Matteüs 12:15b-21
We laten ons lang niet altijd de juiste betekenis van het verhaal tot ons doordringen. We zijn na al die eeuwen zo gewend om aan Jezus van Nazareth te denken als “God zelf”, of als “Christus Koning”, “de Almachtige” en zo dat we aan een Jezus op de vlucht alleen kunnen denken als aan dat kleine kind dat met zijn ouders vluchtte naar Egypte. Maar ook in dit deel van het verhaal vluchtte Jezus van Nazareth voor de autoriteiten uit zijn tijd. Hij had immers in hun ogen de wet overtreden door te genezen op een tijdstip dat je niet mag werken. Was dat genezen dan zijn werk? Dat genezen kan ook vertaald worden met dienen, hij diende hen allen. Dat sluit ook aan bij het citaat dat Matteüs gebruikt uit het boek van de profeet Jesaja om duidelijk te maken wat Jezus van Nazareth eigenlijk aan het doen was. Jezus van Nazareth was aan het recht verkondigen. Dat doet ook denken aan het boek Rechters waar de verhalen staan opgetekend van het volk Israel toen er geen koning was en toen omringende volken jaar op jaar de oogst kwamen stelen, toen stonden er Rechters op die het volk leidden in de verdediging en bescherming van de oogst. Nu staat er dus weer zo’n rechter op, een dienaar van God die de Wet van God, je naaste liefhebben als jezelf, weer centraal stelt. Maar niet meer door geweld. De profeten hadden door gekregen dat het voor een klein volk als Israel geen zin had zich met geweld tegen de grootmachten van de tijd te verzetten. Het vasthouden aan hun unieke overtuiging dat delen met elkaar en zorg voor de minsten de grootste kans op overleving betekenden zouden in de geschiedenis steeds weer het volk van de overheersers bevrijden. In die overtuiging ging ook Jezus van Nazareth te werk. Zonder woordenstrijd, zonder geschreeuw in de straat, maar als beschermer van het zwakste, van het onaanzienlijkste. Het geknakte riet is weinig meer waard, een kwijnende vlam geeft niet meer voldoende licht, maar Jezus van Nazareth doet de zwakken weer recht. Ieder mens is een beeld van God, ieder mens is een zuster of broeder, ieder mens is het waard er met je eigen leven pal voor te staan. En dan niet alleen eigen volk, of eigen familie. Maar alle volken op de wereld zijn daarvan afhankelijk, die zullen op die manier het recht moeten doen aan alle mensen op aarde. Jezus van Nazareth benadrukte dat het niet om zijn eer ging. Hij verbood de mensen uitdrukkelijk te vertellen wie hij was. En juist omdat hij alle eer afwees verdiende hij de hoogste eer, aanbeden te worden als de God die hij zijn Vader noemde. Hij werd de vervulling van de Wet van heb Uw naaste lief als Uzelf, de vervulling van een profetie als die van Jesaja. Maar hij riep ons op hem na te volgen, vandaag en morgen en elke dag opnieuw.