand achterblijft, vergeten wordt of sterft van honger en ellende. Dan wordt je als David een herder van het volk. Dan accepteer je geen andere regering dan één die zich opstelt als herder van het volk. Een herder met een zuiver hart die het niet om eigen roem of macht te doen is maar om de zorg voor de allerminsten.