Psalm 103
1 ¶ Van David. Prijs de HEER, mijn ziel, prijs, mijn hart, zijn heilige naam. 2 Prijs de HEER, mijn ziel, vergeet niet één van zijn weldaden. 3 Hij vergeeft u alle schuld, hij geneest al uw kwalen, 4 hij redt uw leven van het graf, hij kroont u met trouw en liefde, 5 hij overlaadt u met schoonheid en geluk, uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar. 6 ¶ De HEER doet wat rechtvaardig is, hij verschaft recht aan de verdrukten. 7 Hij maakte aan Mozes zijn wegen bekend, aan het volk van Israël zijn grootse daden. 8 Liefdevol en genadig is de HEER, hij blijft geduldig en groot is zijn trouw. 9 Niet eindeloos blijft hij twisten, niet eeuwig duurt zijn toorn. 10 Hij straft ons niet naar onze zonden, hij vergeldt ons niet naar onze schuld. 11 Zoals de hoge hemel de aarde overspant, zo welft zich zijn trouw over wie hem vrezen. 12 Zo ver als het oosten is van het westen, zo ver heeft hij onze zonden van ons verwijderd. 13 Zo liefdevol als een vader is voor zijn kinderen, zo liefdevol is de HEER voor wie hem vrezen. 14 Want hij weet waarvan wij gemaakt zijn, hij vergeet niet dat wij uit stof zijn gevormd. 15 De mens-zijn dagen zijn als het gras, hij is als een bloem die bloeit op het veld 16 en verdwijnt zodra de wind hem verzengt; de plek waar hij stond, kent hem niet meer. 17 Maar de HEER is trouw aan wie hem vrezen, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Hij doet recht aan de kinderen en kleinkinderen 18 van wie zich houdt aan zijn verbond en naar zijn geboden leeft. 19 ¶ De HEER zijn troon staat vast in de hemel, als koning heerst hij over alles. 20 Prijs de HEER, u die zijn boden bent, sterke helden die doen wat hij zegt, gehoorzaam aan het woord dat hij spreekt. 21 Prijs de HEER, hemelse machten, dienaren die doen wat hem behaagt. 22 Prijs de HEER, al zijn schepselen, prijs hem, overal in zijn rijk. Prijs de HEER, mijn ziel. (NBV)
Vandaag zingen we over de weldaden van de God van Israël. Alsof onze wereld overloopt van weldaden, oorlogen zijn er, vluchtelingenstromen, aanslagen en martelingen door regeringen. Maar wie de verhalen kent uit de Hebreeuwse Bijbel, wat wij het Oude Testament noemen en wie wat weet van het geloof in de God van Israël zal het al wat minder vreemd voorkomen. Dat volk van Israël en de gelovigen in de God van Israël hadden het niet gemakkelijk. Rampen en oorlogen waren hun deel zoals ook vandaag de dag duizenden en tienduizenden moeten leven onder erbarmelijke omstandigheden en in oorlogsgebieden. In de Hebreeuwse Bijbel wordt steeds getuigd van de ervaring dat in die erbarmelijke omstandigheden en ondanks die oorlogen de God van Israël steeds een tegenstem tegen de ellende bood. Die God overlaad je met schoonheid en geluk en bovenal doet die Heer wat rechtvaardig is.
Misschien dat die verzen uit het lied van vandaag nog wel het meest aanspreken “hij verschaft recht aan de verdrukten” Het volk Israël wist hoe verdrukten recht gedaan zou moeten worden, zij hadden de wegen die aan Mozes gewezen waren, de richtingwijzers vinden we in de onderwijzing van Mozes, de Tora, die zich laten samenvatten als Heb Uw naaste lief als Uzelf. En hoewel we daar iedere keer weer vanaf wijken mogen we weten dat de God van Israël niet eindeloos blijft twisten, dat zijn boosheid niet eeuwig zal duren. En de onze? Komt er een eind aan onze boosheid? In Amerika proberen velen een proces van verzoening op gang te brengen. Tussen mensen die verschillend geloven zal niet het zwart maken, niet de haat die gezaaid wordt, mogen overwinnen, maar zal de liefde moeten gaan heersen zodat de vrede een kans krijgt. Maar ook in Amerika trekken de haatzaaiers en verdelers de meeste aandacht. Al die mensen die dag in dag uit bezig zijn te zoeken naar gerechtigheid hoor je niet of nauwelijks.
In die wereld, die van God los is gekomen, geldt de liefde voor anderen als een zwakheid. In deze Psalm worden de mensen die zich door de liefde laten leiden als sterke helden bezongen. De kracht die mensen samen kunnen ontwikkelen in de liefde is volgens de Psalm zelfs sterker dan aardse legers, de psalm zingt over hemelse machten. De jongeren die in het midden oosten de Arabische lente begonnen bewezen ons dat met hun geweldloze revoluties. Maar in Amerika en Europa moeten we nog leren de stemmen die ons angst voor de Islam aanpraten en die haat zaaien tegen hen die anders geloven, of uit een ander dorp komen als wij zelf, tot zwijgen te brengen. Dan pas heeft het de 40 dagentijd van bezinning op het lijden echt zin, dan pas hebben we geleerd het op te nemen voor vluchtelingen en een stem en een gezicht te geven aan de tienduizenden vrijwilligers die vluchtelingen op vangen en hen een gevoel van veiligheid en thuis geven. Laat ons niet weer die weg gaan van het zaaien van angst en verdeeldheid, maar de weg van het Rijk van de God van Israël. Laten we die tot Heer van de wereld maken, vandaag nog.