1 Korintiërs 11:2-16
2Â Ik prijs het in u dat u mij bij alles als voorbeeld neemt en u aan de voorschriften houdt die ik u gegeven heb. 3Â Ik moet u echter nog het volgende zeggen. Christus is het hoofd van de man, de man het hoofd van de vrouw en God het hoofd van Christus. 4Â Iedere man die met bedekt hoofd bidt of profeteert, maakt zijn hoofd te schande. 5Â Maar een vrouw maakt haar hoofd te schande wanneer ze met onbedekt hoofd bidt of profeteert, want ze is in dat geval precies hetzelfde als een kaalgeschoren vrouw. 6Â Een vrouw die haar hoofd niet bedekt, kan zich maar beter laten kaalknippen. Wanneer ze dat een schande vindt, moet ze haar hoofd bedekken.7Â Een man mag zijn hoofd niet bedekken omdat hij Gods beeld en luister is. De vrouw is echter de luister van de man. 8Â (De man is immers niet uit de vrouw voortgekomen, maar de vrouw uit de man; 9Â en de man is niet omwille van de vrouw geschapen, maar de vrouw omwille van de man.) 10Â Daarom, en omwille van de engelen, moet een vrouw zeggenschap over haar hoofd hebben. 11Â Echter, in hun verbondenheid met de Heer is de vrouw niets zonder de man, en ook de man niets zonder de vrouw. 12Â Want zoals de vrouw uit de man is voortgekomen, zo bestaat de man door de vrouw-en alles is ontstaan uit God. 13Â Oordeelt u daarom zelf. Is het gepast dat een vrouw met onbedekt hoofd tot God bidt? 14Â Leert de natuur zelf u niet dat lang haar een man te schande maakt, 15Â terwijl het een vrouw tot eer strekt? Het haar van de vrouw is haar gegeven om een hoofdbedekking te dragen. 16Â Iemand die meent zo eigenzinnig te moeten zijn af te wijken van wat ik zeg, dient te bedenken dat wij noch de gemeenten van God een ander gebruik kennen. (NBV)
Er was in de vorige eeuw een tijd dat jongens die hun haar lang droegen zich moesten verdedigen. Er waren twee soorten verdediging. Op muntbiljetten stond Michiel de Ruyter afgebeeld en die had overduidelijk lang haar. Verder was er het spreekwoord “beter langharig dan kortzichtig”. Het is soms moeilijk om een plaats te bepalen in een geldende cultuur. Voor Paulus is het van groot belang dat niemand aanstoot zou nemen aan de jonge gemeenten van Christenen. Dat ze weigerden te offeren aan de Romeinse goden was al moeilijk genoeg voor de Romeinen. Dat ze gewoon offervlees durfden eten was al moeilijk genoeg voor de Judeërs. Respect voor de mens zelf staat echter voorop in de Christelijke gemeenten en in de samenleving waar Paulus in leefde waren er een aantal regels waaruit dat respect bleek, waarmee dat respect werd uitgedrukt.
Mannen lieten zien mannen te zijn. Lang haar zou hen vrouwelijk maken dus veel mannen scheerden hun hoofden kaal. Mannen toonden hun hoofd dan ook onbedekt en niet met een hoofddeksel zoals de Judeërs deden. Vrouwen, die hadden lang haar waar ze trots op konden zijn. Maar vrouwen waren alleen verleidelijk voor de mannen waarmee ze getrouwd waren. Ze waren geen publiek object voor verleidelijkheid. Daarom zegt Paulus dat vrouwen hun hoofd bedekt moeten houden. Hij maakt mannen en vrouwen daarmee gelijk. Vrouwen zijn geen mannen en mannen zijn geen vrouwen, ze dragen in de samenleving wel dezelfde verantwoordelijkheid en kunnen dezelfde bijdrage leveren. Daarbij horen seksuele noties geen rol te spelen. Ook in onze samenleving leven die opvattingen wel. Vroeger droegen veel vrouwen een hoofddoekje en ook in klederdrachten horen vrouwelijke hoofdbedekkingen onlosmakelijk bij de klederdracht.
Er zijn nog steeds kerkgenootschappen waar het de gewoonte is dat vrouwen bij de zondagse eredienst hun hoofd bedekt houden en dus een hoed dragen. Maar het sterkst komen we het tegen bij de Moslima’s. Die volgende de geboden van Paulus in hoge mate. Ze bedekken zich geheel en maken daardoor elke seksuele notie van hun verschijnen in de samenleving onmogelijk. Paulus vergist zich overigens als hij de Hebreeuwse Bijbel aanhaalt om zijn aanbevelingen te verdedigen. In Genesis staat dat God de mens naar zijn beeld schiep, mannelijk en vrouwelijk schiep hij hen. Op tal van plaatsen in de Hebreeuwse Bijbel kunnen we lezen dat eigenlijk de man en de vrouw als gelijken moeten worden beschouwd. Eigenlijk waarschuwt dit Bijbelgedeelte ons er dus ook voor om cultureel bepaalde gewoonten te verdedigen met Bijbelteksten. Ook ons uitgangspunt hoort ten allen tijde het respect voor de ander te zijn. Al te sterke scheiding tussen mannen en vrouwen dreigen dat respect te kunnen verminderen, net als al te lang zwijgen over de mogelijkheid dat mannen van mannen kunnen houden en vrouwen van vrouwen. We mogen dus elke dag op zoek naar manieren om dat respect vorm te geven.